Muziek / Achtergrond
special: The Music In My Head, 11 en 12 juni in Den Haag

Combinatie van muziekhistorie en waan van de dag

.

The Stands

Maar er was meer dan Polly Jean alleen. Met name vrijdag de elfde was het programma echt adembenemend. Om zo meteen een sprongetje te maken naar de prachtige songwriter Adem (Ilhan), die verassend genoeg zijn opwachting maakte vergezeld door een gehele band, inclusief orgel. De nummers van zijn eerder dit jaar verschenen akoestische plaat Homesongs kregen hierdoor nog meer waarde. Iemand liet een speld vallen en het publiek begon te sissen. Zoiets moois verstoor je niet, bijna magisch. Tegelijkertijd speelden The Stands, die leuke Britse band rondom zanger Howie Payne. Ook zij deden goed hun best maar moesten, net als het publiek, nog even opwarmen. Toen de heren eenmaal op stoom waren, vloog de ene na de andere prachtsong van het debuut All Years Leaving om je oren. Een beetje Beatles, wat Byrds, een vleugje Dylan en klaar is Howie. Een degelijk optreden van deze talenten, met een groots gevoel voor nostalgie.

Maurits en Jim

Gem

Ook Gem deed het goed in de leuk aangeklede foyer van het Theater aan het Spui. De band bracht vorige maand het debuut Tell Me What’s New uit. Een plaat waarmee zij alle Nederlandse (en inmiddels ook buitenlandse) ogen op zich richtten. De jongens van Gem weten heel goed waar zij hun inspiratie vandaan halen. Vandaar die knipoog naar the Beatles’ Sgt. Pepper in twee van hun outfits. Zanger Maurits Westerik weet echter alle verdenkingen van zich af te schudden met een vlammende podiumpresentatie. Die man staat geen seconde stil en weet hoe je het publiek moet bespelen. Misschien hier en daar wat geposeerd, maar muzikaal is er niets op aan te merken. Gem smeekt om een groter podium. Misschien in augustus.

De verassing van de avond was Jim White, aangezien ondergetekende, waarschijnlijk zwaar onterecht, nog nooit van dit gitaarspelende ex-fotomodel had gehoord. ‘Alternatieve country’ noemt het programmaboekje het. Broeierig, bloedmooi, met humor en een traan en een mooie sobere stem aangevuld met de kleurrijke stem van de toetseniste. Wat je vaak ziet bij mensen die vrij sombere muziek maken is dat ze tussendoor erg grappig zijn. Zo ook Jim White, die er maar niet bij kon dat een Nederlands monster hetzelfde is als een sample en dus niet altijd slaat op een personage als Grover of Koekiemonster. Zijn laatste plaat heet Drill A Hole In The Substrate And Tell Me What You See. Bent u te vinden voor een date in de platenzaak?

Ane, Mark en Polly Jean

PJ Harvey

De Noorse songwriter Ane Brun klonk overtuigend, net als op haar plaat Spending Time With Morgan (Morgan is de naam van haar gitaar). Ook hier is het verhaal van de speld van toepassing. Dat gold iets minder voor Sun Kil Moon, de band rond Mark Kozelek. Mooi, maar een beetje belegen. Vooral door die enorme galm in de stem klonk dit allemaal wat artificieel. Alvast klaar gaan staan voor PJ Harvey dan maar, want het was duidelijk dat een groot deel van het publiek voor deze in de jaren negentig bekend geworden kleine ‘grande dame’ van de rock ’n roll was gekomen. In een gele jurk en knalroze pumps speelde zij een carrière-omvattende en vrij harde set. Met nummers van haar nieuwste plaat Uh Huh Her, maar ook oude songs waaronder haar grote hit Down By The Water. Polly Jean heeft alles in huis om een fantastisch optreden weg te geven: de nummers, de band (te gekke energieke gitarist/percussionist) en natuurlijk haar eigen verschijning. Toch was dit optreden niet echt briljant. Heel erg goed, maar niet met dat laatste schepje dat het verschil maakt tussen erg goed en legendarisch.

