Muziek / Album

Trompettist overtuigt met oorspronkelijke composities

recensie: Eric Vloeimans' Gatecrash - Heavens Above

.

Eric Vloeimans is een gevierd man. Hij doet er echt toe als trompettist, bandleider en componist. In eigen land is de man zeer geliefd en ook buiten de landsgrenzen blaast hij een deuntje mee. Zo toerde hij eerder dit jaar in de Verenigde Staten en bracht hij een liveopname uit van een sessie in Yoshi’s Jazz Club in Oakland, Californië. Vloeimans kan weinig fout doen. En het moet gezegd, ook zijn nieuwe album Heavens Above

stijgt met gemak boven het grijze gemiddelde uit.

Zoals zoveel jazzmuzikanten is Vloeimans op meerdere fronten actief. Naast Gatecrash speelt hij in de akoestische band Fugimundi met pianist Harmen Fraanje en gitarist Anton Goudsmit, die overigens ieder ook hun eigen band hebben. Verder werkt hij in verschillende incidentele combinaties en draagt hij vaak bij aan albums van collega’s. Met de elektrische band Gatecrash is dit nu zijn derde album.

Met elkaar verbonden

~


Vloeimans beschouwt muziek niet als een variëteit aan stijlen, maar als een samenhangend geheel. Deze holistische visie resulteert op Heavens Above in een eigen stijl, waarin hij elementen uit jazz, funk, pop/rock en af en toe een oosters tintje verbindt tot een organische eenheid. Alle nummers zijn originele composities, voornamelijk van Vloeimans zelf, enkele zijn van bandleden en de plaat bevat twee groepsstukken, die uit improvisaties zijn ontstaan. Uptempo nummers en tracks met een dansbare groove worden keurig afgewisseld met ingetogen en smaakvolle balladeachtige en meditatieve uitingen.

De trompettist heeft een mooie lyrische toon en klinkt van fluisterachtig en wrijvend tot helder en krachtig. Hij weet zijn gevoelens overtuigend uit te drukken met het instrument, dat hij beheerst tot in alle ventielen. Daarbij vertoont hij stemmingen als plezier en geluk, maar ook bezinning en ontroering. Zijn creaties hebben een ziel, en dat is niet verwonderlijk bij deze rasartiest voor wie muziek niet zijn werk is maar zijn wereld. Ook voor Jeroen van Vliet is een glansrol weggelegd. Vloeimans gunt menige solo aan zijn toetsenist, die op inventieve wijze kleurrijke invulling geeft aan het klankbeeld.

Gatecrash maakt muziek voor een divers publiek, zowel de ware jazzliefhebber als popminnaar en de klassiek georiënteerde luisteraar kunnen hier veel plezier aan beleven. En binnen die genres geldt dat zowel voor de behoudende toehoorder als de experimenteel gerichte persoon. Beiden zullen wellicht een enkel stuk willen doorspoelen, maar voor alle twee blijft er genoeg te genieten over.

Effecten voegen toe

Ondanks het regelmatige gebruik van geluidseffecten bij trompet, toetsen en basgitaar is de muziek behoorlijk toegankelijk. Het thema van het gevoelige ‘Pèlerinage’ blijft zelfs je geheugenposities bezetten en het vrolijke ‘Fête de la Musique’ is goed meeblaasbaar. Vooral de wat rustigere nummers zijn makkelijk te verwerken. De effecten zijn een verrijking van de sound, hoewel het geluid af en toe wat eenvormig wordt, soms lijken trompet en toetsen in elkaar over te lopen. Echt vernieuwend is het allemaal niet meer, Miles Davis deed het al veertig jaar geleden. Maar Gatecrash maakt wel optimaal gebruik van de technische middelen die voorhanden zijn.

Track zeven, ‘Jailbreak’, wekt iets van onpeilbare huivering op, met vervormde toetsen en bas, zware elektronica en een gierende trompetsolo. Nu wordt het echt spannend, maar dat is slechts van korte duur. Het freaky nummer wordt geruststellend gevolgd door het verstilde en beschouwende ‘Orbit’. ‘Pedal to the Metal’ is ook een onstuimig stuk, met eveneens een korte speelduur. Kennelijk wil Gatecrash dit soort nummers voorzichtig doseren, jammer. De kalmte keert meteen terug op het serene ‘Song of Gods’, tevens afsluiter van de plaat. De luisteraar kan nu met een verheven gevoel zijn weg vervolgen.