Film / Serie

Sterk drama over de onmenselijke keuzes van de Joodse Raad

recensie: De Joodse Raad
De Joodse Raad - de EOde EO

De vijfdelige dramaserie over de oprichting en het functioneren van de Joodse Raad legt ingewikkelde en pijnlijke geschiedenis bloot. De makers zetten een hoogwaardige Nederlandse serie neer, waarin onder meer Pierre Bokma en Claire Bender groots acteren. Een prestatie in onze historie van Nederlandse series.

Dramaserie De Joodse Raad vertelt in vijf delen het verhaal van het comité dat tijdens de Tweede Wereldoorlog regels tegen de Nederlandse Joden invoerde in opdracht van de bezetter. Het verhaal volgt voorzitters David Cohen (Pierre Bokma) en Bram Asscher (Jack Wouterse), en het gezin van Cohen in het bijzonder – waaronder zijn vrouw Cornelia (Monic Hendrickx) en dochter Virrie (Claire Bender). Met de aanstelling van de Joodse Raad in 1941 raken anti-Joodse maatregelen in een stroomversnelling. Waar hoogleraar Cohen en diamantair Asscher eerst nog goede hoop hebben op een gelijkwaardige samenwerking met de Duitse bezetter, blijkt deze (evident) grillig en onbetrouwbaar.

Vader versus dochter

De serie focust zich op de band tussen vader David en dochter Virrie en legt het grote contrast bloot tussen de twee. Virrie werkt eerst in een Amsterdams ziekenhuis, waarna ze in het verzet gaat. Ze helpt Joodse kinderen te verplaatsen van de crèche, tegenover de Hollandsche Schouwburg, naar onderduikadressen. David staat met ijzingwekkende dilemma’s aan het hoofd van de Joodse Raad, ten overstaan van de gehele Joodse gemeenschap. Zijn pragmatisme zit hem in de weg, en hij moet volgens hemzelf telkens kiezen tussen twee kwaden. Deze vorm werkt goed, en creëert tegelijkertijd een groter inlevingsvermogen bij de kijker. Je krijgt inzicht in het hachelijke functioneren van de Joodse Raad en stelt je tegelijk belangrijke vragen. Waren voorzitters Cohen en Asscher zo naïef? Werden ze overdonderd? Wat wist de Joodse Raad precies over het lot van de Joden?

Hoge productiewaarde

De Joodse Raad is een productie van hoog niveau. Vanuit de Nederlandse mediawereld is geregeld te horen: ‘Het gat met Amerikaanse films en series wordt steeds groter.’ Critici denken dat we het niveau van Hollywood niet kunnen bijbenen door allerlei redenen als lagere investeringen, gebrek aan artistieke vrijheid en belangenverstrengeling. Bij de coproductie van Levitate en de EO is in elk geval geen sprake van mindere kwaliteit. De enscenering in zijn geheel maakt indruk en doet met waarachtige kostuums en realistische decors niet onder voor kwalitatieve oorlogsfilms. Evenals het sterke dramaspel van de cast.

Confronterend

Hoe het is afgelopen voor de Joden is alom bekend. Met plaatsvervangende schaamte zien we in de miniserie hoe overlevende Joden bij terugkeer worden onthaald in Nederland. Huizen en inboedel die zijn geconfisqueerd; verloren kinderen die met tegenzin moeten worden ‘teruggegeven’; en zelfs door de Nederlandse overheid bevroren erfenissen van vermiste familieleden, die pas na tien jaar kunnen worden opgeëist na het achterhalen welke geliefden in welke volgorde zijn overleden. En de waanzin ervan is; dit is echt gebeurd. Pierre Bokma stelt in interviews dat dit een van de zwaarste rollen uit zijn carrière is. Die rol heeft hij in ieder geval met verve gespeeld. Een prachtige en confronterende serie over een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis.

Theater / Voorstelling

In Amsterdam moeten mensen wijken voor geld

recensie: Café 749 – Orkater
Café 749 - fotografie Bas de Brouwer (naamsvermelding altijd verplicht)-67_kleinBas de Brouwer

Voor wie Amsterdam kent als een dure stad van yuppen en expats is Café 749 een goede eyeopener. Aan de hand van het verhaal van de historische figuur Salomon de Miranda brengt Orkater in een rommelige maar charmante voorstelling de geschiedenis van de bíjna jubilerende hoofdstad. Een geschiedenis waarin juist de armoede zwaar weegt.

Amsterdammers zijn niet over één kam te scheren. Er zijn mensen met een dak boven het hoofd en mensen zonder woning. Er zijn rijke, arme, oude en jonge mensen die elkaar maar moeilijk begrijpen, is het uitgangspunt van Café 749.

Monne de Miranda

Amsterdam kende altijd al woningnood, al sinds de zestiende eeuw. Rond 1900 was de situatie zó nijpend, dat grote gezinnen in verkrotte eenkamerwoningen leefden. Wethouder Salomon ‘Monne’ de Miranda (1875-1942), een Sefardische Jood, sprong voor de armen in de bres. Mede door zijn toedoen werden overal in de stad woningbouwprojecten gestart om de ergste nood te lenigen.

Vroeger en nu

Muziektheatergroep Orkater legt de link tussen de huidige situatie en die in de tijd van De Miranda. Daartoe voeren ze de grijze kroegbaas Ben de Mens (Geert Lageveen) op. Zijn café moet wijken voor nieuwbouw. Daarmee verdwijnt een plek waar stamgasten decennialang lief en leed met elkaar deelden. De kroegbaas vertegenwoordigt de oude generatie.
Zijn paniekerige dochter Sara verdient de kost met paaldansen en wil het huis uit. Vanwege de woningnood is dat voor haar onbetaalbaar. Sara (Cripta Scheepers) staat voor de jongvolwassen Amsterdammer die geen woning kan vinden.
Haar oude vriendin Janice (Quiah Shilue) speelt de regisseur die een musical maakt over leven en werken van de socialistische wethouder Monne de Miranda. De stamgasten van de kroeg zijn de acteurs in die musical.