Tom, Nic en Leila

Dag twee. Op papier aanzienlijk minder hip dan dag één, maar toch met grote namen uit het verleden als Roger McGuinn en Television. Die laatste band trapte af en deed dat niet bijster goed. Muzikaal zijn die lui nog wel sterk, maar van enige passie was weinig tot niets te bespeuren. De legendarische plaat Marquee Moon kwam volop aan bod, en nummers als Venus en See No Evil deden het vrij goed bij het toegewijde publiek dat stilletjes talrijker werd, maar ik ontkom niet aan het idee dat Tom Verlaine en de zijnen eigenlijk gewoon wat geld nodig hebben en profiteren van het reünieklimaat dat tegenwoordig heerst. Maar goed, het avondje rockhistorie was ingeluid, want deze zaterdag kende veelal artiesten die of hun sporen al verdiend hadden of artiesten die in die welverdiende sporen traden. Onder het motto: retro rules!

The Duke Spirit is zo’n band die het moet hebben van het verleden met referenties aan Velvet Underground en Blondie. Die laatste mede doordat zangeres Leila Moss wel iets wegheeft van een kruising tussen Debbie Harry en Nico. Klonk goed, die band. Nog een artiest die in de voetsporen treedt van The Beatles en The Byrds is Nic Armstrong. Een man die er uitziet alsof hij uit de jaren zestig is weggelopen en bovenal ook nog eens zo klinkt. Laat ik het zo zeggen: retro is prima, maar dit gaat mij net ietsje te ver. We spreken hier Beatles oude stijl, dus voor Rubber Soul en misschien nog wel voor A Hard Day’s Night en niet van dezelfde kwaliteit.

Roger, Sarah en de Britse beloften

Roger McGuinn

Sowieso moest hij het afleggen tegen een van zijn grote voorbeelden. Roger McGuinn zong in een bandje genaamd The Byrds en is een van de groten in de muziekhistorie en dat weet hij zelf ook wel. Gelukkig wist hij daar op een zeer nederige manier gebruik van te maken. Alleen met zijn gitaar zat hij daar op het podium oude klassiekers te spelen, allemaal voorzien van een kleine anecdote over Joni Mitchell, Peter Fonda, Bob Dylan of David Crosby. Ik kreeg kippenvel bij het zien van zoveel blijdschap voor het podium, waar de mensen die al in geen jaren meer een concert hadden bezocht keihard meezongen met Mr. Tambourine Man. En ik moet zeggen dat ik zelf ook Turn, Turn, Turn wel eventjes meeneuride. McGuinn is in al zijn bescheidenheid nog steeds een goed zanger en een topentertainer. Leuk om zo’n man nog eens te zien.

Als ik een band mag tippen voor een volgende Britse/Schotse hype dan is dat Dogs Die In Hot Cars. Een groep met een overtuigende podiumpresentatie en muziek die aansluit bij Franz Ferdinand en gezamenlijke invloedbron Talking Heads (Television, Blondie, Talking Heads – we blijven wel in die Amerikaanse new wave hangen deze avond). Hier gaan wij nog veel meer van horen, wat ik je brom. Net als van Belasco trouwens. Deze eveneens Britse band lijkt aanvankelijk wel heel erg op Muse in combinatie met Suede. Na een paar nummers komt echter het eigen geluid naar voren, dat eigenlijk steeds sterker wordt.

Sarah Bettens

Sarah Bettens had de eer het hoofdpodium af te sluiten. Television, Roger McGuinn: een aardig voorprogramma dacht ik zo. Bettens bracht onlangs haar eerste solo-EP uit en staat op promo-materiaal met een akoestische gitaar afgebeeld. Tot onze verbazing bracht zij een hele band mee. Wat voegt Sarah Bettens solo dan toe aan K’s Choice? Niet zoveel ben ik bang. Met zes nummers op een EP en een uur en een kwartier speeltijd kun je ook niet anders dan veel K’s Choice spelen. Met veel succes, maar niet altijd even enerverend. Maar Sarah blijft een lieverd als je haar op een podium ziet.

Resumé

Een eerste dag met veel nieuwe hippe namen en een tweede dag met wat meer oud werk en nieuwe bands die het moeten hebben van dat oude werk. Television als grote tegenvaller en Jim White, Gem, Adem, Roger McGuinn, Dogs Die In Hot Cars en PJ Harvey als hoogtepunten. Weegt u het zelf maar af.