Film / Achtergrond
special: Film Festival Breda 2011

Deel 1

Volgens de organisatie waren de bezoekcijfers van dit jaar vergelijkbaar met die van 2010: rond de 12.500. Dan moet het IFFB ze vorig jaar toch goed verstopt hebben want deze derde editie van het Filmfestival Breda voelde een stuk levendiger aan dan de vorige keer dat we hier waren.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3

Inhoud: Miral | Neds | Rabbit Hole | Happythankyoumoreplease | Catfish | Our Day Will Come

Hoe dan ook, Breda zet zichzelf langzaamaan op de Nederlandse filmkaart. Dat doen ze met een eclectisch programma waarin grote publieksfilms en gepolijste arthousefavortieten gecombineerd worden met werk van eigenzinnige filmmakers als Gregg Araki en Romain Gavras. Dit wordt aangevuld met een selectie aan speciale eenmalige vertoningen, een verzameling films rond het thema (Un)Plugged, een programma rond het werk van Maria Goos, verschillende blokken met korte films en een drietal Brabantse films als representanten van wat er het afgelopen jaar in de streek rondom Breda is gemaakt. Buiten dit bioscoopaanbod om vertoont het IFFB ook nog films en mediakunst op een aantal plekken in het centrum van de stad.

~

De Palestijnse journaliste Rula Jebreal schreef een autobiografische roman over de geschiedenis van Jeruzalem sinds de bezetting in 1947, en haar rol in het Palestijnse verzet. Een goede bron voor een spannende en relevante film maar de bewerking van Julian Schnabel mist een coherente visie en een goed script. De Indiase actrice Freida Pinto (Slumdog Millionaire) is de Palestijnse Miral, een jonge vrouw die zich mee laat slepen door het verzet tegen de Israelische bezetter. De cameo’s van Vanessa Redgrave en Willem Dafoe roepen vooral vragen op en leiden af van de centrale plotlijn. Het eigenzinnige camerawerk is van Eric Gautier, die speelt met onscherpte en een beperkt kleurenpalet maar ook te ver gaat met zijn nerveuze handheld shots.

Maar het grootste probleem is zoals gezegd het script. Schnabel springt door de tijd als hij het verhaal van vier verschillende vrouwen vertelt, maar hij mist een dragende structuur en uitgewerkte personages om dit alles bij elkaar te houden. Hiam Abbass is een goed actrice maar haar personage, een Palestijnse vrouw die in 1948 een weeshuis begint dat ze tijdens de eerste Intifada, ruim veertig jaar later, nog steeds runt, is slecht uitgewerkt en voorzien van oneliners die uit geschiedenisboeken lijken te komen. Als een andere vrouw zich aansluit het verzet en een bom wil plaatsen in een Israelische bioscoop draait daar Roman Polanski’s Repulsion. Het is tekenend dat de spanning in die stressvolle situatie wordt opgeroepen door Catherine Deneuve, en niet door de bom die de vrouw onder een stoel schuift. Nu blijft Miral vooral een geschiedenisles voor kijkers die alweer vergeten waren dat het vredesverdrag dat in 1993 in Oslo is gesloten, waarin 22% van het grondgebied aan de Palestijnen werd toegewezen, nog steeds niet is uitgevoerd. (Erik Kersten)
Terug naar boven

~

John McGill is een veelbelovende leerling. Hij haalt hoge cijfers en zijn moeder en tante hebben hoge verwachtingen van hem. Tijdens de heuglijke afsluiting van de basisschool wordt John bedreigd door een jongen. Het is een van de aanwijsbare punten dat het John niet gemakkelijk gemaakt wordt om hogerop te komen. Zijn thuissituatie draagt er ook niet aan bij: zijn alcoholistische vader (een rol van Mullan zelf) schreeuwt dagelijks zijn moeder de huid vol en zijn broer leidt zijn eigen getroebleerde leven. Langzaamaan ontstaat er een ommekeer bij John en blijkt hij niet langer te kunnen vechten tegen de destructie die zijn omgeving zo kenmerkt. En gebeurt het onvermijdelijke: John wordt een Non Educated Delinquent.

Net als Orphans en The Magdalene Sisters is Peter Mullans derde speelfilm rauw en realistisch in beeld gebracht, met aandacht voor maatschappelijke posities en sociale verhoudingen. Een scène, waarin John ondervraagd wordt door de welgestelde moeder van een vriend, toont op subtiele wijze waar het om draait in Neds: namelijk hoe er tegen de lagere klasse van de samenleving aangekeken wordt en hoe moeilijk, zo niet ondoenlijk, het is om op te boksen tegen de daarbij horende verwachtingen en vooroordelen. John komt in een vicieuze cirkel terecht en gaat hetzelfde pad op als zijn broer, ondanks de kansen die hij heeft. Op indringende, schrijnende maar ook humoristische wijze geeft Mullan de positie van de lagere Schotse klasse in de troosteloze jaren zeventig weer. En hoewel alle acteurs overtuigen, zet de debuterende Conor McCarron een onvergetelijke prestatie neer als John, die alle hoop op een beter leven heeft opgegeven. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

