Film / Achtergrond
special: Hans Beerekamp eert de filmdoden

NFF 2006: Het Schimmenrijk

Het Nederlands Film Festival is in de eerste plaats een viering van de levende film – nieuwe films van jonge filmmakers en veteranen – maar er zal ook worden stilgestaan bij diegenen die ons het afgelopen jaar verlieten. Filmjournalist Hans Beerekamp presenteert op 30 september in ’t Hoogt ‘Het Schimmenrijk’, een ode aan de doden. Van acteurs als Joop Admiraal en Gees Linnebank tot de opdrachtfilmer Ronny Erends, zij zullen voor één maal weer tot leven worden geroepen op het grote doek. Door middel van een ‘spectacle coupé’ van fragmenten uit lange films, complete korte films, reclamefilmpjes, trailers en wellicht een enkel interview worden zij geëerd. Het moet een jaarlijkse traditie worden.

Beerekamp kan hierbij gebruik maken van de fragmenten die hij eerder tijdens de maandelijkse editie van Het Schimmenrijk in het Amsterdamse Filmmuseum vertoonde. Sinds februari van dit jaar organiseert hij één zondagmiddag per maand een voorstelling rond de sterfgevallen uit de filmwereld, zowel nationaal als internationaal. Een “maandelijkse protestmanifestatie tegen de dood”, zoals hij het zelf noemt. Vaak komen niet alleen de meest voor de hand liggende fragmenten langs, maar juist ook vergeten juweeltjes of curiositeiten, zoals de wonderschone korte film Big City Blues uit 1962 met Joop Admiraal. Van de eind augustus overleden Mady Saks bijvoorbeeld hoopt Beerekamp in Utrecht niet alleen iets uit Iris of De gulle minnaar te tonen, maar juist ook een fragment uit de waarschijnlijk gedateerde feministische documentaires die ze in de jaren zeventig maakte.

Niet te olijk

Joop Admiraal in U bent mijn moeder
Joop Admiraal in U bent mijn moeder

De toon is daarbij niet te gedragen, dat zou het geheel een te zware lading geven. Er kan ook gelachen worden, bijvoorbeeld bij heel foute kluchten of oubollige commercials. Beerekamp: “Wat nauw luistert is in welke mate je er entertainment van moet maken, omdat er toch een soort van rouw in zit. We hebben nog niet meegemaakt dat er nabestaanden in de zaal zaten, maar dat zullen we in Utrecht misschien wél hebben. Dan moet je toch een béétje uitkijken dat je niet al te olijk wordt. Je moet daar een juiste balans in vinden.”

Hans Beerekamp, van 1977 tot 2003 filmcriticus van NRC Handelsblad, is al langer dé chroniqueur van de filmdoden op papier. In 1987 begon hij in De Filmkrant de rubriek ‘The Big Sleep’, waarin hij de overledenen uit de verste uithoeken van de filmwereld vastlegt. Toen hij in 2003 stopte als filmrecensent om drie jaar lang over televisie te gaan schrijven, besloot hij The Big Sleep voort te zetten. Begin dit jaar stapte hij over naar het maandblad Skrien.

Een beetje morbide

Sylvia de Leur
Sylvia de Leur

Waar komt die ‘passie’ voor de doden eigenlijk vandaan? Beerekamp: “Tijdens mijn werk bij de NRC merkte ik dat ik aan het schrijven van necrologieën ontzettend veel plezier beleefde. Dat ik dat eigenlijk een van de leukste aspecten van het beroep vond. Daar heb ik toen over nagedacht, want het is natuurlijk een beetje morbide. Mijn analyse was dat je op het moment dat iemand het aardse bestaan verlaat de balans kunt opmaken. Het is een moment waarop je heel concreet kunt overzien wat iemand nou heeft gedaan in zijn leven.”

Kranten maken echter een selectie: alleen de mensen die bekend of belangrijk genoeg waren verdienen de zo kostbare paginaruimte. “Eigenlijk vond ik dat je het compleet zou moeten vastleggen. Niet alleen de hele grote, maar ook de wat minder belangrijke filmpersoonlijkheden moeten ergens geboekstaafd worden. Ik ben altijd iemand geweest die heel erg hield van het bijhouden van schriftjes, lijstjes, administraties, en het werd dus bijna een obsessie om dat compleet te doen. Daarom heb ik dat op een gegeven moment aan De Filmkrant aangeboden als vaste maandelijkse rubriek.” Omdat Beerekamp ook hierin niet voldoende ruimte had, verscheen na enkele jaren een nog completere versie op de website van het blad. Toen eind vorig jaar een meerderheid van de jonge redacteuren van De Filmkrant aangaf niet zo veel waarde meer te hechten aan “die oude koek”, besloot Beerekamp het aan Skrien aan te bieden. Hoofdredacteur André Waardenburg toonde zich direct enthousiast.

Live versie

Gees Linnebank in De kleine blonde dood
Gees Linnebank in De kleine blonde dood

René Wolf van het Filmmuseum stelde vervolgens voor ook een live versie te maken. Het museum zocht al langer naar een manier om oude vergeten filmfragmenten uit het archief te tonen op een aansprekende manier, zoals het eerder met voornamelijk stille films deed in het programma ‘Bits and Pieces’. The Big Sleep bleek de ideale kapstok om een caleidoscoop aan fragmenten aan op te hangen. Beerekamp: “Film is een manier om iemand onsterfelijk te maken. Sterren van vroeger houden voor eeuwig hun oorspronkelijke glans, doordat hun films steeds opnieuw gedraaid worden. Dus je zou kunnen zeggen dat film in dat opzicht sterker is dan de dood. In Het Schimmenrijk kun je dat nu goed aanschouwelijk maken.” Overigens wordt niet alleen het archief van het Filmmuseum geraadpleegd; veel fragmenten komen van dvd. Bij films is het immers alleen mogelijk hele aktes te vertonen, terwijl je dvd’s naar believen kunt plunderen op zoek naar geschikte fragmenten.

Na zes edities stopt Beerekamp er nu tijdelijk mee, omdat hij voor NRC Handelsblad een half jaar gaat reizen door Europa, op zoek naar de Europese culturele identiteit. Maar eerst is daar op 30 september in Utrecht de nationale editie, met het jaaroverzicht over de periode sinds het vorige Nederlands Film Festival. Beerekamp hoopt tijdens zijn reis wél genoeg tijd en internetgelegenheid te hebben om The Big Sleep in een verkorte vorm in stand te houden. In het voorjaar, als Het Schimmenrijk weer wordt voortgezet, een artikel over onder meer de werkwijze van Beerekamp.

Het Schimmenrijk tijdens het Nederlands Film Festival: 30 september, 16:00 uur, ’t Hoogt 1.