Boeken / Non-fictie

De hoge vlucht en diepe val van ‘De Reus uit Rotterdam’

recensie: Biografie: C.B. Vaandrager

Momenteel mag de biografie zich verheugen in een ongekende populariteit, reden te meer om eens uitgebreid stil te staan bij dit hybride genre met een reeks over de biografie. Dit keer: Vaan: Het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager van Menno Schenke.

Cornelis Bastiaan Vaandrager wordt in 1935 geboren als zoon van een postbode in Rotterdam-zuid. Zijn literair debuut, Leve Joop Massaker, wordt door critici in één adem genoemd met het vroege werk van Claus en Van het Reve. In de loop van zijn leven blijkt Vaandrager echter niet in staat te zijn om de hoge verwachtingen waar te maken.

Jaloers op het succes van anderen en zelf ternauwernood in staat om van de pen te leven, trekt Vaandrager zich terug in zijn eigen wereld. Als grootgebruiker van hash en speed, schrijft hij voor een steeds kleiner wordende groep liefhebbers over zijn leven in Rotterdam. Dertien jaar na zijn dood in 1992, verschijnt van de hand van Menno Schenke, kunstredacteur van het Algemeen Dagblad, het verhaal over de hoge vlucht en de diepe val van ‘De Reus uit Rotterdam’.

De glans van het dagelijks leven

Vaandrager (links) met Jan Cremer (rechts) op Ibiza (1962). Foto uit besproken boek.
Vaandrager (links) met Jan Cremer (rechts) op Ibiza (1962). Foto uit besproken boek.

In Vaan vertelt Menno Schenke op evenwichtige wijze over de hoogte- en dieptepunten uit het leven van C.B.Vaandrager. Het is bewonderenswaardig hoe diep hij hierbij heeft weten door te dringen tot de grote kring van mensen waar Vaandrager zich in zijn leven mee omringde. Hij sprak met meer dan veertig personen, waaronder – niet altijd even toegankelijke – artistieke collega’s als Jan Cremer, Armando, Simon Vinkenoog en Hans Sleutelaar. De biografie van Vaandrager kan hierdoor worden ingekleurd met een schat aan vermakelijke anekdotes.

In de vele sterke verhalen die in Vaan langskomen schittert Vaandrager in zijn rol als losgeslagen feestganger. Zo stroopt hij tijdens het dansen zijn zwart lederen broek naar beneden om tegen het onderbeen van één van zijn vriendinnen te urineren. Op een ander feest wordt hij verzocht het pand te verlaten wanneer hij de hond van de gastheer aftrekt. Wanneer, op weer een ander feest, de hashwalmen zijn neergeslagen, wordt Vaandrager wakker naast de vrouw van een van zijn beste vrienden. De gehele literaire ontwikkeling van Vaandrager vindt plaats in een jongerencultuur die opbloeit tussen de puinhopen van een kapotgeschoten stad. Schenke beschrijft dit op een fraaie wijze.

Vaandrager werkt in deze ‘bewogen jaren’ met de dichters Hans Verhagen, Armando en Hans Sleutelaar aan de avant-gardistische literaire bladen Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. Gezamenlijk propageren ze een nieuwe esthetische opvatting. Poëzie zou niet langer uit ‘het poëtische’, maar uit ‘het anti-poëtische’ geboren moeten worden. Geschreven in de normale omgangstaal, ontstaan gedichten over de alledaagse werkelijkheid. De dichters proberen het publiek gevoelig te maken voor de schoonheid of de ironie van hele normale dingen. Na een bezoek aan Madurodam zou Vaandrager bijvoorbeeld de regel “de kroketten in het restaurant zijn aan de kleine kant” optekenen.

Twee gaten op keelhoogte

Nederlandse redactie Gard Sivik (vlnr) Hans Sleutelaar, Armando, Hans Verhagen, Cornelis Bastiaan Vaandrager. Foto uit besproken boek.
Nederlandse redactie Gard Sivik (vlnr) Hans Sleutelaar, Armando, Hans Verhagen, Cornelis Bastiaan Vaandrager. Foto uit besproken boek.

Vanwege toenemend drugsgebruik en een meer teruggetrokken leefwijze, zou Vaandrager veel van de vrienden uit de eerste helft van zijn leven in de loop van de jaren zeventig uit het oog verliezen. Schenke kan, in de beschrijving van de laatste twintig jaar van zijn leven, dan ook minder steunen op de verhalen uit zijn omgeving. Schenke heeft duidelijk minder goed weten door te dringen tot de kring van mensen die zich in deze periode om Vaandrager vormt. De gaten die in de beschrijving van zijn leven vallen worden in toenemende mate opgevuld met de zakelijke rapporten van politie en klinieken. Het menselijke gezicht van de dichter verdwijnt hierdoor langzaam uit het zicht.

In de jaren zeventig schrijft Vaandrager twee grote romans, De hef en De reus van Rotterdam. Net als in latere verhalen en gedichten komen hierin honderden mensen, gebeurtenissen en plaatsen uit zijn eigen leven voor. Hij schrijft de verhalen die hij vertelt in de woorden zoals hij ze om zich heen hoort klinken. Critici klagen, niet geheel ten onrechte, dat het voor buitenstaanders moeilijk is om vat te krijgen op zijn werk. Doordat hij dicht op het leven en werk van de dichter zit, weet Schenke wél tot een aantal cruciale passages uit zijn latere werk door te dringen. Ogenschijnlijk nietszeggende regels blijken te herleiden te zijn tot dramatische gebeurtenissen uit het leven van Vaandrager.

Twee gaten op keelhoogte.
Nie meer doen.
Miles, voor jou.

De ijzingwekkende realiteit achter de bovenstaande regels kan pas doordringen wanneer duidelijk wordt dat Vaandrager refereert aan een poging om zichzelf met een vleesmes van het leven te beroven. Naast de evenwichtige beschrijving van de lichte en de donkere dagen uit het bewogen bestaan van C.B.Vaandrager, ligt hier een andere grote kwaliteit van het werk van Schenke: anders onbegrijpelijke verwijzingen naar een dramatisch leven worden ermee gered van de vergetelheid.

Zie ook in deze reeks: Barry Miles, Charles Bukowski, Karel Wasch, Jack Kerouac, Wim Hazeu, Vestdijk: een biografie, Rüdiger Safranski, Friedrich Schiller of de uitvinding van het Duitse idealisme en Peter Gay, Freud. Pionier van het moderne leven.