Muziek / Voorstelling

Jaap van Zweden overtuigt ook in Amsterdam

recensie: Giacomo Puccini – Madama Butterfly (De Nederlandse Opera en het Residentie Orkest o.l.v. Jaap van Zweden)

.

~

Het Amsterdamse operapubliek staat bekend als zeer kritisch. Wanneer de prestaties van een dirigent of regisseur niet in de smaak vallen, is het boegeroep niet van de lucht, zo ondervond chef-dirigent Ingo Metzmacher enkele maanden geleden bij de première van Mozarts Don Giovanni. Maar alles wat Jaap van Zweden aanraakt lijkt in goud te veranderen en al na de eerste akte van Madama Butterfly klinkt het “bravo!”.

Beheersing

De bijval voor Van Zweden is meer dan terecht. Madama Butterfly is een ware tranentrekker, maar Van Zweden toont zich tijdens de première wars van goedkope sentimenten en effectbejag. De climaxen zijn zorgvuldig gedoseerd en vooral in de zeer zachte passages laat hij het Residentie Orkest buitengewoon transparant klinken. De inzetten zijn zonder uitzondering messcherp en de – overigens stuk voor stuk uitmuntende – solisten volgen de minutieuze aanwijzingen van Van Zweden nauwgezet.

Onderkoeld

Het resulteert in een voorstelling die het best samen te vatten is als onderkoeld. Het verhaal van het Japanse meisje dat trouwt met de Amerikaanse marinier maar al na één nacht in de steek gelaten wordt blijft aangrijpend, maar alle emoties blijven onderhuids. Waar de op deze opera gebaseerde musical Miss Saigon alles tot in het extreem platte uitvergroot, draait hier alles om beheersing en zelfrespect. Madama Butterfly weet dat zij zichzelf voor de gek houdt door te denken dat haar huwelijk echt is, maar verliest nergens haar waardigheid. Zij is hier het sterke personage, niet de Amerikaan Pinkerton die haar in het tweede en derde bedrijf niet onder ogen durft te komen.

Tijdloze enscenering

~

De debuterende dirigent wordt geholpen door de prachtige enscenering van Robert Wilson die, veertien jaar na de première in Parijs, nog altijd tijdloos is. Ook letterlijk, want waar Puccini zijn Madama Butterfly in het heden laat spelen (1904), is deze productie volkomen abstract. Alles is suggestie, het aantal rekwisieten is tot het absolute minimum beperkt. De kostuums zijn quasi-Japans en de bewegingen van de personages zijn prachtig gestileerd en aan het Japanse Nôh-theater ontleend. Ook van een decor is geen sprake. De toneelvloer bestaat uit houten planken die de suggestie van een woning oproepen en uit duizenden kiezelsteentjes.

Het belangrijkste van deze voorstelling is echter de fenomenale belichting. Het licht vormt het decor en accentueert de emoties van de hoofdpersonages. Wilson belicht niet, aldus Hugo van Uum, hoofd belichtingsdienst van het Muziektheater, maar “hij schildert en boetseert met het licht, tot in de details”. Het eindresultaat is van een ongekende schoonheid en juist het contrast tussen de abstracte en gestileerde regie en het over-emotionele verhaal maakt deze Madama Butterfly zo gedenkwaardig. Over tien jaar kan deze productie gemakkelijk weer in reprise.

Grootse carrière

Of Jaap van Zweden er dan weer bij zal zijn is de vraag. Maar hoewel De Nederlandse Opera en hij nog geen toekomstplannen hebben, kan het niet anders dan dat zijn zeer geslaagde debuut ook in Amsterdam een vervolg krijgt, al zal dat lastig worden; Jaap van Zweden is waarschijnlijk de eerste dirigent die maar liefst vier chef-dirigentschappen met elkaar probeert te combineren.

Madama Butterfly is nog te zien tot en met 11 april.