Muziek / Reportage
special: Voorbeschouwing Eurovisiesongfestival 2024
justin-clark-1cZQR6mB2lE-unsplashUnsplash

Kindsterren, airfryers en toxische relaties

Na de winst van Loreen op het Eurovisie Songfestival met het nummer ‘Tattoo’, is het de beurt aan Zweden om de 68ste editie van de muziekwedstrijd te organiseren. Zweden en Ierland zijn met elk maar liefst zeven overwinningen de meest succesvolle landen in de geschiedenis van Eurovisie, met natuurlijk ‘Waterloo’ van ABBA als absolute uitblinker. Naast het voortbrengen van uitmuntende muziekproducers, meubelmakers en gehaktballenchefs, toont Zweden zich ook zeer bedreven in het neerzetten van een gelikte Eurovisie-uitzending, ditmaal vanuit Malmö.

Het belooft weer een enorm spektakel te worden op 7, 9 en 11 mei 2024 tijdens de twee halve finales en de grote finale. Met 37 acts uit Europa en Australië zijn er weer een hoop opties om op te stemmen voor de luisteraar. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er nog geen gedoodverfde winnaar en lijkt de vaak wat saaie puntentelling aan het einde van de lange zaterdagavond toch nog spannend te worden. 8WEEKLY heeft zich in het extravagante schouwspel verdiept en heeft enkele opvallende inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.

Airfryend en mediterend naar de winst

Nederland: ‘Europapa’ – Joost Klein

Over ‘onze’ Joost is natuurlijk al veel geschreven, maar in het rijtje opvallende acts hoort de breedgeschouderde Fries natuurlijk ook thuis. Afgelopen zomer had Joost over de grens een nummer 1-hit met ‘Friesenjung’, dat ook een groot succes werd op sociale media. Zijn inzending ‘Europapa’ volgt grotendeels dezelfde route: op sociale media, streamingdiensten en radiozenders is het nummer in binnen- en buitenland al succesvol. Bij de bookmakers stond Joost steeds in de top 3, hoewel die soms net uitwijkt naar plek 4. Joost heeft zin in het Songfestival, maar in een eerder interview zei hij: ‘Ik heb vooral zin in mezelf!’. Hoe hij zich overal op voorbereid? Er is veel geairfryed en gemediteerd. Of al deze inspanningen en al het (online) succes in de aanloop naar het evenement tot een goed resultaat gaan leiden, dat zullen we zien tijdens de tweede halve finale op 9 mei 2024. En, hopelijk, de finale op 11 mei 2024!

Een epische zoektocht naar een broek

Finland: No Rules! – Windows95Man

Finland had vorig jaar bijna de winst te pakken met publiekslieveling Käärijä’s ‘Cha Cha Cha’. Zijn opvolger, Teemu Keisteri alias Windows95man, behaalde ook grote successen dankzij de publieksstem tijdens de Finse voorronde. Met zijn nummer ‘No Rules!’ werd hij laatste bij de jury, maar won toch dankzij televoting. De Finse inzending is misschien wel de meest bizarre van dit jaar. Keisteri wil met ’No Rules!’ de boodschap verspreiden dat het leven niet al te serieus moet worden genomen, De performance is een visueel spektakel. Windows95man breekt uit een enorm ei gemaakt van spijkerbroeken. Hij wordt onder andere vergezeld door zanger Henri Piispanen en de Nederlandse danser Jesse Wijnans, die vorig jaar ook danste op ‘Cha Cha Cha’. Windows95man heeft echter zelf geen broek aan. Gelukkig wordt hij aan het einde van het optreden beloond met een eigen paar miniscule jeansshorts voorzien van vuurwerk. Microsoft heeft overigens aan computerblog Tweakers laten weten dat het geen problemen heeft met het gebruik van de merknaam Windows door de artiest. Aangezien Eurovision een niet-commercieel evenement is moest echter wel het Windows95 logo op Keisteri’s shirt geblurd worden in de officiële clip van het optreden.

Het succes van absurdisme

Kroatië: ‘Rim Tim Tagi Dim’ – Baby Lasagna

Kroatië stond met het nummer ‘Rim Tim Tagi Dim’ vanaf de aankondiging hoog in de peilingen. Baby Lasagna is het soloproject van singer-songwriter Marko Purišić waarmee hij humoristische teksten wil combineren met rockmuziek. Dit betekent niet dat alle onderwerpen ook luchtig zijn, hij probeert wel in zijn teksten een boodschap over te brengen over de zorgen en het lijden van deze hedendaagse tijd. Zo gaat ‘Rim Tim Tagi Dim’ over dat veel jongeren hun woonplaats of land moeten verlaten op zoek naar een baan. Dit wordt vergezeld van een stevige rockmelodie, teksten als ‘Meow cat, please meow back’ en het de aanstekelijke catchphrase ‘rim tim tagi dim’. Het eindresultaat is een licht absurd, maar aanstekelijk nummer. Zo lijkt Baby Lasagna mee te liften op een waar Käärijä-effect: de Finse inzending ‘Cha Cha Cha’ van 2023 bevat nagenoeg dezelfde ingrediënten en de twee nummers worden dan ook vaak met elkaar vergeleken. Aanstekelijk is het nummer zeker, maar de vraag blijft of dit live net zo sterk overkomt als op opname.

Geen kindsterretjes meer

Zweden: ‘Unforgettable” – Marcus & Martinus

Het popduo Marcus & Martinus is geen onbekende voor het Songfestival. De tweeling won als 10-jarige de Noorse variant van het Junior Songfestival met het nummer ‘To dråper vann’ (‘Twee druppels water’). Inmiddels zijn de schattige kindsterretjes van weleer volwassen en timmeren hard aan de weg om succesvol te worden in de Scandinavische muziekindustrie. Vorig jaar werden ze tweede bij de Zweedse voorronde van het Songfestival, Melodifestivalen, maar moesten het afleggen tegen Loreen. Dit jaar wisten Marcus & Martinus de populaire voorronde wel te winnen. ‘Unforgettable’ is wederom een typisch Zweedse inzending: een gelikt popnummer met dito enscenering. Het optreden lijkt haast een videoclip dankzij het creatieve camerawerk en het flitsende decor, wat overigens erg doet denken aan ‘Dance you off’ van Benjamin Ingrosso (de Zweedse inzending van 2018). Marcus & Martinus bezingen in ‘Unforgettable’ een intense relatie met een ‘giftige’ vrouw, waar de mannen geen controle over lijken te hebben. Helaas lijkt dit nummer geen grote kanshebber, tot nu toe voorspellen de bookies dat ‘Unforgettable’ een middenmoter zal worden.

De terugkeer van EuroDance

Oostenrijk: ‘We Will Rave’ – Kaleen

Oostenrijk stuurt dit jaar Eurovisie Songfestival veteraan Kaleen naar het evenement. In voorgaande jaren was zij betrokken als stand-in danseres en zangeres tijdens de repetities van diverse acts, waaronder de Cypriotische inzending ‘Fuego’ in 2018. Daarnaast was zij als choreograaf en creatief directeur verantwoordelijk voor diverse (interval)acts tijdens zowel het Eurovisie Songfestival als het Junior Eurovisie Songfestival. Nu staat ze solo in de spotlights met een nummer dat de luisteraar meevoert naar de jaren 90. Met ‘We Will Rave’ geeft Kaleen het publiek een ware EuroDance hit, die doet denken aan andere EuroDance klassiekers als Dr. Alban, Snap! en Alice Deejay. Een dansbare melodie met pakkende hooks, voorzien van goed meezingbare, maar niet al te diepzinnige, tekst is in ieder geval een succesformule voor tijdens het uitgaan. De vraag is alleen of dit nummer, met name haar zang, ook overeind blijft tijdens de live shows. Eén ding is zeker: aan haar danstalent en de hoeveelheid betrokken dansers gaat het in ieder geval niet liggen.

