Boeken / Fictie

Lekker schieten

recensie: Edlef Köppen - Frontberichten

Oorlog, altijd een mooi onderwerp. Aan oorlogsboeken dan ook geen gebrek, ook niet in de literatuur. In Frontberichten van de Duitser Edlef Köppen staat de Eerste Wereldoorlog centraal; ditmaal net als bij Erich Maria Remarque (Im Westen nicht Neues, 1929) bezien vanuit het standpunt van de centrale mogendheden. Dankzij de literaire technieken wordt de roman opgetild tot een universeel verhaal over de zinledigheid van het menselijke bestaan.

Köppens held Adolf Reisiger is zo dom om zich aan het begin van de Groote Oorlog aan te melden als vrijwilliger. Vol goede moed en vaderlandsliefde begeeft hij zich naar het Franse front, waar hij deel gaat uitmaken van de veldartillerie. Zoals gebruikelijk in dit soort romans, is het met het patriottisme en de goede stemming gauw gedaan. De oorlog is verveling, vuil, dood, angst en verderf, in willekeurige volgorde. Al dat schieten leidt bovendien nauwelijks tot vooruitgang, het front beweegt amper. Dat biedt Köppen in ieder geval ampel gelegenheid tot een gedetailleerde en tegelijk poëtische beschrijving van het dagelijks leven van een frontsoldaat.

Luizenbestaan

~

En dat valt niet mee. Nog voor de eerste honderd bladzijden zijn omgeslagen wordt Reisiger al voor dood naar een van luizen vergeven veldlazaret gebracht. Ook daar de ene desillusie na de andere. Zijn Beierse wapenbroeders zien hem aan voor volbloed Pruis en negeren hem dientengevolge. Vergeleken bij de overvloedige hoeveelheid uiteengereten lichamen is dat natuurlijk klein bier, maar het past wel binnen het algehele stramien van klein en groot leed. Niets deugt kortom, en het blijft afzien. Zelfs een kort verlof in de Heimat krijgt een donkere tint, vanwege de barre omstandigheden waarin de burgerbevolking moet zien te overleven. Lang kan Reisiger niet van zijn verlof genieten, want de Duitse legers staan onder druk en kunnen geen man missen.

Van begin af aan is duidelijk dat de strijd een verloren zaak is, maar het duurt even voordat ook iedereen dat in de gaten krijgt. Alleen een korte periode aan het oostelijke front levert nog even verlichting. Dan keert Reisiger met zijn legioen weer terug naar Frankrijk, waar inmiddels tanks en een heuse luchtmacht zich aan de kant van de entente in de strijd werpen. Nog een laatste zinloos offensief, dan breekt eindelijk het mentale touwtje en belandt onze held in het gesticht – nota bene vlak voor de uiteindelijke wapenstilstand.

Ontwrichting

Köppen kon putten uit eigen ervaringen, ook hij vocht maar liefst vier jaar mee als oorlogsvrijwilliger. Na de oorlog ging hij bij de omroep aan de slag en werd hij schrijver, tot hij in 1933 overal werd uitgeknikkerd en met moeite de eindjes aan elkaar moest zien te knopen tot zijn dood in 1939.

Frontberichten verscheen in 1930 en werd drie jaar later alweer verboden. Het beeld dat Köppen schetst van de oorlog, en vooral ook van de propaganda, zal daar debet aan zijn geweest. Hij wisselt indrukwekkende beschrijvingen van de strijd, in een expressionistische stijl, af met readymades. Dat kan van alles zijn, van officiële dienstmededelingen over hoe een officier zich tijdens verlof dient te gedragen – nooit een wandelstok gebruiken, tenzij noodzakelijk wegens verwondingen – tot en met advertenties voor patriottische korsetten. Zij vervullen de functie van een absurdistisch Grieks koor, dat de belevenissen van Reisiger waar nodig in een breder kader plaatst en dat nog maar weer eens de totale waanzin benadrukt, want op een andere manier kun je het niet (be)noemen. En het werkt nog ook. Had hij gewoon de oorlogshandelingen beschreven, dan was dit een gedenkwaardig document geweest, maar de collagetechniek maakt er kunst van – een soort voorloper van Burroughs’ cut ups. De krankzinnige tegenstellingen in perceptie van wat gaande is bewerkstelligen een vervreemdend effect, een benadering van de ontwrichtende werking die de gebeurtenissen hebben op de ontvankelijke geest van veldartillerist Adolf Reisiger.