Daar tussendoor zet een groep acteurs de feestelijke en minder feestelijke kanten van de hoofdstad voor jonge Amsterdammers neer. Een koppel dat twijfelt of ze in deze verrotte wereld een kind willen krijgen. Een doorgesnoven yup die zich half in het Engels uitdrukt en die XTC uitdeelt.
En tussen dat alles door sjouwt de oude kroegbaas Ben, die veranderingen met lede ogen aanziet, en hen tevergeefs probeert tegen te houden.

Centrale Markthal

Orkater heeft de prachtige Centrale Markthal uit 1934 op het oude bedrijventerrein aan de Jan van Galenstraat ingericht als een groot uitgevallen café. Er zijn – binnen! – kermistenten die dienst doen als bar, regiecabine en tribune. Er is een hoog podium waarop musici zitten. Het Amsterdams Andalusisch Orkest, aangevuld met onder anderen het multitalent Dafne Holtland, voorziet Café 749 vanaf dat podium van sfeervolle en opzwepende muziek. Ook op dat hoge podium brengen de ‘stamgasten’ de gezongen biografie van De Miranda.
Een grote houten verhoging, midden in de ruimte, doet dienst als laag podium. Daar omheen zitten de toeschouwers op caféstoeltjes en barkrukken.

750-jarig bestaan

Orkater maakt deze voorstelling naar aanleiding van het aanstaande 750-jarig bestaan van Amsterdam. De tekst is geschreven door Leopold Witte (tevens regie) en Geert Lageveen (die ook de kroegbaas speelt). Door én de woningnood aan te kaarten – zowel die van vroeger als de huidige –, én het levensverhaal van Monne de Miranda te vertellen, én de sores van ouderen aan bod te laten komen, én de drugsproblematiek, én de klimaatprotesten, én de twijfels over de toekomst, hinkt Café 749 op erg veel gedachten tegelijk. Daardoor wordt deze vriendelijke, charmante voorstelling onvermijdelijk rommelig.

Plezierig

Plezierig is dat de tekst een heel stel punten van kritiek, of zelfs aanklachten bevat tegen de hedendaagse gang van zaken in Amsterdam. Tegen het gegeven dat mensen moeten wijken voor geld; alles is te koop. Tegen buitenlandse projectontwikkelaars. Tegen het ongebreidelde hedonisme in het clubcircuit. Tegen de manier waarop het vertrouwen van jongeren in de toekomst wordt ondermijnd. Tegen de expats, die het winnen van de gewone Amsterdammers.

Aanrader

Orkater maakte deze voorstelling in een paar weken tijd, met een heleboel medewerkers; en dan ook nog in een markthal waar ze de toeschouwers naartoe moeten brengen met behulp van een treintje vanaf de ingang van het terrein. Maar de sfeer zit er goed in, er is uitstekende muziek, er zijn drankjes. En er zijn vooral zeer bevlogen en gepassioneerde makers. Daarmee is Café 749 ondanks de rommeligheid wel degelijk een serieuze aanrader.

 

Tekst: Leopold Witte, Geert Lageveen
Regie: Leopold Witte
Spel: Geert Lageveen, Cripta Scheepers, Quiah Shilue, Niyazi Güveli, Stijn Schootstra, Lizzy van Vleuten, Danisha Violet Maris, Lowel caron, Hanna Rekveldt en vele anderen

Muziek: Jip van den Dool, Dafne Holtland, Remco Sietsema, Daniel van Huffelen, Hamza Amrani, Dwight Breinburg
Kostuums: Arien de Vries
Decor: Ruben Wijnstok
Lichtontwerp: Stefan Dijkman

Muziek / Concert

Tess Merlot bezingt het leven met verve

recensie: Tess Merlot chante la vie - Concordia Haastrecht

Als geboren en getogen Nederlandse klassieke Franse chansons uitbrengen, je moet het maar durven. Tess van der Zwet, bekend onder de artiestennaam Tess Merlot, ging die uitdaging aan nadat dat idee ontstond tijdens een regenachtig weekend in Parijs met haar geliefde. In maart van dit jaar kwam haar nieuwe album Chante la vie uit, dat ze ten gehore brengt tijdens haar show Tess Merlot chante la vie.

Tess Merlot is al enkele jaren actief als chansonnière. Wellicht een kleine niche in de met pop- en rapmuziek overladen Nederlandse muziekindustrie, maar wel één die door programma’s als Chansons! in populariteit is gegroeid. In 2017 bracht ze samen met Les Moutons het album met de toepasselijke titel Chansons pour non-francophones uit, gevolgd door haar debuutalbum Tess Merlot in 2021. Merlot, dochter van een sierkweker, maakte haar musicaldebuut in De Schone van Boskoop over de kwekerswereld. Na een tour door onder andere Australië, bracht ze in maart 2024 het album Chante la vie uit. De plaat bestaat vooral uit liedjes die ze schreef met haar pianist Guillame Marcenac, maar ook met de Parijse tekstschrijfster Zoé Simpson.

Van Brel tot Bakvislied

Merlot trapt af met de klassieker ‘La Vie en rose’ van Édith Piaf, voor elke chansonliefhebber een echte meezinger. De setlist is een mooie mix van haar eigen nummers en een paar klassiekers van enkele ‘grote meesters’ van het Franstalige lied: Jacques Brel, Charles Aznavour en de in Nederland relatief onbekende George Brassens. De grote ‘tranentrekkers’ passeren de revue voor de pauze, na de pauze is het tijd voor meer swingend repertoire.