~

Nicole Kidman is de laatste jaren vooral in het nieuws om haar ster-zijn, maar ze kan wel degelijk goed acteren. Iets dat ze opnieuw bewijst in Rabbit Hole, waarin ze een rouwende moeder speelt maar haar emoties subtiel en met ingehouden frustratie en woede aan de oppervlakte laat komen, met af en toe een uitbarsting die recht doet aan de vreselijke situatie waarin zij en haar man zich bevinden. De film, gebaseerd op een stuk van David Lindsay-Abaire, die ook het scenario schreef, gaat over verlies en rouw en de moeizame weg uit het bijbehorende dal. Becca (Kidman) en Howie (Aaron Eckhart) hebben acht maanden geleden hun vierjarig zoontje verloren. Howie probeert langzaamaan de draad weer op te pakken maar Becca is sind het ongeluk volledig in zichzelf gekeerd en wijst alle hulp en toenadering af. De praatgroep waar Howie haar mee naartoe neemt maakt het verzet alleen maar erger. Zeker als een aantal leden God erbij haalt die voor alles wel een verklaring zal hebben. Becca heeft haar baan bij Sotheby’s opgegeven en wordt in haar eigen huis vierentwintig uur per dag geconfronteerd met haar dode zoon. Als ze toenadering zoekt tot de jongen die, volledig buiten zijn schuld om, haar zoon heeft doodgereden begint er echter iets te schuiven.

Films over het verlies van een kind zijn er legio gemaakt de laatste jaren. Het is een onderwerp waar sterke cinema uit te halen valt, maar veelal gaat dit gepaard met een nauwelijks te overkomen serieusheid. Iets ergers is er niet willen de filmmakers vaak zeggen, maar de kijkervaring wordt dan wel erg zwaar. Het sterke aan Rabbit Hole is dat regisseur John Cameron Mitchell (die toch niet bekend staat om zijn subtiliteit) veel nuances in zijn film weet te stoppen en, vooral ook, humor. Humor waarbij verdriet als katalysator dient werkt het sterkst, juist door die schrijnende tegenstelling. De lach komt in eerste instantie van Dianne Wiest die als Becca’s moeder ook met verlies van een kind te maken heeft gehad, Becca’s broer stierf aan een overdosis, maar haar levenskracht heeft behouden. Wiest kan als geen ander humor laten opstijgen uit de meest dramatische situaties, zoals in een familie-uitje naar de bowlingbaan dat in een achtbaan aan emoties eindigt. Maar ook de andere personages komen af en toe aan een lach toe of weten hun ellendige situatie te relativeren. Howie en Becca vallen diep in het konijnenhol en hun val ontregelt en desorienteert ze. Maar er is hoop, ergens aan het eind van die lange tunnel. (Erik Kersten)
Terug naar boven

~

In Happythankyoumoreplease wordt een aantal dertigers in New York gevolgd in hun zoektocht naar geluk en liefde. Zo is er Sam, een worstelend schrijver, die op een dag waarop alles mis lijkt te gaan het thuisloze jongetje Rasheen in de metro ontmoet. Sam besluit zich over hem te ontfermen en geleidelijk aan ontstaat er een band tussen de twee. Ondertussen laait ook de liefde op, want Sam heeft een oogje op zangeres Mississippi. Maar hoe kan je de zorg voor een jongetje, een verliefdheid en je werk in goede banen leiden? Sams beste vriendin Annie heeft een aandoening waarbij zij haar haar verliest, wat van invloed is op haar zelfbeeld en de relaties die ze aangaat. En Charlie denkt erover te verhuizen naar Los Angeles, een idee dat zijn relatie met Mary Catherine nogal onder druk zet.

Josh Radnor, vooral bekend als acteur uit de serie How I Met Your Mother, schreef het script, regisseerde de film en nam de rol van Sam op zich. Zijn film doet qua onderwerp en setting nog het meest denken aan de bekende tv-serie Friends, waar verschillende dertigers samenleven en hun alledaagse beslommeringen getoond worden. Stilistisch gezien zijn er vergelijkingen met Adventureland (2009), waarin realisme en humor elkaar afwisselen, bijgestaan door een hippe soundtrack. Helaas ontbreekt het in Radnors film aan scherpe dialogen en een goed script. De perikelen van de dertigers zijn te soft, te gemaakt en missen aan overredingskracht. De personages komen daardoor kunstmatig en leeg over en gaan juist meer van de kijker af staan in plaats van dat ze beroeren en herkenning geven. Het draait in Happythankyoumoreplease klaarblijkelijk meer om de verpakking, muzikaal bijgestaan door de Amerikaanse folk-zangeres Jaymay, dan om de inhoud. Waarmee Radnor de zoveelste dertien in een dozijn feelgood-indiefilm aflevert. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