Een langverwachte terugkeer

Luxemburg: Fighter – Tali Golergant

Na jaren van afwezigheid is Luxemburg weer terug op het songfestivalpodium. Sinds de laatste deelname in 1993 werd er vele jaren gespeculeerd over een eventuele terugkeer, maar het kleine landje durfde het niet aan door de hoge kosten voor deelname en de dreiging van de kostbare organisatie bij winst. Dit jaar durfde omroep RTL het eindelijk weer aan. De in Israël geboren Tali Golergant won de nationale voorrondes met haar nummer ‘Fighter’. Het lied, deels in het Frans en deels in het Engels gezongen, gaat over het overkomen van tegenslagen. Het heeft een poppy sound die prettig in het gehoor ligt en zeer geschikt is voor op de grote radiostations, maar zou mogelijk in een volledig Franstalige versie meer authentiek voelen voor het Eurovisie publiek. De overgang van het Frans naar Engels voelt wat geforceerd. Tali is een goede zangeres en de eerste repetities zien er voor wat betreft zang en staging veelbelovend uit. Helaas lijkt de kans niet groot dat Luxemburg terugkeert in de grote finale op basis van de inschattingen van de bookmakers.

Politie-invallen, recreatieve middelen en TikTokdansjes

Estland: ‘(Nendest) narkootikumidest ei tea me (küll) midagi’ – 5MIINUST ft. Puuluup

Voor de Estse inzending zijn het hiphop-kwartet 5MIINUST en nu-folk duo Puuluup de samenwerking aangegaan. Voor het eerst in jaren stuurt Estland weer een inzending in eigen taal naar het evenement. De titel van het lied betekent ‘We weten niets van (deze) drugs’ en dat is gelijk de kernboodschap van het nummer. In het lied bezingen ze dat ze geen drugs hebben en gebruiken, omdat ze arm zijn. In de videoclip wordt de indruk gewekt dat ze dit tegen de politie zingen, als ze staande zijn gehouden. De haakjes uit de titel vormen echter een terechte knipoog, want de mannen dragen tegelijk zonnebrillen om hun pupillen te verbergen en drinken wel IPA’s. De online community is er dan ook niet écht over uit of het nummer nou voornamelijk humoristisch bedoeld is, of dat er een diepere boodschap achter schuilt over dat de politie vooroordelen heeft over arme mensen. Hoe dan ook valt de inzending op, mede door de aanstekelijke melodie, de outfits van de mannen, en de onverwachte TikTok-achtige dansjes die tijdens het refrein synchroon worden uitgevoerd door beide bands. Het geheel doet denken aan de Kroatische inzending Let 3 met ‘Mama ŠČ’ uit 2023, die in de finale 10x zoveel publieksstemmen kreeg in vergelijking met hun jurystemmen. Estland heeft in ieder geval alle ingrediënten in huis om net zo’n publiekslieveling te worden.

Klaar met toxische relaties

Tsjechië: ‘Pedestal’ – Aiko

De Tsjechische zangeres Aiko bezingt in haar inzending ‘Pedestal’ over zelfliefde, onafhankelijk zijn en het afkappen van toxische relaties. Haar inzending wordt beschreven als een ruig lied en de zangeres zegt haar inspiratie te halen uit rockmetalbands als Bring Me The Horizon. Echter, de eerste associatie die het nummer oproept is pop(-rock) koningin Olivia Rodrigo. En met alle goede bedoelingen, Rodrigo wordt vaak omschreven als de stem van Gen Z en maakt aanstekelijke nummers, die zowel op de radio als live goed overkomen. Geen verkeerde artiest om mee geassocieerd te worden. De studioversie van ‘Pedestal’ klinkt goed, maar de eerste live opnames die naar buiten kwamen beloven weinig goeds voor de uiteindelijke liveshows van het Eurovisie Songfestival. Een (zuivere) zangkwaliteit blijft toch een van de eerste voorwaarden voor succes, en of Tsjechië aan deze voorwaarde voldoet is twijfelachtig.

Al deze hoogtepunten worden aan elkaar gepraat door songfestivalveteraan Petra Mede, die de presentatie voor een derde keer op zich mag nemen. Dit keer wordt ze bijgestaan door actrice Malin Åkerman. Mede staat bekend om haar extravagante intervalacts, wat een opvallend hoogtepunt an sich is. Hoe al deze acts live uit zullen pakken? Dat zien we vanaf 7 mei 2024!

Theater / Voorstelling

Intieme voorstelling over de zoektocht naar liefde

recensie: A night with Queen Angelito - Orkater

De afgezakte kraag van haar zwarte bontjas is om haar naakte schouders geslagen. Kin op de linkerschouder, gezicht in de richting van de zaal. Zo flirt Queen Angelito met haar publiek. Liefde, alles draait bij haar om de liefde, ratelt ze in rap Amerikaans-Engels.

Maar haar act is bluf. Onder die bontjas gaat een kwetsbare en gekwetste vrouw schuil in A night with Queen Angelito van Orkater, een intieme kleinezaalvoorstelling.

Vrouwen laten zich veel te veel door mannen in de luren leggen. Eerst zijn ze het schatje van hun daddy, en wanneer die van hen is weggedreven, komt er altijd wel een nieuwe ‘daddy’, en dan weer een, en dan nog een…

Nachtclub

Angelito (‘Ntianu Stuger) vertelt over haar geboortegrond: een katoenplantage in South Carolina, in het racistische zuiden van de VS. Daar eenmaal weg, schopte ze het tot de diva die ze nu is: de koningin van ‘the divine community’, zingend in een soort burleske nachtclub. ‘Many people tálk about love, but I have líved love’; in werkelijkheid wordt Angelito door geliefde na geliefde afgedankt. En daar is ze helemaal klaar mee. Vanaf hier is zij de baas, houdt ze in de eerste plaats van zichzelf. En als een relatie moet worden verbroken, dan doet zij dat zelf wel.

Het levensverhaal van Queen Angelito is volgens Stuger heel losjes gebaseerd op dat van de Amerikaanse jazzlegende Eartha Kitt (1927-2008).

Loepzuiver

foto: Bas de Brouwer

Op een bescheiden rond zwart podium met daarop een boogconstructie met zes lichtbanen zingt en speelt ‘Ntianu Stuger het verhaal van een vrouw die worstelt met haar houding ten aanzien van liefde. Ze wisselt het vertellen af met zang, lardeert de act met liedjes zoals ‘Fever’ van Peggy Lee en ‘Bang Bang (My Baby shot me down) van Nancy Sinatra. Alles wat Stuger doet is strak en loepzuiver: haar timing en mimiek maken van Queen Angelito een geloofwaardig personage. De nachtclubzangeres overschreeuwt zichzelf om haar gebroken hart te verhullen. Stuger laat de gekwetste vrouw haar zwarte cocktailjurkje verruilen voor een grote trui. De ringen gaan af. Het Engels maakt plaats voor Nederlands.

Multitalent

‘Ntianu Stuger (1998) is een duizendpoot, een sterk multitalent. Ze speelde de afgelopen jaren bij Oostpool, HNTJong, Orkater, Toneelgroep Maastricht, Theater Utrecht en Toneelschuur Producties. Vanaf 2024-2025 wordt ze vast lid van ITA Ensemble.
Dit seizoen dook ze overal in het theater op. Stuger speelde afgelopen zomer in het bostheater in Wildfire van Orkater en het Amsterdamse Bostheater. Ze bracht met Vincent van Valk Versus bij Theater Utrecht. Ter afronding van dit seizoen komt ze nu bij Orkater met een bijzondere en delicate onewomanshow waarin ze zowel zingt, vertelt als acteert. A night with Queen Angelito is een solovoorstelling die Stuger zelf bedacht en waarvoor ze de tekst schreef. De eindregie is in handen van Edison-winnaar Izaline Calister.

Zijspoor

Het is jammer dat de tekst niet heel helder is, maar vooral suggestief. Zo frommelt Stuger er een hele filosofische verhandeling tussen over het gedachtegoed van de zwarte Amerikaanse schrijver Bell Hooks (1952-2021). Hooks was feminist en activist, en sprak zich uit over thema’s zoals ras, kapitalisme en genderidentiteit. Dat zijspoor in de tekst gaat over de hoofden van het publiek heen. Tenzij je Hooks’ werk al kent, reikt dit uitstapje veel te ver voor deze kleine vertelling.
En dat deze voorstelling is geïnspireerd door het levensverhaal van Eartha Kitt, komt niet heel strak uit de verf.
Zo hinkt de tekst op te veel gedachten tegelijk.

Dat laat onverlet dat dit een fijne performance is. ‘If you go away’ – zingt Queen Angelito: de Engelse versie van Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’: de vrouw is opnieuw alleen. Goed in de gaten blijven houden, die ‘Ntianu Stuger, want het is een fascinerende acteur/performer/zanger die haar publiek alle hoeken van het podium laat zien.