Tussendoor vertelt Merlot over de betekenis en de achtergrond van de verschillende nummers, wat erg fijn is voor de gemiddelde Nederlander met matige kennis van de Franse taal. Vooral de verhalen achter ‘Une passante’, haar naar eigen zeggen ‘bakvislied’ dat ze schreef nadat ze spontaan verliefd werd op een muzikant die ze zag spelen in de Leidse Schouwburg, en ‘Mandoline’, over Tess die het muzikale verleden van haar oma ontdekt, maken indruk. Daarnaast zingt ze een Nederlandse versie van het nummer ‘Ma maison’, dat ze schreef toen haar ouderlijk huis werd verkocht, speciaal voor haar in de zaal aanwezige vader. Het lied doet qua tekst en melodie sterk denken aan het bekende nummer ‘Het dorp’ van Wim Sonneveld, dat ook een Franstalig origineel heeft.

Een intieme setting en een prachtige stem

Theater Concordia in Haastrecht, een charmante kleine zaal uit begin twintigste eeuw, is zeer geschikt voor de intieme setting die een dergelijk concert nodig heeft. Merlot wordt vergezeld door een klein gezelschap: haar vaste pianist Marcenac en vier strijkers.

Foto: Lisa Wibier

De zangeres voelt de vrijheid om grapjes te maken, te dansen en spontaan uit te wijden tijdens een achtergrondverhaal. Zelfs de aanwezige recensent van 8WEEKLY wordt kort aangesproken, in de hoop dat zij niks zal schrijven over haar moeders veel te grote schoenen die Tess noodgedwongen moet dragen (en die in de loop van de show ook uit gaan).

De zangeres zingt prachtig, zuiver en vol gevoel. Ook als de toeschouwer het Frans niet machtig is, weet zij mede door de korte uitleggen tussendoor de emotie van het lied zeer goed over te brengen. Haar repertoire is duidelijk geïnspireerd door de klassieke Franse chansonniers. Covers van oude nummers weet zij net wat frisser en eigentijdser over te brengen dan het origineel, zelfs de toegift; de jaren 70 meezinger ‘Voici les clés’ van Gérard Lenorman. Dit doet je afvragen hoe zij nummers van de huidige generatie chansonnières, zoals Angèle, Louane, Pomme of Clara Luciani, zou vertolken.

Een nieuwe generatie liefhebbers

In de jaren 70 en 80 was het Franstalige lied erg populair onder jonge Nederlanders, maar die populariteit is langzaam vervaagd. Het is mooi om te zien dat jonge mensen als Tess Merlot het Franse lied omarmen, eigen maken en zo een bijdrage leveren aan de bekendheid van het chanson. Tess Merlot is een aanrader voor iedereen die houdt van mooie, verhalende liedjes. Of je nou moeiteloos een boek van Honoré de Balzac leest of met een zwaar accent nog net ‘au revoir!’ tegen de Parijse ober kan zeggen, je begrijpt direct de emotie die Tess Merlot wil overbrengen. En dat is het allerbelangrijkste.

Film / Documentaire

Vermakelijk uitstapje naar de jaren tachtig

recensie: The Greatest Night in Pop - Bao Nguyen

The Greatest Night in Pop vertelt het verhaal achter het benefietnummer ‘We Are The World’, een initiatief om geld in te zamelen tegen honger in Afrika. Op 28 januari 1985 kwamen tientallen wereldartiesten bij elkaar om het nummer in één nacht op te nemen. De documentaire kan niet tippen aan de legendarische status van die befaamde nacht, maar biedt voldoende vermaak.

De kijker wordt door Lionel Richie meegenomen in het hele verhaal, van begin tot eind. Dit is een erg prettige entree voor de kijkers die de jaren tachtig niet (bewust) hebben meegemaakt of die om wat voor reden dan ook het fenomeen gemist hebben. Er is dus geen voorkennis vereist, bij The Greatest Night in Pop wordt er vanuit gegaan dat de kijker volledig blanco de film aanzet. Het is niet per se nodig dat films een groot publiek aanspreken, maar het zal de drempel om deze docu te kijken wat verlagen.

Vermaak boven vernieuwing

De stijl van de documentaire is verder vrij klassiek. Het verhaal wordt verteld middels een reeks interviews, gepaard met een karrevracht aan nooit eerder vertoond beeldmateriaal. Het betreft een historisch fenomeen, de moeilijkheden, de risico’s, het ‘onverwacht’ slagen, en het uiteindelijke succes en de daaropvolgende impact. Veel biopics en documentaires houden deze stijl aan, denk aan Air (2023) en de serie The Movies That Made Us (2019-2021). De gangbaarheid van het format werkt zowel in het voordeel als in het nadeel van de film. Het maakt de film comfortabel om te (blijven) kijken, maar het zorgt er ook voor dat hij zich niet onderscheidt van de rest.

Het échte verhaal?

Ook qua inhoud weet de film niet iets unieks te bieden. Een diepere laag is ver te zoeken, aangezien alleen het verhaal van de opname wordt verteld. Over de individuele artiesten wordt amper iets verteld. Daarnaast lijkt de film de wat duisterdere kanten te willen vermijden. Het drankgebruik van Al Jarreau wordt kort genoemd, maar verder lijkt de film zich vooral te wijden aan hoe goed de artiesten wel niet zijn en hoe gaaf het was dat ze allemaal meededen aan dit project. Over de opbrengst en het goede doel wordt al helemaal weinig vermeld. Bij de opnamestudio hing er destijds een bordje met de tekst ‘check your ego at the door’. De film had dit advies wat meer ter harte mogen nemen.

Conclusie

Alles bij elkaar is The Greatest Night in Pop wel een vermakelijke film voor een ontspannen avond op de bank. Er zijn geen diepere lagen of complexe, nieuwe stijlen. Het is simpelweg Lionel Richie die het verhaal van zijn passieproject mag komen vertellen. En soms is dat precies wat je op een avond nodig hebt.

