Film / Films

Alleskunner speelt waaghals

recensie: 127 Hours

James Franco is niet zomaar de zoveelste aantrekkelijke acteur. Hij is een alleskunner, of in ieder geval iemand die alles wil kunnen. Misschien is het juist die eigenschap die hem zo geschikt maakt voor de rol van durfal Aron Ralston in 127 Hours.

Een weekendje bergbeklimmen in de Blue John Canyon in de Amerikaanse staat Utah. Aron Ralston vond het in 2003 niet nodig om zijn familie daarover te informeren. Vol goede moed trekt hij de bergen in, zijn natuurlijke habitat. Tussen de rotsen voelt hij zich de koning te rijk. Hoe oerstom het is dat hij niemand heeft verteld waar hij heen ging, realiseert hij zich als hij met zijn hand tussen een rotswand en een rotsblok vast komt te zitten.

Overleven

~

De overlevingsfilm speelt zich voornamelijk af tussen de rotsen, op niet meer dan een vierkante meter. Het draait allemaal om een man, een hele uitdaging voor een acteur. Regisseur Danny Boyle doet het nodige om afwisseling in de film te brengen door Ralstons gedachten aan zijn familie en ex-vriendin te verbeelden, maar uiteindelijk leunt de film toch voornamelijk op de overtuigingskracht van de hoofdrolspeler. Net als Ralston moet hij zien te overleven. Elke minuut moet hij de film dragen, zorgen dat het publiek meeleeft, zich identificeert, het lijden voelt, en met de hoofdpersoon afscheid neemt van zijn hand.

Voor de ambitieuze James Franco is dat geen probleem. Geen wonder, want zelf is hij net als Ralston iemand die de uitdagingen opzoekt. Toen hij een aantal jaar geleden doorbrak met de

~

Boyle wilde al jarenlang een film maken over de benauwde uren die Aron Ralston doormaakte. Hij kon het jammer genoeg niet laten om het ware verhaal in het begin iets aan te zetten met een onrealistische scène over een paradijselijk ondergronds meer. Verder levert hij prima werk af. Maar een stap verder doet hij niet. Dat hoeft ook niet als je Franco gecast hebt. Het is jammer dat Colin Firth de gedoodverfde favoriet voor de Oscar is.