~

Het fenomeen dat Facebook is, begint inmiddels ook de filmwereld binnen te dringen. Meest prominent is uiteraard The Social Network, maar waar dat vooral een film is over de oprichter ervan gaat Catfish over het platform zelf. En vooral de gevaren ervan. De New Yorkse fotograaf Nev Schulman raakt bevriend met de achtjarige Abby, die in het verre Michigan woont, als ze hem een schilderij van haar hand stuurt, gebaseerd op een van zijn foto’s. Nev raakt op Facebook steeds meer geintegreerd in Abby’s sociale netwerk van familie en vrienden. Abby schildert niet alleen, ze kan ook paardrijden, heeft een erg leuke moeder, Angela, en een mooie negentienjarige halfzus, Megan. Nev begint met Megan te flirten, en al snel worden de twee verliefd. Megan is ook zeer getalenteerd en stuurt Nev MP3’s met eigen liedjes. Toevallig komt Nev erachter dat haar muziek wel erg veel lijkt op nummers die hij op Youtube tegenkomt, en langzaam begint er iets te knagen. Nev moet voor zijn werk naar Colorado en op de terugweg besluiten hij, zijn broer en een vriend via Chicago te gaan en naar het huis van Abby en Megan te rijden. Als verrassing maar ook om achter de waarheid te komen.

Die waarheid sblijkt uiteindelijk wel schokkend maar komt ook weer niet onverwachts. De vraag die je jezelf tijdens het kijken vooral stelt is of dit alles echt gebeurd is of dat de makers de hele film in scene hebben gezet. Het feit dat dit tot het einde onduidelijk blijft is in elk geval een compliment. Het hoofdpunt van Catfish is zeer valide. Als we iets echt willen is de neiging om tegenstrijdige signalen te negeren erg groot. Nev wil geloven in de goedheid van de familie en zijn liefde voor Megan, dus komen zaken die dat beeld verstoren maar moeilijk binnen. Tegelijkertijd is die fascinatie voor de familie een vreemde. Nev ziet er goed uit, heeft een fijne baan in een prachtige stad en heeft vast geen moeite om vrienden en een relatie te vinden. Maar ondanks de twijfels over de echtheid en de oprechtheid veroorzaakt Catfish toch een brok in de keel. Die wordt veroorzaakt door Angela. Abby’s moeder is een veertiger die vol bitterheid terugkijkt op een leven waar ze niet alles uit heeft gehaald. De schijnwerkelijkheid van Facebook vormde voor haar een virtuele spiegel waarin ze alles mooier kon laten lijken dan het was. Een tragische heldin die verstrikt is geraakt in haar zelfgesponnen web. (Erik Kersten)
Terug naar boven

~

Our Day Will Come was een van de verrassendste en meest bizarre films die Breda dit jaar te bieden had. Vincent Cassel speelt in deze ongrijpbare film de rol van Patrick, een man met rood haar, die de eveneens roodharige Rémy toevallig tegenkomt. Rémy heeft het zwaar. Vanwege zijn rode haar wordt hij belachelijk gemaakt in zijn voetbalteam en ook zijn zus en moeder doen lelijk tegen hem. Wanneer hij ruzie heeft met zijn zus, laaien de emoties dusdanig hoog op dat Rémy ontploft. Hij rent weg en komt Patrick tegen, die hem meeneemt in zijn auto. Patrick ontfermt zich op ongewone wijze over Rémy. Hij leert hem op te komen voor zichzelf, aan de hand van uitdagingen en confrontaties die hij opzoekt. Gaandeweg krijgen de mannen een band en besluiten ze naar Ierland te gaan, om hun roodharige broeders op te zoeken en eindelijk ergens thuis te horen.

Our Day Will Come is een vreemde en niet te categoriseren film. Is het drama, realisme, absurdisme? Het is een mengelmoes van genres en ook qua verhaallijn gaat de film alle kanten op. Uitgangspunt is het rode haar dat beide mannen hebben, de oorzaak van pesterijen en er niet bij horen. Het is tijd om terug te vechten, aldus Patrick, en terug te nemen wat van ons is. In hun reis door Noord-Frankrijk zorgt Patrick met zijn vreemde en uitdagende gedrag voor escalaties en Rémy lijkt ontvankelijk voor de destructieve houding van zijn broeder. De relatie tussen de twee wordt niet toegelicht. Is het vriendschap, broederschap, is er sprake van een homo-erotische relatie? Gavras roept met zijn film veel vragen op, die niet beantwoord worden. Maar juist omdat Our Day Will Come niet te plaatsen is, juist door de vreemde, beladen en gewelddadige dialogen en acties en de pompende soundtrack van Sebastian, is het een bij vlagen briljante film die een onuitwisbare indruk achterlaat. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven