Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Vrouwkje Tuinman over 'Grote acht'

Cirkelen rond een kern

.

~

In Grote acht krijgt de lezer in korte hoofdstukken vanuit het perspectief van de hoofdpersoon een inkijk in haar leven. Het meisje kent een problematische jeugd; haar ouders zijn gescheiden en haar vader is een moeilijke man. Elk weekeinde gaat ze naar hem toe, trotseert ze de viezigheid en zijn vreemde aanvallen. Mensen denken vaak dat haar vader haar opa is, want hij is een stuk ouder. Bovendien is hij niet helemaal gezond. Het meisje wordt heen en weer geslingerd tussen de loyaliteit die ze voelt voor haar vader en zijn afwijkende gedrag. Tuinman bundelt in deze roman enkele korte verhalen die eerder in tijdschriften verschenen: “Ik dacht eerst aan een verhalenbundel met een bepaalde samenhang, maar na een paar stukken leek het me toch interessanter om er een roman van te maken. De rode draad bleek dikker te zijn dan ik had verwacht.”

Poëzie versus proza

In poëtische en gecomprimeerde taal beschrijft Tuinman het binnenleven van de hoofdpersoon. Haar worsteling om een goede dochter te zijn voor haar vader die af en toe het kind lijkt, speelt daarbij een grote rol. De roman is fragmentarisch opgebouwd. Zo wordt het verhaal niet chronologisch verteld en verraden korte stukjes tekst tussen de hoofdstukken belangrijke gebeurtenissen. In die zin lijkt de roman op een groot gedicht. Tuinman beaamt dat. “Ik vind zelf het verschil tussen een gedicht en een roman niet zo vreselijk groot. Bij proza kijkt iedereen naar het verhaal, terwijl bij poëzie meer naar de taal wordt gekeken. Maar in mijn dichtbundel zit ook zeker een grote lijn en was ik net zolang bezig met schaven. Proza heeft gewoon een andere adem, en bij het schrijven van een gedicht ben je erg met de klank bezig, bij proza iets minder.”

Dat de structuur van Grote acht niet lineair of chronologisch is, houdt ook verband met de titel en het thema van de roman. “Ik wilde het boek eerst Twaalf noemen omdat ik twaalf de centrale leeftijd van de hoofdpersoon vind, maar dat kon niet omdat er een ander boek was uitgekomen met als titel 12. Het werd toen Grote acht, omdat de term verwijst naar een figuur in de paardendressuur en het daarbij als metafoor kan dienen voor het cirkelen om een bepaalde kern. Zo laat ik in mijn boek ook verschillende invalshoeken zien, maar je kunt je afvragen in hoeverre die informatie objectief is. Dit cirkelen gebeurt op zijn beurt ook op het niveau van de structuur of vorm. De titel verwijst dus níet naar de G8, de acht grootste landen op industrieel gebied.”

Autobiografie

Tuinmans beschrijvingen van het gevoelsleven van het meisje zijn soms zo beklemmend realistisch dat de vraag rijst in hoeverre de auteur over haar eigen ervaringen schrijft. “Het is allebei waar,” legt Tuinman uit, “het is wel en niet autobiografisch. Het grappige is dat me dat nu veel meer wordt gevraagd dan bij mijn bundel, terwijl voor beide boeken geldt dat de basislijn – in dit geval het meisje zijn, en een vader hebben die doodging toen ik nog niet zo oud was – waar is. Ik kies gewoon uitgangspunten die dicht bij mij liggen. Ik ga niet schrijven vanuit het perspectief van een jongetje dat in de judowereld zit, want ik weet niet hoe het is om een jongetje te zijn en ik weet niet hoe het is om judoka te zijn. Misschien dat mijn schrijven zich op den duur ontwikkelt, dat weet je niet, maar voorlopig kies ik onderwerpen die bekend zijn. Er komen dus stukken voor in Grote acht die echt waar zijn, en er komen heel veel dingen in voor die ik verzonnen heb. Dat laatste was trouwens ook het leukste om te doen.”