 

Concept, tekst, spel: ‘Ntianu Stuger, Dietrich Pott
Eindregie: Izaline Calister
Tekstbegeleiding: Esther Duysker
Muziek: Rui Reis Maia
Scenografie: Ruben Wijnstok
Kostuum: Valérie Pos
Lichtontwerp: Varja Klosse
Dramaturgie: Liesbeth Colthof
Foto’s: Bas de Brouwer

 

Film / Films

Iets-te-dicht-bij-je-bedshow

recensie: Civil War - Alex Garland

Alex Garland heeft een interessant oeuvre. Ex Machina staat bekend als een van de sterkste films over AI, Annihilation is een spannende sciencefictionfilm, en met Men buigt de regisseur meer naar het horrorgenre. Hoewel het recent verschenen Civil War uiteraard een oorlogsfilm is, laat Garland zien dat hij het inboezemen van angst nog niet verleerd is.

Roadtrip to D.C.

Het verhaal gaat als volgt: een burgeroorlog heeft de Verenigde Staten verscheurd en er heerst overal chaos. Iedereen lijkt voor eigen rechter (en beul) te spelen terwijl de verschillende legers met elkaar de strijd aangaan. De pers heeft haar onafhankelijke rol weten te behouden en we volgen een kleine groep fotografen die een interview met de president wil bemachtigen voordat de zuidelijke legers de Amerikaanse hoofdstad bereiken. Daarvoor moeten ze alleen wel een lange reis maken, en in Washington D.C. zitten ze niet bepaald te wachten op hun komst.

Gruwelijk relevant

De reis is bloedstollend spannend. Hoewel het land in nationale crisis verkeert, komt de dreiging deze keer niet van buitenaf; de strijd is niet tegen kwaadaardige aliens of tegen monsterlijke mutaties, zoals bij The Last of Us. De strijd is niet eens tegen een andere bevolking. De vijand is slechts ‘de ander’, onafhankelijk van afkomst, geloof of zelfs allianties. Wie bij wie hoort is onduidelijk, en dus wordt iedereen onder vuur genomen. Zelfs bij het groepje onafhankelijke journalisten groeit naargelang de reis vordert de angst dat elke Amerikaan die ze tegenkomen ineens kan omslaan in een monster, hoe vredelievend ze in de eerste instantie ook lijken. De scène met Jesse Plemons in de hoofdrol is met stip de beklemmendste uit de hele film. Laat het gezegd zijn: deze film is niet voor iedereen geschikt. Zeker met het oog op de recente gebeurtenissen op 6 januari 2022 komen de gruwelijkheden maar al te dicht bij de werkelijkheid. En deze gruwelijkheden worden niet geschuwd.

Technisch vakmanschap

De film is vakkundig gemaakt, de cinematografie is indrukwekkend, de cast is uitmuntend – met name Cailee Spaeney en Wagner Moura leveren een topprestatie – en de oorlogsfotografie wordt op een sterke manier verweven met de filmbeelden. Daarnaast wordt de film goed opgebouwd en ontstaat het verhaal uit een reële angst. Het is daarom des te jammer dat een centrale boodschap ontbreekt en er te weinig aandacht besteed is aan een stevige op- en afbouw van het verhaal. Hierdoor komt Civil War in zijn geheel als een relevante, maar lege huls uit de verf. Want wat is nu het hele punt? Zelfs een boodschap als: ‘er is geen punt’ of ‘oorlog is slecht’ mist. Hoe bloedstollend de scènes ook zijn, het gebrek aan echte inhoud zorgt ervoor dat deze film niet zo lang zal blijven hangen.

Conclusie

Civil War is een bijzonder relevante en spannende film, maar niet voor iedereen geschikt. De beelden zijn heftig en realistisch. Hoe kwalitatief sterk de film ook is, het gebrek aan een duidelijke boodschap zorgt dat de film uiteindelijk niet zo scherp of memorabel blijkt als verwacht.

Film / Films

Het sciencefictionhoogtepunt van het jaar

recensie: Dune: Part Two - Denis Villeneuve

De Dune-reeks van Frank Herbert is een van de klassiekers in het sciencefictiongenre. Er is lang beweerd dat deze boeken nooit op een goede manier vertaald zouden kunnen worden naar film. De Dune-film uit 1984 lijkt dit te bevestigen, ondanks de cultstatus die deze inmiddels heeft gekregen. Regisseur Denis Villeneuve liet in 2021 zien dat het verhaal over Paul Atreides wel degelijk te verfilmen is, en doet er dit jaar met Dune: Part Two nog een schepje bovenop.

Dune: Part Two gaat door met de reis van Paul Atreides op de vreemde zandplaneet genaamd Arrakis. De uitgebreide wereldbouw, politieke intriges en religieuze thema’s worden in dit deel nog dieper uitgewerkt. Daarmee teert de film duidelijk op de voorkennis van de kijker; het is immers een direct vervolg. Paul heeft zich aangesloten bij de Fremen en helpt hen de planeet te bevrijden van de Harkonnen. Tegelijkertijd wordt hij geplaagd door visioenen en profetieën over zijn rol in deze wereld. Het eerste boek in de boekenreeks, Dune, is met dit tweede deel volledig verfilmd. Nu is het nog wachten op de verfilming van het vervolg, Dune: Messiah, die de karakterboog en verhaallijn van Paul pas echt afmaakt.

Verdieping en expansie

Dat neemt niet weg dat Dune: Part Two een van de grootste en meest meeslepende sciencefictionfilms is van het afgelopen decennium, alsmede een van de beste sequels in tijden. Dune: Part Two borduurt op meesterlijke wijze voort op de prikkelende wereld die is neergezet in het vorige deel. Hierdoor is er veel ruimte voor verdieping en expansie. De mysterieuze vrouwenorde van de Bene Gesserit, de identiteitscrisis van Paul, de zandwormen, het volk van de Fremen, alles krijgt meer aandacht. Het is een vervolgdeel dat zich kan meten met iconische sequels als The Lord of the Rings: The Two Towers en Star Wars: The Empire Strikes Back.

Pure kwaliteit

Niet alleen qua inhoud is de film indrukwekkend, ook op technisch vlak weet de film het vorige deel te overtreffen. Cinematograaf Greig Fraser heeft uitzonderlijk hoge kwaliteit geleverd. Elk shot ziet kan ingelijst worden en laat elke scène groots en episch uit de verf komen. In principe zouden hier alle departementen van deze productie apart uitgelicht moeten worden, want alles sluit naadloos op elkaar aan. Het plot heeft een soepel vloeiend tempo, de actiescènes zijn vlot en minder houterig dan in het eerste deel, het geluid maakt dat de hele wereld heerlijk buitenaards aanvoelt, de kostuums zijn ongekend creatief, Austin Butler is perfect gecast als Feyd-Rautha, de lijst is eindeloos.

Te veel hooi op de vork?

Het enige waar wat onenigheid over kan bestaan, is over de verschillen met het boek. Niet iedereen zal het eens zijn over de keuzes die gemaakt zijn. Zo lijkt Paul in de boeken aanzienlijk meer tijd te spenderen met de Fremen, en ook zijn motivatie lijkt anders vormgegeven. Het is ook gezegd dat er te veel verhaal in een film van ‘slechts’ twee uur en drie kwartier is gepropt. Maar dit is eerder een kleine voetnoot dan een zwaarwegend kritiekpunt.

Al met al is Dune: Part Two alles wat een vervolg moet zijn. Het is nu al een van de grootste films van het jaar en zal ongetwijfeld in deze top tien blijven staan. Met name sciencefictionliefhebbers kunnen deze film absoluut niet missen. En een film van dit kaliber dient gekeken te worden op het grootst mogelijke scherm. Uiteraard.

Boeken / Non-fictie

Verlosser met een beperking

recensie: Freud, Wenen en de ontdekking van de moderne geest - Frank Tallis

Op aandrang van zijn Britse redacteur besloot auteur/psychotherapeut Frank Tallis een boek te schrijven over de fascinerende denkwereld en erfenis van Sigmund Freud (1856-1939). Hij wilde zowel Freuds waardevolle inzichten als niet geringe tekortkomingen voor een modern publiek verduidelijken. Het resultaat is een must-read.

