Boeken / Fictie

Over Sardijnse mensen, en de levens die voorbij gaan

recensie: Salvatore Niffoi - De legende van Redenta Tiria

Met De legende van Redenta Tiria heeft Salvatore Niffoi een boek geschreven over een dorpje op het platteland van Sardinië. Niet alleen beschrijft hij de levens van de eilandbewoners op een bijna mythologische manier, ook de dood in deze Italiaanse provincie geeft hij een fantastisch randje.

“‘Ajò! Bereid je voor, want je tijd is om!’, meer zegt ze niet! Dan steekt ze een onzichtbare hand uit en neemt ze je mee.” Met deze zin wordt Battista Graminzone door zijn oma ingewijd in de vloek die op hun geboortedorp ligt. In Abacrasta sterft namelijk niemand van ouderdom, maar geven de inwoners, wanneer hun tijd daar is, zich over aan een stem die hen tot zelfmoord overhaalt.

~

Abacrasta is een dorpje in Sardinië, dat “achttienhonderdzevenentwintig zielen telt, negenduizend schapen, zeventienhonderd geiten, negenhonderddertig koeien, tweehonderdvijftien televisies, vierhonderdnegentig auto’s en elfhonderddrieënzestig mobieltjes”, aldus Battista Graminzone. Hij kan het weten, want hij is de zojuist gepensioneerde gemeenteambtenaar van de burgerlijke stand van Abacrasta. Jarenlang heeft hij routineus de overlijdensaktes opgemaakt van de inwoners die zich na het horen van de stem ontdeden van hun riem en de eerste de beste dwarsbalk, eikentak of raamtralie uitkozen om aan te bungelen.

Hemels bestaan

Elke dode had zijn eigen verhaal. Maar wat ze wel allemaal was overkomen, was dat de stem hen had aangespoord hun leven te verkorten. Hier laat auteur Salvatore Niffoi de gepensioneerde ambtenaar aan het woord. Een voor een worden de verhalen voorafgaand aan de zelfmoord uit de doeken gedaan. Pascale Prunizza, die de dood van zijn geliefde paarden beweent; Bernardu Solitariu, die het niet kan verdragen dat het middeltje tegen zijn acne op is; Beneitta Trunzone, die een hemels bestaan verkiest boven een aards in het klooster; of de goeie herdersjongen Candida Vargia, die gestraft wordt omdat tijdens zijn middagdutje een aantal schapen is gestolen.

Niffoi, die zelf uit Sardinië komt, weet de plattelandsverlangens en -angsten trefzeker te verwoorden, en zorgt door het haast symbolische dorpje voor een tijdloze setting. Slechts de af en toe aanwezige mobieltjes verbreken dit historisch uiterlijk. Zoals een mooi gezicht toch die imperfectie nodig heeft om perfect te zijn, heeft ook Alacrasta deze moderne Nokia’s nodig om een legende te schrijven. En deze legende zit nu net in de tijdloosheid van het verhaal, met een thema dat ook nog geldt in de eenentwintigste eeuw. Dit thema is het verlangen van de mens om zonder lijden het leven vaarwel te zeggen. Het verlangen dat bij de naïeve dorpsbewoners, de Sancho Panza’s of de Pascual Duartes van Abacrasta wel heel diep in het hart gesloten is en er weer uit komt wanneer het leven even tegenzit.

Redenta Tiria

En dan duikt de in de titel genoemde Redenta Tiria op. Mevrouw is blind, heeft ravenzwart haar, loopt op blote voeten en weet toevalligerwijs enkele malen op het ultieme moment op te duiken, nog voordat een van de inwoners van Abacrasta de betrouwbaarheid van zijn broeksriem kan testen. Wie is deze vrouw, die tegen het lot van het Sardijns dorpje ingaat? Voor ambtenaar Graminzone hoort op deze vraag wel een antwoord te volgen, want door Redenta is hij zijn baan kwijtgeraakt.

Hiermee is ook de bindende factor tussen de dorpsverhalen een feit. Zonder de overspannende verhaallijn had Niffois boek slechts uit een vijftiental, overigens wel heel mooie, verhalen bestaan. Doordat ze bijeengehouden worden door de relatie van de ambtenaar met de legendarische vrouw komen ze nu beter tot hun recht. Het is de verdienste van de Sardijnse schrijver dat er een verhaal is ontstaan, in de traditie van de klassieke raamvertelling, waarin je niet alleen de korte verhalen wilt lezen, maar ook getrokken wordt de plot van kaft tot kaft te volgen.