Film / Films

Het zit in een hoekje

recensie: Boléro - Anne Fontaine
Bolero, un film d'Anne FontaineTriple P Entertainment

Hoe zet je de making of van een muziekstuk, in dit geval de bekende Boléro van Maurice Ravel (1875-1937) om in een film? Een beetje zoals Anne Fontaine dat doet dus. Zij is bekend door onder meer haar film Coco avant Chanel. Het script voor Boléro schrijft ze in samenwerking met Claire Barré en Jacques Fieschi. Ze baseren het op de biografie over Ravel van de bekende Franse musicoloog en Ravelkenner Marcel Marnat.

Wanneer het verhaal insteekt, is Ravel (Raphaël Personnaz) al een beroemd componist. De Russische choreografe Ida Rubinstein (Jeanne Balibar) weet wel wie ze vraagt om nieuwe, gewaagde en sensuele balletmuziek voor haar te schrijven. Die vraag legt een grote druk op de componist en hij komt tot niets. Hij, die de bijnaam ‘horlogemaker’ heeft en een sensueel ballet?

De geboorte van de Boléro

Er zijn vier momenten in de film die de stappen van de geboorte van de Boléro (1928) verbeelden.

Het eerste moment speelt zich af in een fabriekshal. Ida en Maurice horen het ritmisch stampen van de machines. Hij hoort er muziek in, zij niet.
We maken een sprongetje in de tijd. Ravel is op tournee door de Verenigde Staten. Hij hoort er een jazzsaxofonist en je ziet hem denken: dát zijn ze, die – wat hij noemt – ‘dronken syncopes’. Maar daar blijft het op dat moment weer bij.
Het derde moment is wanneer Misia Sert (Doria Tillier), de kunstbeschermer met wie hij een lange, platonische relatie heeft, met een waaier zit te spelen. Ravel kan maar geen genoeg krijgen van de repetitieve bewegingen. Het scheppingsproces gaat op dat moment een stapje verder en hij zegt: ‘Het zit in een hoekje en ik moet het pakken’. En toch zit hij wéér met leeg muziekpapier en een horloge voor zich. Er komt niets op dat papier, maar de tijd gaat dringen.
Het vierde en laatste moment is het liedje Valencia dat zijn dienstbode Madame Revelot (Sophie Guillemin) zingt. In de begeleiding die Ravel erbij speelt, hoor je niet alleen het kenmerkende ritme van de Boléro ontkiemen, maar ook de melodie ervan. De rest is hard werken aan de piano. Met een sigaret in de mond, zoals hij op veel foto’s staat.

Ravel en zijn tijd ‘gepakt’

Regisseur Anne Fontaine pakt Ravels wezen en de tijdgeest op een rake manier. Op een subtiele wijze legt ze nog een wordingsgeschiedenis vast, naast die van de Boléro. Namelijk Ravels bewustwording van zijn (waarschijnlijke) homoseksualiteit. Ze duidt het subtiel aan, maar spreekt niets in die richting echt uit.

Ravel mag dan wel de bijnaam ‘horlogemaker’ hebben, wanneer hij bij Misia is, worden de camerabeelden van Christophe Beaucarne soms opeens schokkerig (schouder-/handcamera?), als drukken ze emotie uit. Wanneer Ida en Maurice tegen het eind van de film weer terugkeren naar de fabriek, overhandigt hij haar het manuscript van het orkeststuk als symbool voor de moderniteit, een diepere laag die in de film wordt aangeraakt.

In dit verband hadden de flashbacks van Ravels dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog meer binnen dat kader mogen worden betrokken. Nu is het gissen in hoeverre dit invloed heeft op het ontstaan van de Boléro.

Biopic en documentaire

Dit is de eerste biopic over Ravel en diens Boléro, het meest uitgevoerde twintigste-eeuwse stuk uit de klassieke muziek. Als origineel en in tal van arrangementen. Aan het begin van de film komen ze kort langs. Net als in een documentaire over de Boléro uit 2016 van Fabien Caux-Lahalle, waarin ook beelden van Ravel zelf zijn te zien. En waarin eveneens het verband met de fabriek wordt gelegd. In de film vernemen we ook dat het manuscript van de Boléro weer in 1992 opduikt en nu, als staatseigendom, wordt beheerd in de Bibliothèque Nationale de France in Parijs.

Eigenlijk zou je beide films, de biopic en de documentaire over met name rechtenkwesties aangaande het stuk, in relatie tot elkaar moeten bekijken.
De film van Fontaine ging in première tijdens het afgelopen International Film Festival Rotterdam en draait vanaf 2 mei 2024 in de filmtheaters.

Theater / Voorstelling

Oude roots en nieuwe culturen in sterke breakdancevoorstelling

recensie: Kromanti – ISH Dance Collective/Dietrich Pott

Licht is de bron van alles. Van inspiratie, van energie, maar in dit geval vooral: van dans. De vijf dansers in Kromanti van ISH Dance Collective, in samenwerking met choreograaf Dietrich Pott, worden door het licht aangestuurd in een fraaie voorstelling waarin culturen en stijlen samenkomen.

Midden op de dansvloer staat een grote kom, waarin van bovenaf een sterke spot schijnt. Het licht van de spot wordt weerkaatst door de blinkende bodem van de kom, zodat het in talloze spetters reflecteert op plafond en wanden, en op de dansers. Ze spelen met die reflecties op hun handen, op hun ledematen, op elkaars ledematen.

Inspiratie

‘En er was licht’ is duidelijk niet alleen een bijbels begin van alle leven: het reflecterende licht vanuit de kom is ook het startpunt van Kromanti, een voorstelling die is geïnspireerd door Suriname en door Afrika. Choreograaf en breakdancer Dietrich Pott reisde daarheen, om terug te komen met traditionele dansstijlen en gebruiken.

De titel Kromanti verwijst naar een Afro-Surinaamse geheimtaal die samenhangt met rituelen. Het is echter geen ‘gewone’ spreektaal, hij wordt vooral gebruikt tijdens winti-rituelen. De Marrons in Suriname gebruiken dan wel Kromanti.