Tja, Freud. Verguisd en vergoddelijkt, maar ontegenzeggelijk een denker die onze kijk op onszelf, op ons menselijk gedrag, wezenlijk heeft veranderd. Freud, Wenen en de ontdekking van de moderne geest (2024) is gelukkig geen hagiografie. Tallis’ boek is wel een erudiete en veelomvattende beschouwing over leven en werk van een man met een revolutionaire visie. Het trakteert de lezer ook vaak op treffende observaties en conclusies.

Wat Tallis heel goed doet, is het inzichtelijk maken van de enorme ambitie en reikwijdte van Freuds psychoanalytische ‘leer’. Freud mag dan vooral bekend zijn als grondlegger van de psychoanalyse als medische therapie – bedoeld om ernstige psychische problemen op te sporen en te behandelen –, minstens even belangrijk is dat hij een behoorlijk accuraat ‘model van de geest’ ontwikkelt en bovendien probeert aan te tonen hoe die menselijke geest op alle vlakken doorwerkt in onze cultuur. Religie, kunst, geschiedenis, politiek, de wereld van fantasieën en obsessies, de ‘psychopathologie van alledag’; er is nauwelijks een terrein waarover Freud niet zijn psychoanalytisch licht laat schijnen. Soms erg verhelderend en/of aansprekend, en soms ook behoorlijk gezocht en onzinnig.

Geboorte van de psychoanalyse

Een terugkerend thema in Tallis’ boek is Freuds onmiskenbare behoefte aan erkenning en grootheid. Al vroeg valt op dat de getalenteerde Wener ervan droomt de mensheid een baanbrekend inzicht na te laten. Een visionair op zoek naar een visie, zo zou je de jonge Freud best kunnen typeren. Die visie vindt hij nadat zijn studie medicijnen hem op het spoor van de psychiatrie heeft gezet. Aansluitend bij (vooral) de ideeën van zijn collega Josef Breuer, werkt Freud het fundamenteel vernieuwende inzicht uit dat neurotische aandoeningen (‘hysterie’) niet voortkomen uit een biologisch defect maar uit cruciale ervaringen van de patiënt. Met zijn ‘psychoanalyse’ denkt hij dé oplossing voor het ergste geestelijk lijden te hebben gevonden.

Tallis staat uitvoerig stil bij Freuds basisideeën. Onderbewustzijn, driften, fasen in de seksuele ontwikkeling, trauma en verdringing, de betekenis en analyse van dromen, het model van ‘Es – Ich – Über-Ich’, het Oedipuscomplex, vrije associatie, overdracht … De lijst met klassieke begrippen is bijna eindeloos. Het is goed om hierbij voor ogen te houden dat Freud in essentie sterk op Darwin leunt. Onverminderd basaal zijn volgens hem de (dierlijke) driften/instincten, de rede is nog maar een zwak ontwikkeld evolutionair vermogen. De moderne neurowetenschap en evolutionaire psychologie bevestigen volgens Tallis ook belangrijke Freudiaanse inzichten.

Speculatie en preoccupatie

Aan de ene kant kun je zeker de loftrompet over Freud steken, en Tallis doet dat ook overtuigend. Hij beschrijft hem regelmatig als een hartstochtelijke pionier die van grote invloed is geweest op ons moderne bewustzijn. De bevrijdende werking van Freuds onomwonden visie op lichamelijkheid en op seksualiteit – darwiniaans gezien: het lustelement in de voortplantingsdrift – vindt Tallis ook erg waardevol. Tegelijk is het bijna onmogelijk om blind te zijn voor de tekortkomingen in Freuds werk. Hij heeft duidelijk een hang naar grootse (en mannelijke) speculatie, die soms merkwaardige, ongefundeerde stellingen oplevert, en die zelfs ronduit schadelijk kan zijn.

De enorme nadruk op het Oedipuscomplex, waar Freud onwrikbaar aan vasthoudt, is bijvoorbeeld een erg omstreden onderdeel van zijn erfenis. Freud is zo overtuigd van deze ‘historische ontdekking’ en zo gepreoccupeerd met seksualiteit, dat oedipale interpretaties zowel in zijn praktijk van therapeut als in zijn theoretische geschriften steeds weer de hoofdrol opeisen. Wie nu, zoals Tallis, met een kritisch oog naar diverse patiëntstudies van Freud kijkt, schrikt regelmatig van het onwetenschappelijke en dogmatische karakter van zijn analyses. De grote denker is niet wars van manipulatie en bedrog, concludeert Tallis, met als meest schadelijke tekort ‘zijn losse omgang met de waarheid’. De mal van Oedipus zal op de sofa zelden als gegoten hebben aangevoeld.

Tijd en plaats

Het boek gaat ook uitvoerig in op Freuds leefwereld, met name op de tijdgeest in zijn woonplaats Wenen. De culturele metropool bruist in die tijd van grote, bijna koortsachtige creativiteit en bedrijvigheid. Tallis maakt mooie zijsprongen naar stadgenoten als Gustav Klimt, Egon Schiele, Arthur Schnitzler en Gustav Mahler. Hij wijdt ook een lange beschouwing aan de legendarische ontmoeting tussen Freud, die vakantie houdt aan de Nederlandse kust, en Mahler, die graag een consult wil. Op 26 augustus 1910 treffen ze elkaar in het Leidse café-restaurant ‘In den Vergulden Turk’, waarna ze een lange stadswandeling maken om Mahlers persoonlijke problemen te bespreken. De ontmoeting tussen deze ‘twee meest emblematische figuren van het Wenen rond de eeuwwisseling’, brengt Tallis tot de vergelijking (p. 350): ‘Mahler zei eens: “Wat het beste is in de muziek, kan niet gevonden worden in de noten.” Deze cryptische uitspraak stemt overeen met het psychoanalytische principe dat wat mensen zeggen niet zo belangrijk is als wat mensen niet zeggen.’

Weens koffiehuis 'Café Central'

Het koffiehuis rond 1913: archief Café Central, Wenen

Andere thema’s die voorbijkomen zijn: het opkomende antisemitisme – dat zich bij de nazi’s uiteindelijk zou verbinden met de meest morbide elementen van de Duitse romantiek, al manifest in de heersende zelfmoordcultus; het typisch Weense koffiehuis; en natuurlijk de alomtegenwoordige erotiek. Seks, neurosen, fantasie, de dood: in Wenen zijn ze eind negentiende, begin twintigste eeuw nooit ver weg.

Normaal ongeluk

Een van de beste cultuurpsychologische inzichten van Freud, die de Weense koortsachtigheid ook al aardig zou kunnen verklaren, is zijn analyse in Das Unbehagen in der Kultur (1930). De moderne mens is niet geboren voor het complete geluk, stelt Freud in dit laatste grote werk. Totale verlossing van het lijden is onmogelijk, we zullen altijd zo goed mogelijk moeten dealen met ‘normaal ongeluk’. Ongeluk dat nou eenmaal onvermijdelijk voortkomt uit onze voortgaande socialisatie. De (evolutionaire) noodzaak van samenwerking en onderschikking van het individuele belang, het proces van civilisatie, vereist dat we onze driften zo goed mogelijk reguleren en niet zelden ook onderdrukken (de hoofdtaak van het ‘Ich’.) Met alle onvrede, hunkering en stress die dat met zich meebrengt.

Opvallend genoeg besluit Tallis met een sympathieke les in bescheidenheid (!) die Freud ons ook nalaat. Met ons ‘brein uit de steentijd’, de inzichten dat onze aarde niet het centrum van de kosmos is en dat wij naar dieren en niet naar goden zijn geschapen, moeten we altijd waken voor narcisme. Helemaal nu we ons collectief grote, ernstige problemen (klimaatcrisis, kerndreiging) op de hals hebben gehaald.

Een paar kleine onvolkomenheden daargelaten – zoals Tallis’ halfslachtige poging om nog wat van Freuds ‘doodsdrift’ te maken, en de keuze van de vertaler om titels van Freud in het Engels te laten staan – is er geen enkele reden om te passen voor dit zeer informatieve en voortreffelijk geschreven boek.

Muziek / Album

Vastberadenheid in tijden van tegenspoed

recensie: Undefeated – Frank Turner

Undefeated, de titel van Frank Turners nieuwste album en meteen de belangrijkste boodschap die hij de luisteraar mee wil geven: hoewel ieder mens zich soms verslagen voelt … dit is een tijdelijk gevoel. Uiteindelijk overkom je alle obstakels en ben je, jawel, onverslagen. Een woord dat hij zo belangrijk vond, dat hij het zelfs op zijn rug heeft laten tatoeëren. Twee vliegen in één klap, want dit werd gelijk de albumcover.

