Muziek / Album

Tsjechische juweeltjes voor heel weinig

recensie: Een chaotisch maar interessant overzicht van het werk van Bedrich Smetana

Bedrich Smetana (1824-1884) was een Tsjech. Je kunt wel stellen dat weinigen meer Tsjech waren dan Smetana. Zijn gevoel van verwantschap met de Tsjechische (of Boheemse) natie, die tijdens zijn leven nog onderdeel uitmaakte van de Oostenrijkse helft van het Habsburgse Rijk, loopt als een rode draad door ’s mans leven en werk. Zijn politieke opvattingen moest hij helaas bekopen met jaren ballingschap in Zweden, maar zijn reeks symfonische gedichten over Bohemen (Má Vlast – Mijn vaderland) werd een superhit, vooral het stuk over de rivier de Moldau (Vltava). Het is ondertussen zo vaak voor mineraalwaterreclames misbruikt dat je al dorst krijgt bij het horen ervan.

Bedrich Smetana
Bedrich Smetana

Maar in 1848 was het nog niet zover. Toen was Smetana een beginnende componist, die een feestelijke symfonie schreef om de troonsbestijging van de nieuwe Oostenrijkse keizer Franz Joseph te vieren. De hoop was groot dat de nieuwe keizer meer zelfstandigheid zou geven aan Bohemen, dus Smetana pakte uit en gebruikte de keizerlijke hymne, geschreven door Haydn, in drie van de vier delen van deze Triomfsymfonie. Het moest een muzikale viering van Bohemen worden maar dankzij die hymne heeft het een hele andere lading gekregen. We kennen die deun van Haydn tegenwoordig namelijk met de woorden Einigkeit und Recht und Freiheit (en vroeger Deutschland, Deutschland, über alles): voor een stuk dat de Tsjechische vrijheid wilde vieren niet helemaal de ideale tekst…

Bummer

Tegenvaller voor Bedrich. Maar hij revancheerde zich met de al genoemde cyclus Má Vlast, en de Triomfsymfonie raakte in het stofhoekje van de muziek. Er bestaan nauwelijks opnamen van, terwijl het toch een heel leuk werk is. Mijn verbazing was dus groot, toen ik het aantrof in een serie van vier cd’s met werk van Smetana, die minder dan vijf euro moest kosten. Ik vermoed dat de Triomfsymfonie er alleen in terecht is gekomen omdat niemand de moeite heeft genomen ‘m eruit te gooien.

Zootje

Want eerlijk gezegd is deze collectie een zootje. Opnamen uit vijf afzonderlijke decennia gespeeld door evenzoveel orkesten; orkestwerken, kamermuziek en pianomuziek door elkaar gehusseld en volslagen onbekend werk naast doodgespeelde stukken. Ik vermoed dat de samensteller een lading archiefopnamen heeft opgesnord en op willekeurig manier op deze cd’s heeft gegooid. Het zou me verbazen als het ‘m meer dan vijf minuten heeft gekost om de selectie te maken.

Vaclav Talich
Vaclav Talich

Maar wat een leuk zootje! We beginnen met de oudste opname uit deze set, die van Vaclav Talichs uitvoering van Má Vlast uit 1941. Gespeeld tijdens de Duitse bezetting heeft deze voor nogal wat controverse gezorgd; sympathisanten zullen zeggen dat Talich danig in de problemen kwam door dit aartsnationalistische stuk voor de nazi’s te spelen, tegenstanders zullen hem beschuldigen van collaboratie. Hoe het ook zij, het blijft een interessant tijdsdocument. Maar eerlijk gezegd is het niet veel meer dan dat. De opname klinkt alsof je er door een rol toiletpapier naar luistert (zelfs naar de standaard van 1941) en ondanks het gedweep van menige Tsjech kan ik niet echt warmlopen voor Talichs kunsten. Dit is de snelst gespeelde Má Vlast die ik ken maar ook één van de minst spannende. Wie een echt bezielde opname wil horen kan beter terecht bij de versie waarmee Rafael Kubelik na dertig jaar ballingschap in 1990 het Praagse festival opende.

Polka’s

Cd twee bevat de Triomfsymfonie en het symfonische gedicht Håkon Jarl, beide leuke, inventieve stukken in heel behoorlijke uitvoeringen door het Symfonieorkest van de Tsjechoslowaakse Radio (uit respectievelijk 1975 en 1980). Het enige probleem is dat de symfonie als één track is geplaatst. Een track van dik veertig minuten zelfs, dus even een stukje beluisteren wordt lastig. De derde schijf is de meest chaotische van de set. We krijgen achtereenvolgens een lading polka’s voor piano, Tsjechische dansen voor piano, nogmaals het scherzo uit de Triomfsymfonie (in een beduidend minder goede uitvoering dan op de tweede cd), een studiecompositie voor vier piano’s en nog een paar polka’s voorgeschoteld. Allemaal uit een verschillend jaar, allemaal door anderen gespeeld. Maar beroerde uitvoeringen zijn het bepaald niet, integendeel. De hoempapolka’s zullen niet ieders ‘ding’ zijn – daar tegenover staan de Tsjechische dansen, kleine meesterwerkjes die zich met de beste Dvorak kunnen meten.

Meesterschap

Maar het meesterschap van Smetana komt het duidelijkst naar voren in zijn kamermuziek en daarvan biedt de laatste cd van deze set een tweetal uitgelezen voorbeelden. Het eerste strijkkwartet (normaal gesproken met de ondertitel Uit mijn leven, maar hier niet) krijgt één van de beste (live-)uitvoeringen die ik ken door het Talich kwartet. Hetzelfde geldt voor het pianotrio, misschien wel Smetana’s beste werk. Geen moment is te horen dat Daniel Kallmünzer, Pavla Francu en Simon Kanka een gelegenheidstrio vormen. Ze geven daarbij deze muziek de energie die ze verdient, zonder een moment de vele subtiele nuances uit het oog te verliezen: echt een indrukwekkende uitvoering. Dat beide stukken wederom als één track op de CD staan is weliswaar onhandig maar hier zeker overkomelijk: je hebt toch nergens de behoefte om ze in stukjes te horen.

Er zijn voor de meeste van Smetana’s werken meer dan genoeg alternatieven. Maar voor een luttele vijf euro? De kamermuziek-CD rechtvaardigt de aanschaf alleen al. Daar krijg je dan helemaal voor niets een willekeurige kwak Smetana bij, inclusief de (onterecht) vergeten Triomfsymfonie. Die lauwe Má Vlast kun je dan zien als een leuke introductie van een stuk dat beter verdient.