Volwaardige dansvorm

Pott streeft ernaar breakdance tot een serieuze, volwaardige dansvorm uit te laten groeien. In Kromanti combineert hij die met andere elementen van streetdance, en met hiphop, moderne dans en acrobatiek. Hij heeft daartoe vijf sterke dansers tot zijn beschikking.

De Surinaamse Winston Adaba figureert in dit gezelschap als de ‘leider’. Door met zijn voeten te stampen maakt de virtuoze Adaba ritmes en muziek. Zijn expressieve gezicht bepaalt geregeld de toon; in die zin stuurt hij het ‘verhaal’ van deze voorstelling aan.

Luciano Hiwat is behalve danser ook acteur, wat zijn sterke uitstraling verklaart. Giorgio Prijor verdiende zijn sporen als freestyle danser en breakdancer. Stephano Linkers (ook uit Suriname) en Jean Salazar Tavera – alias ‘ShiShan’ – zijn extreem sterke breakdancers. Linkers kan zo’n beetje elke spier afzonderlijk inzetten, waardoor zijn dans opvallend expressief wordt. De mannen zetten de ene na de andere adembenemende breakdance neer, nu en dan zelfs met meerdere dansers synchroon. Spectaculaire salto’s en verwante acrobatiek-hoogstandjes bezorgen de dans een speels element.

Tribaal

©Shot By The Kid – Fawaka Studio

Het eerste gedeelte van Kromanti is het sterkste. Daarin bouwen de vijf dansers, in zwart gekleed, het licht-thema uit. Dat is de oorsprong, de energiebron is van deze dans. Wie zich ‘wast’ met het licht uit de grote kom, ontvangt zo inspiratie.

In de tweede helft van de voorstelling overheerst het tribale element, meer Afrikaans georiënteerd. De dansers dragen broeken met een felle print, spelen zelf op trommels, leggen nu en dan contact met het publiek. Dat gedeelte is weliswaar vrolijk en sympathiek, maar de focus op de dans is daardoor minder scherp dan in het eerste deel.

Hartslag

De dans wordt aangedreven en ondersteund door muziek die varieert van monotone soundscapes, van het geluid van een versnellende hartslag, tot Afrikaanse tribale muziek en steeldrums (muziek: Jurre Jan Hofman).
De subtiele belichting krijgt extra accenten door het gebruik van reflecties en blacklight. Door rook in de ruimte te blazen worden de lichtbanen extra zichtbaar (lichtontwerp: Mike den Ottolander).

Door zulke verschillende dansstijlen met elkaar te laten versmelten, zet choreograaf Pott een sterke voorstelling neer waarin oude roots en nieuwe culturen doorklinken.

 

Choreografie: Dietrich Pott
Dans: Giorgo Prijor, Jean ‘ShinShan’ Salazar Tavera, Luciano Hiwat, Stephano Linkers, Winston Adaba
Decor- en kostuumontwerp: T.b.a.
Lichtontwerp: Mike den Ottolander
Muziek: Jurre Jan Hofman 
Techniek: Tijs van der Heijden

Franz-Marc_Kaempfende-Formen_1080x1550px
Boeken / Non-fictie

Strijd in de digitale schemerwereld

recensie: Huib Modderkolk – Dit wil je écht niet weten
Franz-Marc_Kaempfende-Formen_1080x1550px

Onderzoeksjournalist Huib Modderkolk benoemt in zijn boek Dit wil je écht niet weten de gevaren van moderne technologie en welke schemerpraktijken er achter de schermen plaatsvinden. Delen van dit onderzoek waren onderwerp van de laatst verschenen documentaire Niemand die het ziet van BNNVARA. Hierin onderzocht hij de wereld van spionage, sabotage en desinformatie en ging op zoek naar de rol van de inlichtingendienst AIVD bij een aanslag op een kernreactor in Iran. In zijn boek krijg je het complete verhaal. Geschreven als een spionageroman. Verontrustend in al zijn facetten.

Huib Modderkolk is al meer dan tien jaar onderzoeksjournalist op het gebied van technologie, privacy en de inlichtingendiensten. In zijn eerste boek Het is oorlog maar niemand die het ziet beschrijft hij hoe de veiligheidsdiensten door de verbetering van technologie hun invloed hebben kunnen vergroten. Hierdoor hebben we tegenwoordig te maken met grootscheepse spionage en beïnvloeding, iets wat burgers en overheden kwetsbaar maakt en democratische rechtstaten ondermijnt – Russische hackers die stroom in Europa uitzetten, Chinezen die kostbare informatie stelen en Britse en Amerikaanse hackers die binnendringen bij telecomproviders, advertentiepartijen en het internationale bankverkeer. Technologie is lang het paradepaardje geweest van onze maatschappij, maar hoe lang nog?

Niemand is meer anoniem

Tegenwoordig is het geen geheim meer: bijna ieder bedrijf verzamelt data over je. Overal waar je een account aanmaakt worden gegevens opgeslagen: zoals bij je aanmelding voor de tennisvereniging, bij je webwinkelbestelling of je sollicitatie. Daarnaast weten de grootste dataverzamelaars als Meta en Google minutieus wie je bent, waar je bent, waar je het over hebt, naar kijkt, naar zoekt en hoe vaak je online bent. Alles wordt opgeslagen in databases en hackers kunnen hiertoe toegang krijgen.

Hoe meer online activiteit een gebruiker heeft, des te nauwkeuriger het profiel.

Niemand is meer anoniem. Daarnaast is moderne apparatuur (zoals de smart-tv, de robotstofzuiger, de moderne deurbel en de nieuwe auto) makkelijk te hacken door systeemfouten. Deze almaar groeiende surveillancemogelijkheden zijn logischerwijs een walhalla voor hackers en inlichtingendiensten. Hier wordt dan ook op grote schaal misbruik van gemaakt. Met alle gevolgen van dien.