Op 3 mei komt rasechte troubadour en singer-songwriter Frank Turner met alweer zijn tiende studioalbum als soloartiest. Undefeated is een plaat die zowel emotioneel meeslepende onderwerpen verkent als lichtere overpeinzingen over de problemen die uiteindelijk allen van ons te wachten staan, van levensveranderende liefde en vervagende vriendschappen tot aanhoudende rugpijn. Geheel zoals zijn fans van hem gewend zijn, bestrijkt dit album een variëteit aan genres, van kleine gitaarliedjes tot grootse punk-stampers.

Identiteitscrisissen en aanhoudende rugproblemen

Zo verkent Turners eigen favoriete nummer ‘Somewhere In Between’ de discrepantie tussen wie je bent versus wie je in je jeugd wilde zijn; het energieke  ‘Letters’ de emoties rondom vervagende vriendschappen; en het pakkende ‘Pandemic PTSD’ de aanhoudende schaduwen die op de maatschappij zijn geworpen door de onrust tijdens de coronaperiode. Er is gelukkig ook ruimte voor iets minder zware onderwerpen, zo gaat het humoristische, Flogging Molly-achtige nummer ‘Nevermind The Back Problems’ over de meer luchtige kwestie van aanhoudende rugpijn als punkfan en brengt het liefdesnummer ‘Girl From The Recordshop’ de luisteraar terug naar punkrock uit de jaren 90.

Met deze variëteit aan onderwerpen en melodieën laat Turner weer zien dat hij ‘genre-fluid’ is: zowel de rustige ballads, als de energieke punknummers en folk meezingers gaan hem goed af. Hoewel energieke meezingers als ‘Do One’ en ‘No Thank You For The Music’ het live waarschijnlijk beter gaan doen, weet Turner juist in de gevoelige nummers als ‘Somewhere in Between’ en ‘Undefeated’ de luisteraar te emotioneren en te raken met zijn beschrijvingen van soms maar al te herkenbare emoties.

Aanvoerder van het album

Met een Engelse en Duitse variant, en een Franse, Spaanse en Italiaanse in de maak, lijkt ‘Do One’ de zelfgekozen aanvoerder van het album. Het eerste nummer op de tracklist, maar het laatste nummer dat geschreven werd, vat de kernboodschap van het album samen. Het geeft woorden aan de onwrikbare vastberadenheid van Turner in tijden van tegenspoed en laat zien hoe geleerde levenslessen hem veerkrachtig hebben gemaakt. Een mooie boodschap, vergezeld van een hoog meezinggehalte en een pakkende en upbeat melodie. Als je het nummer thuis luistert, klinken de terugkerende ‘do do do’s uit het refrein wat cliché, maar live zal dit ongetwijfeld een gezellige meezinger blijken.

Verstoppertje op hoog niveau

Met zoveel upbeat nummers en meezingers is het lastig om te voorspellen welk nummer van Undefeated zich zal ontpoppen als publieksfavoriet. Maar het nummer ‘International Hide And Seek Champions’ is zeker een grote kanshebber. Een puur pop punk lied met pakkende hooks, zonder ingewikkelde boodschap. Gewoon een energiek liefdeslied. Wie de drums op dit nummer hoort, zal lastig stil kunnen blijven staan. Dat zelfs zijn kat nog voorbijkomt in de tekst, maakt het positieve gevoel helemaal af.

Waar Turner met zijn vorige album FTHC terugkeerde naar zijn hardcore roots, voert in Undefeated zijn liefde en talent voor folkmuziek de boventoon. Hoewel de afwisseling tussen hevige punknummers en rustige ballads er soms voor zorgt dat juist die rustige nummers wegvallen in al het gedruis, zijn alle nummers stuk voor stuk van vertrouwde Frank Turner kwaliteit. Hiermee vestigt Undefeated zich als een goede introductie tot Turners muziek, en een fijne voortzetting voor de trouwe fans!

 

Eerder deze maand sprak 8WEEKLY met Turner over ‘Undefeated’. Benieuwd wat de zanger zelf hierover te vertellen heeft? Klik dan hier.

 

Boeken / Fictie

Bittere klucht, komische tragedie: een profetie

recensie: Georgi Gospodinov - Schuilplaats voor andere tijden

De in 2023 met de International Booker Prize bekroonde roman Schuilplaats voor andere tijden van de Bulgaarse auteur Giorgi Gospodinov – verschenen bij uitgeverij Ambo|Anthos in de vertaling van Hellen Kooijman – belicht hoe vervreemding, heimwee, herinnering en verhalen onderling en met de naoorlogse postmoderne maatschappij verweven zijn. Er is – helaas wederom – een groeiend en gevaarlijk nostalgisch verlangen naar een gesublimeerd en geromantiseerd verleden in vele lagen van de Europese bevolking ontstaan.

Seneca cannot be too heavy, nor Plautus too light.

For the law of writ and the liberty,

These are the only men

(Hamlet, Shakespeare)

De klinieken van het verleden

Gaustin, co-protagonist en oude bekende  van de hoofdpersoon, is sinds zijn jeugd geobsedeerd door vroeger tijden. Als Ismael, de schrijver en de ik-figuur uit de roman, hem na jaren weer in Zürich ontmoet, heeft genoemde Gaustin – inmiddels psychiatrisch geriater – de verschillende kamers van zijn kliniek voor dementerenden tot in de fijnste details zo ingericht dat  de patiënten zich kunnen wanen in de omgeving van het decennium van de twintigste eeuw waarin zij mentaal zijn teruggekeerd. Ismael besluit zijn vriend te ondersteunen in dit project. Het ongekende succes van de kliniek leidt ertoe dat ook (schijnbaar) psychisch gezonde mensen in Europa gaan verlangen naar een leven van vroeger en al snel worden er in de verschillende landen van Europa referenda georganiseerd waarin men mag stemmen voor een nationale terugkeer naar een door de meerderheid verkozen tijdperk uit de twintigste eeuw.

De tijd is elders

De roman schakelt afwisselend en meesterlijk tussen lichte,  ironische tonen en rake zwaarmoedige, pessimistische constateringen, tussen verbeelding en realiteit. In een interview in de Italiaanse krant Avvenire zegt Gospodinov dat het heden geen thuis meer voor ons is. Daarom is het verleden een schuilplaats geworden. We zijn als daklozen zonder tijd. Een ander syndroom van deze tijd is volgens de auteur dat we geen verbondenheid meer voelen met ons territorium en onze gemeenschap. Er zijn geen heden en toekomst meer. Deze collectieve ontheemding veroorzaakt een vloedgolf  van hernieuwd nationalisme. Ironie is in zijn visie het perfecte tegengif; dictaturen verdragen geen humor. Misschien is onze weerstand verminderd, onze immuniteit gaan wankelen. We moeten opnieuw gevaccineerd worden met cultuur en rationaliteit. In een veelzeggend kunstproject op een luchthaven liet Gospodinov ooit op de vertrekborden ‘bestemming Future, vertrektijd Cancelled’ verschijnen.

Op een namiddag…

De re-enactment van vroeger tijden is een traject dat naast het analyseren van het begrip tijd tegelijkertijd een reflectie op het cultureel erfgoed, de literatuur, de taal en het genre roman – het vertellen van het gebeurde – teweeg brengt bij Ismael. Vroeger tijden verschuilen zich in zijn Proustiaanse visie in het vermoeide, trage licht van de namiddag en in geuren. De zintuiglijke ervaringen van het zien, ruiken en horen uit een specifiek tijdperk moeten zich – voor een goede reconstructie – mengen met verhalen. Dat vertellen is een onontkoombaar proces van ‘mixing memory and desire’ (The Waste Land, T.S. Elliot). Onze beelden van vroeger tijden zijn als gekleurde maar ook vervaagde polaroids. Het heden vertoont zich slechts in zwart-wit aan de dementerenden, een treffend beeld voor de toenemende polarisatie in de huidige tijd.

Het ingenieuze verhaal en meesterwerk Schuilplaats voor andere tijden blijkt een geraffineerd middel – en een waarschuwing – om te reflecteren op het cultureel historisch moment waarin het Europese continent zich heden bevindt, op de trauma’s, ongeneeslijke wonden en rampzalige ideologieën van de twintigste eeuw, op de ambiguïteit van herinneren en vergeten.

