Boeken / Fictie

Seksuele connotaties, aberraties, implicaties: Kleurrijke poëzie van Astrid Lampe

recensie: Astrid Lampe - Spuit je ralkleur

De poëzie van Astrid Lampe komt als een vrouw op je af. Een licht hysterische vrouw. Erupties van woorden, afwijkende typografie, straattaal, uitroepen en kreten – het buitelt en struikelt allemaal over elkaar heen en als het een ziekte was, dan zouden we het Gilles de la Tourette noemen, maar dan minder openlijk scabreus.

Spuit je ralkleur heet de bundel en die titel verdient enige toelichting. In de Republiek van Weimar standaardiseerde de Reichs-Ausschuss für Lieferbedingungen (RAL) alle kleuren. Waar we dan weer uit af kunnen leiden dat deze poëzie ook in zekere zin een classificatie is of wil zijn. Tot zover de titel.

INHOUD

Eenmaal binnen bij Lampe is het oppassen, want het eerste gedicht is geen gedicht dat INHOUD heet (op zich weer een prima titel), maar de inhoudsopgave. Een vergissing die je zomaar kunt maken:

Ja
nooit lukraak wat harkenmaar
in prikkend licht verzit-
(hoe kan een jongen ook slapen)

Enzovoort. Dat klinkt als typisch Lampe, die verderop regels dicht als:

here’s your capt’n sp-:
de kleedjes voor de dirndl
-ruwe speellijst, dito versie vh script-

En opnieuw zo verder. Of vice versa.

Lampe is kortom niet iemand die de lezer tegemoetkomt of aan de hand binnenleidt in haar poëtisch universum – als ze dat al heeft. Ze kraamt woorden of het niets kost, schakelt razendsnel van idioom naar idioom en neemt vaak niet eens de moeite om haar woorden of zinnen af te ma. Zelfs de leestekens zijn hier losgezongen van hun alledaagse functie en spelen met verve een nieuwe rol. De opgewonden toon krijgt dan ook nog extra accent door de voorliefde van Lampe voor accenten op haar klinkers (‘…met dode vingers pás ik! zou ik…//geheid pássen nókken káppen weet u’), de onomatopee (‘zlaff zlaff‘) en de interjectie (‘fok ja’).

Ogenschijnlijke gekte

Een eerste lezing is net zoiets als een gang naar het zwembad: eerst een teen in het water, dan toch maar in één keer erdoor en vervolgens proestend weer boven komen en blij met het leven, de zon, een bloem die ontluikt en een kinderlach. Lampe vereist vervolgens herlezen, liefst zo snel mogelijk weer, op zoek naar het systeem in die ogenschijnlijke gekte, want onzin opschrijven dat kan iedereen. Dan vallen vervolgens de terugkerende elementen op, als bakens in de woelige taalzee.

Zum Dirndl ein Muss: ein ordentliches Dekolleté
Zum Dirndl ein Muss: ein ordentliches Dekolleté

Twee van die houvasten zijn al te vinden in de hierboven geciteerde zin: de vliegenier en het luchtvaartwezen (“here’s your capt’n sp-:/”), en de dirndl – die we dan voor het gemak maar zullen duiden als de twee polen waartussen de bundel zich beweegt. Mannelijk en vrouwelijk, en dan maar aan de seks, desnoods in kosmisch en pan-Europees cultureel verband (‘de zon rozevingert mij’), hoewel het ook anders kan, want de gedichten zijn qua inhoud en vorm enorm persoonlijk, dat wil zeggen: analyseren mag, maar alleen als het echt moet.

Associaties

De individuele associaties van Lampe zijn voor de gewone lezer toch niet navolgbaar, die kan zich alleen mee laten voeren op de taalstroom van

opgedoekt de kapper op de hoek de kapper van de strenge coupe de
enge moppentapper clou verklapper kalt umgestellt ge-
stold en ópgerold de stukgelee. om ’t felst gepree. uh leesmap
knap knap echoot het

In haar portocab’ (= een verplaatsbare container die je geheel naar eigen inzichten kunt inrichten en neerzetten waar je wilt – moet eigenlijk portakabin zijn, maar dat is een beschermde merknaam), gespoten in een ralkleur van haar eigen voorkeur, bouwt ze haar eigen wereld van woorden. De lezer mag naar binnen gluren en zich verwonderen over de vreemde mevrouw die dat allemaal bij elkaar heeft bedacht.