Cyberoorlog

Sinds 2010 veranderde er iets fundamenteels in de digitale inlichtingenverzameling. Met de inzet van het Stuxnet sabotagevirus – geïnitieerd door Amerika en Israël – is er een nieuw middel toegevoegd aan het digitale domein, namelijk oorlogvoering. Rond die tijd zag de mondiale hack-gemeenschap dat er een nieuw virus rondwaarde dat de potentie had àlle Windows-computers te infecteren. Een van de hackers analyseerde het virus en kwam er achter dat het als einddoel had om een Siemens apparaat te ontregelen. En niet zomaar een Siemens apparaat: een Siemens computer waarvan er maar één op de wereld bestond en die zich bevond in een nucleaire faciliteit in de Iraanse woestijn. Het was de start van digitale oorlogvoering. Sindsdien is het hek van de dam.

Oorlogszuchtige AIVD en MIVD

Opvallend genoeg wil Nederland ook een rol in die giftige geopolitieke cocktail. Sinds een wetswijziging onder Balkenende handelden de AIVD en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD lange tijd als ‘cowboys’ en verkregen daardoor een dikke vinger in de pap in de geopolitieke inlichtingenwereld. Nu ze een plek hebben bemachtigd, willen ze deze natuurlijk ook behouden. Daarom lobbyen ze steeds vaker voor versoepeling van de huidige wetgeving om goed aangemerkt te blijven bij de grote inlichtingenspelers. Toch kun je je afvragen waarom Nederland zich überhaupt mengt in geopolitieke oorlogvoering net als bij Stuxnet; wij zijn helemaal niet in oorlog met Iran. Het antwoord blijkt te liggen in de Nederlandse handelsgeest: met goede inlichtingen kun je kennelijk ook handel drijven.

China is klimaatverandering

Hacken door veiligheidsdiensten is gemeengoed geworden. Rusland, Iran en China focussen zich veelal op westerse doelen, maar vice versa gebeurt er net zoveel. Rusland en Iran willen voornamelijk hun tegenstanders verzwakken, het Westen is gericht op inlichtingen en ontregeling. China heeft een andere insteek: het is merendeels uit op diefstal van gevoelige informatie. Omdat het een opkomende macht is, heeft het er veel belang bij om kennis te vergaren, zoals die van chipmaker ASML, maar ook die van General Electric die vliegtuigmotoren ontwerpt. Zij doen er alles aan om minder afhankelijk te worden van het Westen. Door informatie te stelen – momenteel met honderdduizenden hackers en vaak zonder een spoor achter te laten – besparen ze kostbare ontwikkeltijd en dus miljarden aan euro’s. Onder westerse inlichtingendiensten geldt: ‘Rusland is een storm, China klimaatverandering.’ Modderkolk schrijft dat het Chinese beleid toch geregeld uit de publiciteit wordt gehouden, vaak vanwege de grote belangen.

Geopolitieke pionnen

Gewone burgers zijn helaas niks meer dan pionnen; muisklikkers die een phishingmail (nepmail) openen en daarmee hun computer infecteren zodat hackers toegang kunnen krijgen. Maar ook manipulatie maakt van ons marionetten. Rusland beïnvloedt ons bijvoorbeeld via streng orthodox-christelijke instellingen die zijn gevestigd in het Westen. Deze wakkeren bij ons discussies aan over zaken als lhbtq+-rechten, onderwijs of ze proberen gevoelige onderwerpen te problematiseren. Goede voorbeelden zijn hierin het cancelen van kinderboekenschrijver Pim Lammers, de Week van de Lentekriebels of MH17. Wij trappen er ook voortdurend in. Zelfs politici vallen voor deze manipulatie.

Technologie met consequenties

Modderkolk vindt dat we daarom goed moeten nadenken of we nieuwe technologieën wel zo snel moeten omarmen. Hij ziet daarin een groeiend probleem: ‘Burgers, bedrijven en overheden [hebben] amper zicht op de ingrijpende en langdurige gevolgen van digitalisering. Ze vinden het belangrijk dat hun apparaten functioneren.’ Nieuwe technologie staat gelijk aan grotere winsten voor bedrijven, opsporingsdiensten beloven daarmee meer veiligheid; toch is er geen oog voor de sluimerende consequenties. Wat we volgens hem nu zien: een jeugd die telefoonverslaafd is, datalekken die iedere Nederlander zullen treffen, bedrijven die niet weten of er hackers in hun systemen zitten (zij het Chinese of westerse), demonstranten die nooit meer anoniem zijn en ondermijning van onze democratie met desinformatie. De vraag is: waar gaat dat heen?

Dit wil je écht niet weten is een verontrustend boek over wat er speelt in de schemerwereld van het digitale domein, welke belangen er zijn en hoe weinig wij er als individu vaak aan kunnen doen. Toch is het belangrijk dat het aangekaart wordt, Modderkolk doet dat uitstekend.

Dit wil je écht niet weten van Huib Modderkolk is 5 maart 2024 verschenen en is verkrijgbaar via de bekende boekhandels.

Theater / Voorstelling

Begrijpen wat het betekent om zwart te zijn

recensie: The Last Poet – Toneelschuur Producties

‘Understand what black is’, zegt acteur Mike Libanon in de proloog van de actuele voorstelling The Last Poet van Toneelschuur Producties. En dan bedoelt hij in dit geval: begrijp wat het betekent om zwart te zijn in de Verenigde Staten in de jaren 50 en 60. Onderbetaald, achtergesteld, vernederd, slecht geschoold. Je enige kans is: je daar bovenuit knokken. Koste wat het kost.

Of hun verhaal vergeten is, vraagt een van The Last Poets zich hardop af. Vergeten? Vermoedelijk is dat verhaal in Nederland eenvoudigweg niet erg bekend. The Last Poets is de verzamelnaam van een groep zwarte dichter-performers in Harlem, New York City, sinds de jaren 60 van de vorige eeuw. De nog levende leden zijn inmiddels op leeftijd. Zij zijn voortgekomen uit de protestbeweging tegen de vanzelfsprekende onderdrukking van zwarten in de VS.

