Film / Films

Visueel spektakel

recensie: 300

Tot voor kort was Frank Miller een relatief onbekende naam in de filmwereld. Dankzij de verfilming van zijn graphic novel Sin City kwam daar verandering in – en dat is maar goed ook. Sin City was een visueel prachtstuk en leek als twee druppels water op zijn papieren tegenhanger. Een andere graphic novel van Miller is 300, waarvan het verhaal gebaseerd is op een beruchte veldslag in het oude Griekenland. Ook 300 is nu op het witte doek te zien.

Een elitegroep van 300 stoere Spartanen, onder leiding van koning Leonidas, trekt ten strijde tegen het duizenden malen grotere Perzische leger van Xerxes, een zelfbenoemde godheid. Wanneer hun stad ten onder dreigt te gaan, is er voor Leonidas (een voortreffelijke Gerard Butler) dan ook geen twijfel. Sparta moet en zal overwinnen, en de vijand moet dus afgeslacht worden. Het oude Sparta stond niet voor niets bekend om de sobere maar harde levenswijze, en om zijn perfect getrainde leger. In 300 hebben alle mannen dan ook perfecte wasbordjes en andere indrukwekkende spierbundels.

Gebronsde lichamen

~

Net als Sin City is 300 vooral een visueel spektakel, en dan in het bijzonder de gevechtsscènes. Waar het natuurlijk ook allemaal om draait. Het geheel lijkt wel uit foto’s opgebouwd te zijn, of rechtstreeks uit de strip van Miller te komen. Om nog maar een vergelijking te trekken met Sin City: ook 300 werd in zijn geheel voor het inmiddels beroemde groene scherm opgenomen. Regisseur Zack Snyder (Dawn of the Dead) manipuleerde daarnaast de kleuren met een zelfverzonnen concept dat hij ’the crush’ noemde. Het zwart werd zo goed als weggehaald, en kleuren als bruin en rood kregen de overhand. Het werkt perfect; de gebronsde lichamen en de rode mantels die ze dragen komen erg goed uit de verf, om van al het bloed nog maar te zwijgen. Want hoe je het ook wendt of keert, het is de historische veldslag waar het om te doen is. De slag bij Thermopylae (480 v. Chr.) is flink geromantiseerd, maar wel ontzettend spannend en adembenemend mooi. Je moet wel tegen flink wat geweld kunnen (zoals bij Sin City ook al het geval was) want de lijken, afgehakte ledematen en hoofden vliegen in het rond. In het immense leger van de Perzen strijden ook nog eens de meest bijzondere creaturen mee, van reuzen tot ninja-achtige krijgers. God-koning Xerxes (Rodrigo Santoro) zelf is ook prachtig om te zien. De opzwepende muziek van Tyler Bates maakt het geheel tot een overdonderende ervaring.

Oneliners

~

Aan het verhaal om het gevecht heen is echter beduidend minder aandacht besteed. De verhaallijn van koningin Gorgo komt niet uit de comic, en dat is te merken. De beelden zijn meteen minder treffend en de oneliners niet pakkend. Waarschijnlijk is zij toegevoegd om toch nog een grote vrouwelijk rol in de film te krijgen, maar het was niet nodig geweest. Wat wel werkt is de verteller, in de vorm van krijger Dilios (David Wenham). Doordat hij het verhaal vertelt hoeven er weinig opbouwende of introducerende scènes te zijn, wat meer tijd geeft aan het gevecht. Een gevecht dat overigens al meer dan de helft van de film in beslag neemt. En hoe clichématig de oneliners van vooral Leonidas dan ook zijn, ze zijn wél pakkend. “Tonight, we dine in hell“, zal lang blijven hangen bij het publiek.

Als geschiedkundig correcte film is 300 absoluut niet geslaagd, maar dat geven Miller en Snyder ook ruiterlijk toe. Als verfilming van een comic én van een indrukwekkende en bloederige veldslag is dit spektakel echter bijzonder geslaagd, is het een waar genot voor de ogen en kent het zijn weerga bijna niet.