Film / Films

Bloedrode nachtmerrie

recensie: Calvaire

De Waalse horrorfilm Calvaire komt onverwacht hard aan. De eenvoudige helletocht van een schlagerzanger die een verkeerde afslag neemt, wordt dankzij een ijzersterke regie en een welhaast nihilistisch uitgangspunt een overrompelend, luguber staaltje exploitatiecinema.

~

Marc Stevens, een entertainer die in kostuum oubollige liedjes zingt, trekt in zijn eentje een busje rond om optredens te geven. Na een geslaagd concert raakt hij ’s nachts in de stromende regen de weg kwijt en strandt hij met zijn wagen ergens op een bosweggetje. Voordat hij het weet heeft de hele plaatselijke bevolking het op de arme zanger gemunt, en wordt hij in een gruwelijk inferno gestort waarin hij voor een verdwenen vrouw wordt aangezien.

Komedie

~

Calvaire is geen typische horrorfilm waarin een held zich weet te verweren tegen zijn vijanden en gesterkt uit de strijd komt. De hulpeloze Marc weet eenvoudigweg niet wat hem overkomt en geeft niet veel meer verweer dan huilende smeekbedes en wanhopige vluchtpogingen. Regisseur Du Welz laat zich voor dit regiedebuut meer inspireren door jaren 70-klassiekers als Deliverance en met name expliciet The Texas Chain Saw Massacre dan door moderne horrorvertellingen. Dat levert een overtuigend nare film op, die tot aan het einde intens en meedogenloos blijft. Du Welz wekt bijna een realistische sfeer op, maar hoedt er wel voor zijn film al te serieus te nemen. Het verhaal kent namelijk ook veel bizarre humor en is ook een inktzwarte komedie over miskende liefde. Marc wordt met zijn schlagers in het begin ongewild geadoreerd wordt oudere vrouwen, en krijgt vervolgens te kampen met gestoorde mannen die ook naar zijn liefde hunkeren. Wie Calvaire echter als komedie of tragedie wil interpreteren, moet wel langs een hoeveelheid wreedheden heen kunnen kijken die de film eerder een nihilistische lading geven.

Dans der dwazen

De waanzin van deze simpele vertelling komt tot zijn hoogtepunt in twee onvergetelijke scènes, beide instant klassiekers. Als een van de angstaanjagend achterlijke dorpelingen in een kroeg een cacofonisch pianostuk begint te spelen, gaat de rest een aandoenlijke maar huiveringwekkende dans der dwazen aan. De tweede scène is een magnifiek topshot van de climax van de strijd tussen Marc, zijn herbergier en de dorpelingen. De camera beweegt zich vloeiend boven het afgrijselijke tafereel, bijna een tot leven gekomen schilderij van Hieronymus Bosch, onder luid gekrijs van een speenvarken. De schitterende scène is bloedrood en aardedonker gekleurd, en je waant je even terug in Gaspar Noé’s Irréversible, waarvoor ook cameraman Benoît Debie verantwoordelijk was. Calvaire is een van de meest beklemmende en doeltreffende horrorfilms van de afgelopen jaren, een nachtmerrie die nog lang in het hoofd van de kijker blijft rondspoken.

Lees ook ons interview met regisseur Fabrice du Welz.