Hiphop

The Last Poets schreven sombere, activistische, grove, bloederige teksten over de positie van de zwarten in de samenleving, verteld vanuit hun eigen waarneming: ‘Niggers are scared of revolution’. Die teksten brachten ze veelal mondeling, ondersteund door ritmische muziek. Daarmee legden ze mede de basis voor de hiphop- en rapcultuur.

Een van The Last Poets is Umar Bin Hassan (pseudoniem van Gilbert Jerome Huling, 1948, Akron, Ohio). In haar boek De laatste dichters beschrijft Christine Otten onder andere zijn leven. Dat boek bracht regisseur Nita Kersten op het idee een theatervoorstelling te maken over deze dichtersgroep. Samen met schrijver Maxine Palit de Jongh zocht ze de nog levende poets op in New York. In samenspraak met Palit de Jongh ontstond zo de tekst van The Last Poet

Blues

De vijf acteurs die dat levensverhaal vormgeven, leggen meteen al in het openingsbeeld de basis voor een muzikale, ritmische voorstelling. Door vingerknippen, drummen op hun dijbenen en neuriën ontstaat een eenvoudige blues. Op die muziek introduceert Mike Libanon de jongen Jerome – die zich later Umar Bin Hassan zal noemen.

Een mooie metafoor voor de man die uiteindelijk dichter wordt, is dat het kind Jerome niet kan praten – of wil hij het niet? Jerome is een kneus en een stotteraar. Zijn vader is een alcoholistische trompettist. Zijn moeder probeert tegen beter weten in de eindjes aan elkaar te knopen in het straatarme gezin. Jerome’s toekomstbeeld is een leven als schoenpoetser en fabrieksarbeider in zijn geboortestad. Maar wanneer hij een keer een ‘last poet’ ziet optreden, valt de munt. Hij zal dichter worden. In Harlem, New York City. Hij verpatst de draaitafel van zijn zusje Sandra om aan geld te komen voor de reis daarnaartoe. Eenmaal in New York, raakt Jerome/Umar eerst de bodem van de put voordat hij zijn ware ‘stem’ als dichter vindt.

Sober

Twee vrouwen en drie mannen brengen het levensverhaal van deze last poet. Ze hebben een sober zwart/wit/grijs decor tot hun beschikking. Slechts drie grijze kratjes en een op zijn punt staande ‘kamer’. Door die ‘doos’ op zijn punt te laten draaien en het licht een andere focus te geven, verandert de locatie.

Foto: Sanne Peper

Echt knallend vuurwerk in het spel blijft uit. Kersten laat haar acteurs voornamelijk beheerst spelen, een uitbarsting van de beginnende dichter Jerome daargelaten. Dat is jammer, de voorstelling blijft daardoor wat vlak, eigenlijk een beetje te beleefd, gelet op het onrecht dat de zwarten wordt gedaan. De kwaadheid, de verontwaardiging over het vanzelfsprekend kansarm en onderdrukt zijn, komen daardoor niet echt uit de verf, hoewel de teksten van Maxine Palit de Jongh die woede wel in zich hebben. Bovendien heeft Kersten de beschikking over een paar uitstekende acteurs, die dat vuurwerk wel kunnen leveren.

Kyra Bououargane speelt de wijze moeder van Jerome: bezorgd, handenwringend. Carmen van Mulier zet alle vrienden en vriendinnen van Jerome/Umar neer. Van Mulier steelt de show met haar vlijmscherpe lichaamstaal, waarmee ze voortdurend fysiek commentaar geeft op de tekst.

Doorgronden

Ondersteund door een soundscape van bluesy muziek (compositie: Vernon Chatlein) spelen Mike Libanon, Jonathan Eduardo Brito en Nick Livramento Silva beurtelings Jerome/Umar, plus nog een paar personages. Libanon fungeert daarbij als een swingende, innemende verteller; boos, verontwaardigd, gefrustreerd. The Last Poet is zo een muzikale, ritmische voorstelling over het gevecht dat zwarten in de VS moeten leveren om überhaupt het recht te hebben op een enigszins normaal bestaan.

‘Understanding what black is’: ze zeiden het al. Het oogmerk van deze weergave van het levensverhaal van Umar Bin Hassan is de toeschouwers te laten doorgronden hoe het is: zwart zijn in een cultuur waarin blanken de baas spelen.
Daarvan wijkt het hedendaagse Nederland helaas niet veel af. In dat licht gezien, is dit een actuele voorstelling.

 

Tekst: Maxine Palit de Jongh
Regie: Nita Kersten
Spel: Kyra Bououargane, Jonathan Eduardo Brito, Mike Libanon, Carmen van Mulier, Nick Livramento Silva
Kostuumontwerp: Lisanne Bovée
Scenografie: Zico Lopes
Lichtontwerp: Varja Klosse
Compositie: Vernon Chatlein
Fotografie: Sanne Peper

 

Film / Films

Onbevangenheid tot in het absurde

recensie: Poor Things - Yorgos Lanthimos

De wereld ligt aan onze voeten, maar vaak zijn we te angstig of te sceptisch om deze verder te onderzoeken. In de nieuwste film van regisseur Yorgos Lanthimos (The Lobster, The Favourite) volgen we menselijk experiment Bella Baxter (Emma Stone), een vrouw die in de unieke positie is om de wereld met een kinderlijk enthousiasme en ongeremde kritiek te ontdekken.

De absurdistische komedie speelt zich af in een wereld die nét niet gelijk is aan die van ons. De film opent mysterieus met een vrouw die zonder een woord van een brug afspringt. Schelle snaarinstrumenten klinken om een gevoel van ongemak, gepaard met spanning, te creëren. Snel hierna wisselt de film naar zwart-wit en zien we een Frankenstein-achtige laborant en zijn vreemde huis. Er wordt een experiment uitgevoerd, met als resultaat: Bella Baxter (Emma Stone), een eindeloos gefascineerde jongedame. Met een frisse, kritische blik begint zij aan een ontdekkingstocht van de kleurrijke, onconventionele wereld.