Film / Serie

Een wervelwind van leugens en verlangen

recensie: Tell Me Lies - Meaghan Oppenheimer
Tell me LiesJosh Stringer/ HULU - © 2022 Hulu

In de schaduw van een kleurrijke universiteitscampus ontvouwt zich een verhaal vol bedrog en verlangen. De serie Tell Me Lies trekt je mee in een beklemmende draaikolk van emoties. We zien de levens van Lucy Albright (Grace Van Patten) en Stephen DeMarco (Jackson White) verstrikt raken in een destructieve relatie.

Leugens en manipulatie bepalen het gedrag van twee jonge zielen die tot elkaar worden aangetrokken als motten door een vlam. Achter hun charmante façades schuilen namelijk duistere geheimen. De serie heeft er wel een handje van om wat dingen te kopiëren van andere series. Gooi flashbacks, ‘toxic love’ en een tragische dood in een glas en je hebt een mooie cocktail van Pretty Little Liars en Riverdale. Lukt het Tell Me Lies om toch verfrissend te blijven?

Een giftige dans

Lucy, een nieuwe universiteitsstudente, ontmoet Stephen op een feestje. Haar nieuwe studievriendinnen waarschuwen haar voor hem, maar de aantrekkingskracht is onweerstaanbaar. Hun liefdesverhaal ontvouwt zich als een giftige dans, waarin leugens en verlangen met elkaar verstrengeld raken. De complexiteit van hun relatie wordt versterkt door geheimen en een tragische dood op de campus. De liefde die ze delen is als een vuur dat hen verteert, terwijl ze zich vastklampen aan de illusie van het ‘samen gelukkig zijn’.

De verborgen complexiteit van de personages

Stephen vertoont eigenschappen van narcisme en sociopathie. Hij ziet de medemens voornamelijk als middel om zijn eigen doelen te bereiken en toont geen berouw. Zijn manipulatieve intelligentie en charmante voorkomen zet hij in om anderen te beïnvloeden. Zo ook bij Lucy. Ondanks de manipulatieve trekjes van Stephen, is het moeilijk om medelijden te hebben met Lucy. Ze is egoïstisch en haar gedrag is soms zelfs vergelijkbaar met dat van Stephen. Lucy laat weinig empathie zien, maar handelt juist heel berekenend. Hierdoor is het moeilijk om met haar mee te leven. Als kijker voel je weerzin tegen de personages, wat betekent dat de acteurs hun werk goed doen.

De serie schuwt niet om de complexiteit van de menselijke psyche te verkennen. We maken namelijk ook kennis met Stephens alleenstaande moeder Norah (Katey Sagal). Norah blijkt te kampen met een zogeheten histrionische persoonlijkheidsstoornis. Ze moet en zal altijd in het middelpunt van de aandacht staan. Tijdens aflevering vijf, waarin je de interactie tussen Stephen en Norah ziet, wordt daarom al snel duidelijk waarom Stephen is zoals hij is. Sagal, bekend van shows als Married with Children en Sons of Anarchy, zet een indrukwekkende prestatie neer als Norah. En het feit dat ze in het echte leven de moeder is van White, die Stephen speelt, voegt een extra laag van betrokkenheid toe. Als kijker voel je de emotionele klik tussen hen. Alsof je door het scherm heen hun gedeelde geschiedenis kunt aanraken.

Montage en lichtspel in harmonie

De serie wordt verteld in twee parallelle tijdlijnen, waarbij de kijker zowel de passionele opwinding van de beginnende romance tussen Lucy en Stephen ziet, als de verwoestende gevolgen van hun destructieve relatie. De montage bepaalt het ritme en de flow van de afleveringen. Snelle cuts en naadloze overgangen dragen bij aan de dynamiek van het verhaal, waardoor de kijker wordt meegenomen in een meeslepende ervaring. Ook speelt de belichting een cruciale rol bij het creëren van de sfeer. Variërend van zacht, diffuus licht voor intieme momenten tot scherpere, contrastrijke belichting voor dramatische scènes, voegt het spel met licht en schaduw diepte toe aan de visuele ervaring.

Met een boeiende vertelstructuur die heen en weer beweegt tussen hun ontluikende romance en de verwoestende nasleep, biedt Tell Me Lies een fascinerende blik op de complexiteit van menselijke relaties. Toch zal je je als kijker niet aan de indruk kunnen onttrekken dat Tell Me Lies soms voelt als een aftreksel van series als Pretty Little Liars en Riverdale. Desondanks is het voor liefhebbers van mysterie en intriges nog steeds een plezierige serie om te bingewatchen.

Theater / Interview
special: Interview met Emma Buysse over 'Brown Sugar Baby'

‘Poppie wordt veel bekeken maar nooit echt gezien’

Zes jaar geleden kruiste mijn pad dat van Emma tijdens een theateravond in de studentenbioscoop Studio/K. Destijds speelde ze voor een klein publiek, met het geroezemoes van het café als achtergrondruis. Afgelopen zaterdag zag ik haar opnieuw spelen, ditmaal op het podium van de grote zaal van De Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Als Poppie, de jongste van drie zingende zussen in een Indische jazzband, schittert ze in de nieuwe voorstelling van Het Nationale Theater, Brown Sugar Baby. Na de première spreek ik haar in De Balie, waar we er meteen achter komen dat we even oud zijn en beiden een gemberthee bestellen.

Hoe is de première gegaan?

‘Haha, heb je gezien hoe ik in het begin struikelde? Ik liep het podium op vanuit de zaal en struikelde over een blindengeleidehond die in het gangpad lag! Mijn entree was dus wat rommelig, maar gelukkig kwam ik na enkele scènes goed in mijn rol. Na de voorstelling stonden we met z’n allen te stuiteren in de coulissen en keken elkaar aan: ”Zullen we nog een keer opgaan?” Het applaus bleef maar doorgaan; dat geeft echt een kick. De première was een feestelijk moment.’

Je straalt zelfverzekerdheid uit op het podium. Ben je altijd al zelfverzekerd geweest in je werk?

‘Ik had zeker niet met deze rol moeten beginnen, dan had ik wel echt in mijn broek gescheten – haha. Mijn rollen zijn de afgelopen jaren goed opgebouwd en in wat kleinere rollen heb ik de kat uit de boom kunnen kijken. Sinds anderhalf jaar ben ik nu vast lid van het ensemble van Het Nationale Theater maar daarvoor liep ik er stage, toen vond ik het allemaal super spannend. Als ik terugdenk aan toen, realiseer ik me dat ik in die begintijd mijn mening niet altijd durfde te geven in de repetities over hoe ik mijn rollen wilde spelen. Dan dacht ik vaak, ik slik het toch maar even in. Door het vertrouwen dat ik kreeg bij Het Nationale Theater en omdat ik me meteen thuis voelde is mijn zelfverzekerdheid gegroeid. Die verandering heeft overigens vooral in mijzelf plaatsgevonden. Ik begin steeds meer te voelen dat het niet per ongeluk is dat ik hier beland ben.’

Waar gaat Brown Sugar Baby over?

‘De voorstelling, geschreven en geregisseerd door Eric De Vroedt, is geïnspireerd op de jazzbands van zijn eigen grootvader uit Nederlands-Indië in de jaren ’30. Het stuk belicht de muzikale erfenis, maar raakt ook aan thema’s als racisme en de hiërarchische verhoudingen in Nederlands-Indië. Daarnaast gaat het over hoe mannen met vrouwen omgingen – en nog steeds omgaan. Wat ik mooi vind aan de voorstelling is dat er een parallel te vinden is tussen de toe-eigening van het land en de toe-eigening van het vrouwelijk lichaam.’

De cast bestaat uit Indische acteurs en niet-Indische acteurs. Heeft dit invloed gehad op het repetitieproces?

