Boeken / Fictie

Waardige waarnemer rechtsboven

recensie: Ronald Giphart - Mijn vrouw & andere stukken

Het is wrang: een week na verschijning van Mijn vrouw & andere stukken, de verzamelde columns van zijn invaller in de Volkskrant, overleed Martin Bril, columnist hors concours. Vriend en vaste vervanger Ronald Giphart toont met deze bundeling aan dat ook hij de kunst van de column beheerst. Bijna ieder verhaaltje amuseert of vertedert.

Ronald Giphart (1965) kan als schrijver van romans over liefde, dood, seks en het studentenleven – de grote thema’s van het leven kortom – al decennialang rekenen op een groot lezerspubliek. Zijn boeken figureren op de leeslijst van vrijwel iedere scholier en iedere herdruk kan rekenen op een verkoopsuccesje. Daarmee laadde de Utrechter verdenkingen van de zwavelzure mandarijnen op zich. Geen hoge literatuur, pruttelden de critici.

Met zijn noodgedwongen invalbeurt voor de zieke Bril boorde Giphart niet alleen een nieuw reservoir lezers aan, hij kweet zich bovendien op indrukwekkende wijze van zijn taak. Zelfs de militante Bril-adepten zullen zich vermaakt hebben met de columns die Giphart schreef in de tweede helft van 2008. Zeker omdat de auteur zelf regelmatig vol bewondering over zijn voorganger schrijft, zoals in zijn allereerste stukje, met de titel ‘Bril’. Nu, zo kort na de dood van die laatste, krijgen de slotregels van die column een nieuwe lading:

Dit is een in memoriam noch een hagiografie, maar het moet toch eens worden gezegd: Brils toewijding aan het vak van columnist is ongeëvenaard. Voor mij is Bril de columnistste columnist van ons taalgebied. Wat ik bijna dagelijks heb mogen vaststellen: Bril lééft voor zijn column en heeft de gave dingen te registreren die anderen over het hoofd zien. Hoe vaak heb ik niet met Bril door dezelfde napruttelende dorpskern geslenterd, om de volgende dag verbaasd te lezen wat ik verdoemme allemaal had gemist? Ik hoop dat Bril snel weer in het land van de schrijvenden is, en tot die tijd droom ik lekker verder.

In de lijn van de meesters
Giphart is geen Bril, omdat niemand Bril kán zijn. Maar als Mijn vrouw & andere stukken iets bewijst, is het dat de hoofdredactie van de Volkskrant geen betere vervanger had kunnen kiezen. De columns zijn korte schetsjes uit het dagelijks leven van een beroemd schrijver, zonder daarbij te verzanden in belegen dagboekidioom. Overigens vindt Giphart het vak van columnist niet opnieuw uit. In de traditie van de grote meesters Bril en Carmiggelt, heeft ook hij het bijvoorbeeld opvallend vaak over zijn kinderen, waarbij hij zich niet beperkt tot die eeuwige komische versprekinkjes, maar ook schrijft over de schaduwkanten van het ouderschap. En juist dan ontroert Giphart het meest, zoals in het prachtige stukje ‘Hersenschudding’.

Vijf minuten later zat mijn zoon op de bank, bleek en trillerig. Op aandringen van mijn vrouw belde ik een bevriende arts, die zich net als ik geen zorgen maakte en aankondigde op weg naar huis even langs te wippen. Mijn zoon jammerde dat hij zich het hele voorval niet kon herinneren.
‘Dat is heel normaal’, zei ik, ‘je hebt waarschijnlijk een kleine hersenschudding.’ Mijn zoon keek mij hoofdschuddend aan, en sprak de woorden: ‘Wie ben jij eigenlijk?’

Uitstekend schrijver
Mijn vrouw & andere stukken bevat mooie verhalen, herinneringen, schetsjes en scènes, een bonte stoet aan prima columns eigenlijk. Ze blijven boeien, die stukjes, juist door de grote verscheidenheid. Onvoorstelbaar knap eigenlijk, wanneer je bedenkt dat deze stukjes allemaal stammen uit een halfjaar waarin Giphart slechts waarnemer was voor vriend Bril, een onderhoudsmonteur die de plek rechtsboven warm moest houden voor zolang het duurde. Voor de laatste twijfelaars: wie zulke columns afscheidt is een uitstekend schrijver. Geen Bril, dat niet. Enfin.