Boeken / Fictie

He wants to be a Paperback Writer

recensie: Philip Huff - Dagen van gras

Sommige mensen hebben het allemaal: twee studies (geschiedenis en filosofie), publicaties in de meest vooraanstaande literaire tijdschriften en een omvangrijke muziekkennis om tijdens pubquizzen te gelde te maken. Philip Huff is er zo eentje. Hij had bovendien  het mooiste studentenbaantje ter wereld: heel Nederland per auto doorkruisen, met Martin Bril als passagier naast zich. Tragisch genoeg is er aan die ritjes een einde gekomen. Nog geen half jaar na het overlijden van zijn vroegere werkgever, komt Huff met een ontroerend debuut.

Ben van Deventer is achttien jaar en kijkt terug op zijn jeugd. Als helft van een tweeling komt hij ter wereld in Zwolle. Zijn broertje David leeft slechts drie dagen. Achttien jaar later woont Ben in een steunwoning voor adolescenten, in Amsterdam. Wat er daartussen is gebeurd, vertelt hij in Dagen van gras. Ben verzwijgt niets, herleeft zijn mooiste en zijn donkerste perioden nog een keer en de lezer zit eerste rang.

Het leven van Ben op het sprookjesachtige landgoed Weldra begint jaloersmakend fijn, maar al snel is het afgelopen met die onbezorgdheid: zijn opa overlijdt, zijn Britse vader vertrekt naar Engeland, zijn moeder mept en zijn beste vriend Tom is eigenlijk een egocentrische hufter met slechts één goede eigenschap: hij is gek op muziek. Tom en Ben, dan al wild van alle oude muziek uit de vinylcollectie van zijn vader, draaien in hun boomhut urenlang de platen van de Fab Four. Ze roken talloze joints en voelen zich twee Beatles. Niet Paul natuurlijk, Paul is een mietje. Nee, George Harrison willen ze zijn.

Wanneer Ben en Tom van de wiet overstappen op de paddenstoelen, gaat het mis. Ben krijgt een bad trip die niet meer uit zijn lichaam en geest lijkt te willen verdwijnen. Als dan ook nog eens de boomhut in de fik vliegt waarin hij ligt te slapen, raakt de ontspoorde Ben het spoor en bijster en belandt in een psychose.

Bepaald niet ‘arelaxed’
Dagen van gras is het schoolvoorbeeld van een klassieke Bildungsroman. Zó klassiek dat je je bijna gaat afvragen of dit nieuwe boek nog wel iets nieuws aan die onafzienbare stapel romans over de moeilijkheden van opgroeiende jonge mensen (bijna altijd jongens) kan toevoegen.
Huff slaagt daar wonderwel in, zijn schrijftalent stelt hem in staat om binnen 170 pagina’s zowel Bens liefde voor (gitaar)muziek als zijn haat jegens de wereld te beschrijven. De scène waarin Bens paddotrip beschreven wordt en die waar Ben vertelt over zijn vierdaagse verblijf in een isoleercel, zijn afschrikwekkend goed geschreven.

Natuurlijk is er een en ander op het boek aan te merken. Zo blijven de karakters van Tom en van Bens moeder – twee sleutelfiguren in Bens leven – wat tweedimensionaal. Ook bedient de schrijver zich hier en daar van taalgebruik dat tijdens het schrijven van de roman nog modieus was, maar intussen alweer archaïsch aandoet: ‘Naaistreek.’ ‘Arelaxed.’ ‘Maar écht.’ Beide minpunten komen echter voort uit het feit dat Huff het verhaal écht door Ben laat vertellen, alsof de opkrabbelende achttienjarige als een wijze oom naast je zit om je te vertellen hoe hij een puinhoop van zijn leven maakte. De vertelstem in het boek wordt door die truc bijna hoorbaar; er stijgt een zachte, zware, bedachtzame stem op uit de bladzijden.

Blijven drijven
Met een Twitteraccount, een Facebookpagina en een eigen Myspace voor zijn hoofdpersoon (en met behulp van een fraaie website inclusief eigen soundtrack) heeft Huff alle middelen benut om zijn debuut onder de aandacht te brengen. Eerder deden Hanna Bervoets (via multimedia) en Tina Weemoed (door een onopgehelderd pseudoniem) min of meer hetzelfde. Iedere hype zinkt echter ooit naar de bodem van de boekenzee en dan blijven alleen de goede romans drijven. Een voorspelling: Dagen van gras zal nog heel lang blijven drijven, net zolang tot Huff het met een nieuw boek zelf naar de vergetelheid schrijft. Sommige mensen hebben het nu eenmaal allemaal.