‘Tijdens een van de eerste repetities vroeg een collega-acteur aan Eric: “Wat vind je ervan dat ik dit verhaal vertel, terwijl ik zelf niet Indisch ben?” Hij antwoordde toen dat hij dat juist als een kracht ziet, om met verschillende mensen dit verhaal te vertellen, dat het daardoor een breder draagvlak kan krijgen. Acteurs Esther Scheldwacht en Roben Mitchell, beiden met Indische achtergrond net als Eric, konden ons tijdens het maakproces vertellen over de details en dynamieken uit hun eigen families. Ik speel bijvoorbeeld een emotionele scène waarin ik mijn moeder (gespeeld door Esther) confronteer en middenin die scène komen er twee andere mensen op. Esther vroeg toen: “Hoe gaan we dat doen, want bij mij thuis zou dit emotionele gesprek nooit voortgezet worden waar andere mensen bij zijn.” Dat ik in die scène meteen wegloop en Esther mij een soort van wegduwt, komt voort uit dit soort gedachtewisselingen.’

Brown Sugar Baby is gebaseerd op de familiegeschiedenis van Eric De Vroedt. Hoe voelt het om te werken aan zo’n persoonlijk verhaal?

In het begin voelde ik  heel erg dat het een persoonlijk verhaal is. Eric deelde familiefoto’s met ons en vertelde veel waardoor we het engagement en de urgentie van het verhaal sterk voelden. Eric heeft echter zijn opa nooit gekend, daarom konden we als acteurs de personages wel deels zelf vormgeven. Dit verschilt bijvoorbeeld van het spelen van een rol waarmee de regisseur persoonlijke banden heeft en kan zeggen: “Mijn moeder zou dat nooit zo doen.”‘

Poppie zingt in de voorstelling in een band, ging het zingen je makkelijk af?

‘Eric wist al dat ik in de voorstelling zou gaan spelen. Ik verdenk hem ervan dat hij me daarom een zangeres heeft laten spelen die niet altijd zuiver zingt – haha. Maar hoe vaak krijg je de kans om op een podium met een liveband te staan? Dat is echt te gek! Ik zou mezelf niet direct aanbieden als zangeres, zeker niet voor close harmony zoals in deze voorstelling wordt gezongen. Gelukkig heb ik veel kunnen leren van onze zangcoach en ook van actrice June, door hen zit het nu wel goed met de zang. Toch is het spannend, mijn grootste angst is dat ik vals zing voor een volle zaal en voor al die professionele muzikanten …’

Wat maakt Poppie als personage interessant voor jou om te spelen?

‘Poppie is een gelaagd personage met een bepaalde grilligheid in haar doen en laten. Die grilligheid komt voort uit haar verleden waarover jarenlang werd gezwegen. De voorstelling speelt zich af gedurende één avond, die dag heeft Poppie besloten dat het genoeg is geweest en dat haar lang verzwegen geheim aan het licht moet komen. Op die grilligheid ga ik als actrice aan. Dat je om haar kan lachen, maar dat je als kijker ook voelt dat er wat donkers achter het masker schuilgaat. Heb je de serie Bodem gezien? Daar vind ik die grilligheid ook mooi zichtbaar. Eerst kan je hard om de hoofdpersoon lachen maar naderhand huil je mee met haar pijn. Ik hou van die dramaturgische lijn: hahahahaha,  au!’

Hoe uit die grilligheid zich en hoe maak jij je die grilligheid eigen?

‘Poppie wil gezien worden, daarom zet ze steeds maskers op, daagt uit, poseert en verleidt. Ze overschreeuwt zichzelf best wel. Het is tragisch dat ze veel wordt bekeken door haar vader en door een van de bandleden maar nooit echt wordt gezien. “Die ogen”, zegt Poppie herhaaldelijk in de voorstelling. Ze kan niet met en niet zonder de blik van anderen. Bij het repeteren van een rol start ik altijd vanuit de tekst. Heel inhoudelijk bedenk ik dan hoe de tekst uitgesproken moet worden en met welke intentie. In het begin kreeg ik echt hoofdpijn van het repeteren van Poppies teksten. Het ene woord is blij en het andere woord al niet meer. Ik moest enorm veel schakelen. Eigenlijk speelt ze de hele tijd verschillende rollen. Inmiddels zit die dynamiek in mijn lijf. Dat proces van het je eigen maken vind ik een van de coolste dingen aan mijn werk. Als het lukt om die grilligheid ook nog over te brengen, kan het echt iets teweegbrengen bij het publiek. Zo kwam er na de tweede voorstelling een vrouw naar me toe die met jonge vrouwen werkt die seksueel misbruik hebben meegemaakt. Ze was geraakt door Poppie omdat ze het gedrag van de jonge vrouwen in haar herkende. Ze herkende het contrast tussen de hunkering naar liefde en het onvermogen deze te kunnen ontvangen. Tussen bekeken worden maar niet worden gezien.’

Ben jij zelf bezig met de blikken van anderen?

‘Ik was me daar nog niet heel erg van bewust. Na een try-out kwam er toevallig iemand van de crew naar me toe en zij zei dat ze twee mannen in het publiek had horen praten. Steeds als ik opkwam hadden ze bewonderende woorden gezegd: “zo zo” en “toe maar”. Die opmerkingen zetten me wel even aan het denken. Hoe ziet het publiek mij? Hoe zien mannen mij? Poppie is naar mijn idee veel meer dan een lustobject of gek meisje dat continu met haar seksualiteit speelt. Nee dacht ik, dat moet het absoluut niet zijn! Maar ja, het is een dunne lijn. Ik kan natuurlijk niet controleren hoe anderen mij zien. Het is hoe het is.’

Stop jij iets van jezelf in Poppies emoties?

© Bart Grietens

‘Als Poppie moet ik grote emoties overbrengen dus natuurlijk heb ik uit mijn eigen gevoelens geput. Ik denk bijvoorbeeld dat iedere vrouw het gevoel van intimidatie wel kent, al is het alleen al de angst ervoor. Toch is het niet zo dat ik alles zelf doorvoel van wat ik speel. Poppie heeft bijvoorbeeld een moeilijke  band met haar moeder. In het repetitieproces vroeg Eric me: “Wat zou je tegen je eigen moeder zeggen als ze hier nu zou zitten?” Toen heb ik gezegd dat ik een hele goede band met mijn eigen moeder heb! Inspiratie zit hem voor mij dan niet in de band met mijn eigen moeder maar meer in een algemener gevoel van niet gezien worden en waar ik dat ik mijn lijf voel. Op toneel beleef ik eigenlijk grotere emoties dan in mijn eigen leven als ik er nu zo over nadenk – haha. Ik huil meer op de vloer dan in het echt.’

Zijn er dingen die je actief moet laten voor je werk?

‘Ik voel altijd grote verantwoordelijkheid moet ik zeggen, een voorbeeld daarvan is dat ik weinig alcohol drink. Je kent toch wel die kater waarin je denkt: jij kan niks? Jij bent lelijk. En met dat gevoel dan een podium op moeten, nee dank je! Ik dronk nooit echt veel hoor, ook hiervoor niet. Maar ik probeer wel echt goed voor mezelf te zorgen omdat ik wil vermijden dat ik met een kutgevoel het podium op moet. Het is echt niet fijn om in de schijnwerpers te staan als je je niet chill voelt over jezelf. Daar staan is al kwetsbaar genoeg. Ik ben mijn mentale gezondheid serieuzer gaan nemen want ik vind mijn werk echt het allerleukste wat er is.’

Kan je iets vertellen over het repetitieproces?

Wat ik cool vind aan hoe we Brown Sugar Baby hebben gemaakt, is dat Eric vaak werkt met improvisatie. Hij zegt dan bijvoorbeeld: “Stel je voor dat deze scène zich hier en nu afspeelt. Stel je voor, we zijn aan het repeteren en twee acteurs komen te laat. Hoe reageer je dan?” Uit dat soort improvisaties komen goede dingen, vooral qua toon, omdat het dan even heel actueel voelt. Aan het einde werkten we zelfs met familieopstellingen. We plaatsten Poppie en haar zussen in de ruimte om hun onderlinge dynamiek te verkennen. Op deze manier repeteren was nieuw voor mij, maar er is goed materiaal uit voortgekomen.’

Als je emotionele scènes speelt, raakt het je dan echt of is dat techniek?