Met Oscars bekroond

De kunstzinnige film is op meerdere aspecten beloond met een Oscar: beste productieontwerp, beste kostuumontwerp, beste haar en make-up en beste vrouwelijke hoofdrol voor Emma Stone. Behalve dat de dialogen hilarisch zijn geschreven, zorgen Stone’s mimiek en intonatie voor een niet eerder vertoond personage. Nieuwsgierig, oversekst en veel te eerlijk weet Bella de wereld voor haar te winnen. Met name de wijze waarop Bella haar ervaringen beschrijft zijn vindingrijk en ontzettend raak. De evolutie van losbandig kind naar geëmancipeerde vrouw heeft onvoorspelbare wendingen, maar blijft geloofwaardig en goed te volgen.

Een betoverende vrouw

Bella begint als klein kind opgesloten in een volwassen lichaam. Haar mentale groei gaat razendsnel en ze trekt al snel de aandacht van de mannen om haar heen. Godwin Baxter (Willem Dafoe) ziet haar als zijn experiment en sluit haar het liefst op om haar te observeren. Max McCandles (Ramy Youssef) is zo gefascineerd door Baxters creatie dat hij tijdens zijn studie van Bella verknocht aan haar raakt. De gladde schurk Duncan Wedderburn (Mark Ruffalo) kan zijn lust niet bedwingen wanneer hij de excentrieke Bella voor het eerst ziet. Bella trekt altijd haar eigen plan en laat zich niet leiden door wat anderen van haar verwachten. Voor de mannen is dit zichtbaar frustrerend, maar altijd op een wijze waarbij de kijker niets anders kan dan Bella gelijk geven. We volgen immers haar avontuur en haar leven.

De bezitterigheid die veel mannen eigen lijkt te zijn, wordt een fysieke metafoor in de iconische dansscène. Bella kan haar lichaam niet bedwingen en lijkt te moeten dansen. Natuurlijk gaat dit op haar eigen, impulsieve manier. Duncan besluit met haar mee te dansen en wil haar telkens vastpakken, maar Bella danst zichzelf keer op keer los, zodat ze op haar manier kan blijven dansen. Op deze wijze blijft de film spelen met vraagstukken als autonomie, waarbij Bella altijd conventies aan haar laars lapt.

Experimenteel en memorabel

Het plezier van ontdekken staat op de voorgrond. Zelfs wanneer de personages stilzitten, vervelen hun interessante en originele gesprekken geen moment. De fixatie van de film op naakte lichamen kan vermoeiend zijn, maar het wordt wel altijd gebruikt om de thema’s van de film verder te ontwikkelen. Bella’s ontdekkingslust werkt aanstekelijk. De film is lang, maar ook groots. Er is genoeg te zien wat met een enkele keer kijken niet volledig te bevatten is. De titel Poor Things lijkt in eerste instantie te slaan op Bella, een onderontwikkeld mens waar de mensen om haar heen zich boven verheven voelen. Het tegenovergestelde is misschien eerder waar. Mensen die niet met volle overgave het leven leven zoals Bella, zijn de echte poor things. Deze film wil je niet missen.

Film / Films

Meeslepende reis door de woestijn

recensie: Io Capitano - Matteo Garrone

Io Capitano (2023) is het meeslepende verhaal van twee jongens uit Senegal die in Europa hun fortuin willen maken als artiesten. De reis daar naartoe loopt alles behalve soepel. De film is geregisseerd door Matteo Garrone en was tevens de Italiaanse Oscarinzending voor Beste Buitenlandse Film. Hoewel de competitie niet te onderschatten was, had de film alles in huis om het befaamde beeldje te kunnen winnen.

Seydou en Moussa hebben grootse plannen. Ze hebben maandenlang gespaard om de overtocht te kunnen betalen van Senegal naar Italië. Vol goede moed en enthousiasme (maar zonder toestemming van hun ouders) gaan ze op pad, overgelaten aan hun lot. De jongens krijgen te maken met zakenlui die maar wat graag geld aftroggelen van reizigers in ruil voor transport. En dat is nog maar het begin. Wat volgt is een reis vol ontberingen, waardoor de jongens in een rap tempo volwassen moeten worden en de realiteit onder ogen moeten zien.

Beklemmend en gebalanceerd

De toon van de film is bijzonder neerslachtig. De beelden hebben een enorme impact, niet alleen omdat de camera de gruwelijkheden niet schuwt, maar ook omdat dit een afspiegeling is van de realiteit. En die realiteit is huiveringwekkend. Er zijn gelukkig ook kleine lichtpuntjes, zuinig verspreid over de gehele film. De zware toon van de film geeft deze momenten extra impact. Een vriend die voor je zorgt, een kleine beloning, een warme maaltijd, een goed gesprek. Deze momenten zijn krachtig, hoopvol, en boven al het andere bijzonder menselijk. Daarnaast is de film erg knap gemaakt. Het camerawerk is werkelijk schitterend, de acteerprestaties voelen doorleefd, en zelfs de muziek ademt een en al bezieling. Het is een film die op alle vlakken een verhaal wil vertellen.

Hit or miss

Wat specifiek genoemd dient te worden is het einde. Natuurlijk is het zonde om dat hier al weg te geven, dus details blijven achterwege. Het einde van een verhaal kan een film maken of breken. Het einde van Io Capitano is ongekend sterk. Het is tevens een einde dat onlosmakelijk verbonden is met de titel van de film, waardoor het hele verhaal op een memorabele manier wordt afgesloten.

Al met al is Io Capitano niet voor iedereen een aanrader. De inhoud is heftig en kan erg dichtbij komen. De zwaarte van de film wordt echter gebalanceerd door prachtig menselijke momenten en een toegewijde productie.