Tirannie

De achterflap vermeldt dat “de hoofdpersoon getekend is door tirannie”. Tuinman zelf zegt hierover: “Voor mij gaat het inderdaad heel erg over tirannie: met als medium angst ingeperkt worden, en de verschuiving die voortdurend optreedt tussen dat het daadwerkelijk gebeurt (de hoofdpersoon wordt geterroriseerd door haar vader) en de terreur die ze zichzelf oplegt. In die zin is het voor de hoofdpersoon een veilig patroon geworden. Die verschuiving vond ik interessant. Dit heeft ook zijdelings te maken met een ander thema, namelijk dat van de verwisseling van de ouder-kind rol. Zo lijkt het meisje de verzorger van de vader, ze is voortdurend bezig met zijn gemoedstoestand. Het boek gaat trouwens ook over verschillende manieren om eenzaamheid te beleven.”

~

Een enkele werkelijkheid

In de roman sluimeren een hoop dingen, sommige onderwerpen worden vluchtig aangeroerd. Op deze manier laat Tuinman de ruimte voor interpretatie grotendeels bij de lezer. Heftige onderwerpen zoals incest en ziekte worden subtiel in het verhaal geplaatst, zij worden nergens expliciet en staan in dienst van de grote thema’s. Het draait allemaal om het meisje en haar vader, het is de beschrijving van één werkelijkheid. Dit maakt het verhaal als een luchtbel waarin de tijd stilstaat. Als ik Tuinman hiernaar vraag, antwoordt ze: “Je mag aannemen dat er nog meer gebeurt in het leven van het meisje, ze gaat naar school bijvoorbeeld, maar hier krijgt de lezer niets van mee. Ze is gewoon niet in staat die andere werkelijkheid te beleven.”

Hoewel de lezer het meisje volgt gedurende meerdere jaren, lijkt haar verdriet geen ontwikkeling door te maken. Ze lijkt verstrikt in een vacuüm, waarin geen oplossingen te vinden zijn. Voor Tuinman maakt dit deel uit van het in leven houden van de terreur. “De hoofdpersoon houdt de terreur vrij hardnekkig in stand. Ik zou het zelf niet realistisch vinden als er in het bestek van dit boek een oplossing voor was gekomen. De worsteling wordt wel steeds groter.” De stijl van het boek draagt bij aan dit vacuüm, ze lijkt hetzelfde of de hoofdpersoon nu acht is of zestien. Volgens Tuinman is juist dit statische aspect interessant. “De hoofdpersoon is destructief bezig, het heeft ook te maken met de vraag: wat is slachtofferschap? Ik vind dit boeiender dan een gigantische groei.”

Een climax of catharsis blijft dan ook in feite uit. Er zitten wel kleine aanwijzingen verstopt in de tekst over de toekomst. Als doorbraak zou de lezer hoogstens de begrafenisscène kunnen opvatten die tot slot is geplaatst. Tuinman zegt hierover: “Op het laatst lukt het de hoofdpersoon deze scène te concretiseren. In die zin zit er dus wel een bepaalde ontwikkeling in.”

Less is more

Het boek is niet heel dik. Tuinman zegt zelf: “Ik ben erg van het compact schrijven, op zins-, alinea- en boekniveau. Ik vind dat er genoeg inzit, als ik het had uitgebreid, was het gewoon meer van hetzelfde geweest en had ik teveel ingekleurd. Het zet mensen nu aan het denken omdat er ruimte is voor interpretatie en dat vind ik een waardevol proces.”

Grote acht is geschreven met de precisie van een dichteres, wat prachtige compacte en beeldende zinnen oplevert. Het is een kleine roman. Tuinman is consequent in haar stijl en in het creëren van een bepaalde sfeer. In Grote acht is die sfeer treurig, voor oppervlakkige lezers is deze roman wellicht te zwaarmoedig en te weinig transparant. “Dan maar geen bestseller,” aldus de auteur en ik kan haar alleen maar gelijk geven. In de zee van debuutromans die het publiek jaarlijks overstroomt, is Grote acht een perfect gevormde druppel, voor degene die goed zoekt.

Vrouwkje Tuinman • Grote acht • Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar • prijs: €14,50 (Paperback) • 144 bladzijden • ISBN: 90 388 7436 7