‘Voor de intieme scènes werkte ik samen met een intimiteitscoach. Die zei tijdens de repetitie “Je lichaam weet niet dat je een acteur bent.” Eerst dacht ik: volgens mij heb ik geen intieme scènes die mijn lichaam danig in de war brengen. Wel heb ik scènes waarin ik sta te huilen en schreeuwen. Het liefst hoop ik dat emotie me in die scènes een beetje overkomt, omdat ik het zo waarachtig mogelijk wil overbrengen. Ik word ook vaak geraakt omdat iets plotseling binnenkomt, omdat ik het nog niet zo goed ken. Maar na zo’n repetitiedag ben ik dan wel echt kapot. Ik was bang dat ik me niet elke voorstelling kan laten raken door het verhaal. Eric zei daarover tegen me: “Je hebt genoeg techniek om die waarachtigheid over te brengen zonder dat jij het echt hoeft te voelen, avond na avond”. Dus op die techniek vertrouw ik. Bij de première ontroerde het me overigens wel echt. Daarna voel ik dat dan een tijdje nasudderen in mijn lichaam. Oh ja, dacht ik naderhand, ik snap nu wat de intimiteitscoach bedoelde met die zin: mijn lichaam weet niet dat ik een acteur ben.’

 

‘Brown Sugar Baby’ is nog te zien tot en met 4 juni 2024, zie voor meer informatie de speellijst

Trigger warnings: deze voorstelling bevat een verhaallijn over seksueel misbruik, en er wordt gebruik gemaakt van stroboscopische lichteffecten

Boeken / Non-fictie

Klimatologie voor hoogopgeleiden

recensie: Het Klimaatboek – Een initiatief van Greta Thunberg
Klimatologie voor hoogopgeleidenUnsplash

Hoe leg je in begrijpelijke taal aan een leek uit hoe de klimaatverandering ons allen raakt? Die missie lijkt onmogelijk. De Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg doet een poging met Het Klimaatboek: een verzameling van wetenschappelijke teksten over de impact van klimaatverandering. Van verdwijnende oerwouden tot aan de kosten van ons eigen consumentisme: geen thema blijft onbenoemd. Er resteert alleen één kanttekening: het is lastig om zo’n groot wereldprobleem in alledaagse woorden uit te drukken.

Wie klimaat zegt, zegt Greta

Greta Thunberg weet al lang hoezeer de klimaatproblematiek haar wissel trekt op het leven van alledag. Ze maakt het tot haar persoonlijke levensdoel om de opwarming van de aarde terug te dringen en dat leidt ertoe dat ze regelmatig in de clinch ligt met de grote ‘boosdoeners’ van de fossiele industrie. In de documentaire I am Greta is te zien hoe de destijds vijftienjarige Zweedse tiener zichzelf op een zonnige dag in augustus 2008 neerplant voor het Zweedse parlement. Naar school gaan, doet ze niet meer. Eerst het klimaatprobleem aanpakken.

Wie over klimaatverandering spreekt, heeft het over Thunberg. De nu negentienjarige heeft al veel bereikt: ze tikte de VN-top op 23 september 2019 op zijn vingers tijdens een toespraak, ontmoette wereldleiders (en las hen dan meteen ook even de les over het niet nakomen van afspraken van voorgaande edities van de klimaattop) en hield op talloze plekken speeches die gebundeld zijn in Niemand is te klein om het verschil te maken (2019). In haar felle woorden is de emotie duidelijk hoorbaar: ‘Jullie hebben mij mijn dromen en mijn kindertijd ontnomen met jullie lege woorden. En dan ben ik nog een van de gelukkigen. Er zijn mensen die afzien en er zijn mensen die sterven. Hoe durven jullie?’  Iets waarmee het andere kamp, klimaatontkenners zoals Donald Trump, de draak steken op X (voorheen Twitter). In tijden van opwarming van de aarde laat dít Thunberg echter koud; ze heeft genoeg artillerie aan weerwoorden om zelfs de grootste wereldleiders het zwijgen op te leggen.

Taaie theorie

Het moge duidelijk zijn dat Thunberg voor de ene helft van de wereldbevolking een ware heldin is en voor de andere helft een ongewenste onruststoker. De vraag is of ze met dit nieuwe boek de laatstgenoemden kan overtuigen van haar ongelijk, namelijk dat klimaatverandering ten eerste een werkelijk bestaand probleem is en ten tweede, dat het een probleem is dat ons allemaal aangaat (wat ons ook belast met een taak om hier iets aan te gaan doen). De wetenschappers die Thunberg aan het woord laat, smijten echter met zoveel dure termen dat het pijnlijk duidelijk wordt dat dit boek een hoogopgeleid publiek dient. En laat dit nou net de mensen zijn die zich vaak al iets aantrekken van de klimaatverandering.

Klimaatdepressie gegarandeerd

Opmerkelijk is dat Thunberg zo bekend is geworden terwijl ze in principe haar kennis ‘leent’ van de echte klimatologen, waarvan slechts enkele namen een belletje doen rinkelen. Denk aan namen als die van Margaret Atwood, de schrijfster van o.a. The Handmaid’s Tale, die je in eerste instantie niet zou koppelen aan de klimaatverandering.

Thunberg is behept met een vlotte schrijfstijl, maar sommige bijdragen zijn werkelijk zo saai, dat de gedachte ‘Ach, dan sla ik dit gedeelte van de wereldellende maar even over’, op de loer ligt. Bovendien is het lastig om goede moed te houden; het boek voedt mensen die kampen met een klimaatdepressie. Keer op keer wordt er namelijk één ding keihard bevestigd: we zijn eigenlijk al behoorlijk f*cked. Voor mensen die na het lezen van Het Klimaatboek het huilen nader staat dan het lachen: pak vooral door met het boek Niet het einde van de wereld (2024) van Hannah Ritchie. Deze auteur gaat namelijk in op positieve trends: de verbetering van de ozonlaag, de afname van luchtverontreiniging in steden en de vermindering van de uitstoot van auto’s.

De materie van Het Klimaatboek is, kortom, nogal taai. Wie nog nooit gehoord heeft van het woord ‘emissie’ zal het allemaal snel boven de pet gaan. Echt beklijven doen de ingewikkelde berekeningen en grafische modellen niet. Wat wel werkt zijn de pakkende vergelijkingen. Neem bijvoorbeeld de verwachte zeespiegelstijging die wordt vergeleken met een gebouw van zo’n twintig verdiepingen. Dit is een voorstelling die telkens opnieuw voor je geestesoog verschijnt.

Genoeg ruimte voor gefilosofeer

Het zijn de intermezzo’s van Thunberg die nog nasuizen in je oren. Achttien stuks in totaal. Zoals ze ook doet in haar speeches, weet ze hier doel te treffen met haar woorden. Haar ethische vraagstukken maken duidelijk dat we hier te maken hebben met een realist die iedereen aan haar kant wil krijgen: ‘Berust onze samenleving al vanaf het begin – tienduizenden jaren voor de industriële revolutie – op een wankel fundament? Zijn we als soort te succesvol? Te superieur voor ons eigen bestwil? Of kunnen we veranderen? Kunnen we onze kennis, vaardigheden en technologie inzetten om een cultuuromslag teweeg te brengen en zo op tijd de ecologische en klimatologische ramp afwenden? Het is wel duidelijk dat we dat zouden kunnen. Maar of we dit ook zullen doen, is geheel aan ons’.

Voor iedereen die het lastig vindt om alle informatie op te slaan maar toch een poging wil doen om zijn of haar ecologische voetafdruk te laten slinken, staat er aan het einde van het boek gelukkig een lijstje met adviezen. Er wordt een beroep gedaan op ons individuele handelen, maar ook onze gezamenlijke belangen worden in kaart gebracht. De allerrijksten onder ons worden nog eens extra aangesproken: die hebben namelijk nog meer middelen die ze kunnen inzetten.

Hoe roept liefde jou op?

Het is de vraag hoeveel mensen het boek echt uit zullen lezen en daardoor zullen weten hoe alomvattend het klimaatprobleem nu daadwerkelijk is. Hoe dan ook, het is ook goed als de lezer maar een beetje van dit boek opsteekt en doordrongen raakt van de leuzen waar menig protestbord mee volgekalkt is tijdens klimaatmarsen. En om af te sluiten met een positieve noot: Robin Wall Kimmerer, hoogleraar milieubiologie aan de State University of New York en oprichter en directeur van het Center for Native Peoples and the Environment, hamert erop dat we onze relatie met de aarde herstellen en stelt de lezer de volgende vraag: ‘Hoe roept liefde jou op?’ Met andere woorden: ‘Waarvan hou je te veel om het te verliezen?’ Houd datgene in je achterhoofd en spring op de bres voor een leefbaar klimaat voor de volgende generaties.