Boeken / Non-fictie

De zondvloed deel 3

recensie: Boeken in de boekenweek

In de boekenweek wordt zoals vanouds een heel rijtje coryfeeën uit de kast gehaald die helaas niet noodzakelijkerwijze kennis van zaken hebben. De ietwat laffe keuze voor gevestigde namen is dan ook niet altijd toe te juichen. Waarom een tv-presentator per se zijn licht moest laten schijnen over de klassieke muziek is ons dan ook een raadsel. Evenmin wil het duidelijk worden waarom de naam van wijlen Boudewijn Büch bezoedeld moet worden met de publicatie van enkele onaffe resten uit zijn bureaula. Echt bevorderlijk voor de kwaliteit is het allemaal niet.

Paul Witteman – Erfstukken.

“Wie een voorsprong in kennis heeft omdat hij nu eenmaal onder de vleugel zat, wil anderen zoveel mogelijk liefde voor de muziek bijbrengen,” schreef Paul Witteman in Hoor en wederhoor: de klassieke keuze van Paul Witteman. Een bundeling van oppervlakkige stukjes voor het Volkskrant Magazine waarin de televisiecoryfee uitlegt waarom hij wel van Bach en Ravel houdt, maar niets moet hebben van Wagner en Brahms.

Richard Wagner
Richard Wagner

In zijn boekenweekessay Erfstukken borduurt Witteman hier vrolijk op voort. In korte hoofdstukjes doet Witteman zijn eigen muziekgeschiedenis uit de doeken, waarbij zijn ooms Willem en Hendrik Andriessen uiteraard niet onvermeld blijven, en ook neef Louis ter sprake komt. Jammer genoeg zonder dat Witteman over de beroemdste moderne componist van de laatste vijfentwintig jaar een waardeoordeel velt, daarvoor blijft Witteman te veel op de vlakte.

Dat de families Witteman en Andriessen het niet op Duitse muziek hebben, wisten we ook al veel langer, en de achtergronden zijn veel beter verwoord door Louis Andriessen in zijn essaybundel Gestolen tijd. Witteman komt hier niet veel verder dan clichés over Wagners “moeizame gevecht tussen harmonie en ontlading”. Ook elders aan clichés geen gebrek. Wat te denken van een dooddoener als “Muziek begint waar woorden ophouden”?

Oefenen of talent?


De andere helft van Erfstukken draait om de vraag of muzikaal talent erfelijk is of niet. Ook hierop krijgen we het voorspelbare antwoord. Witteman haalt onderzoeken aan waaruit blijkt dat vooral veel en hard oefenen doorslaggevend is, en komt tot de conclusie dat hijzelf op het conservatorium mislukt is omdat hij simpelweg te weinig oefende.

Muzikale voorkeuren erf je misschien, talent niet. Ook schrijftalent niet, zo blijkt uit Erfstukken, want de vermakelijkste zinnen uit het hele boekje zijn afkomstig van Hendrik Andriessen, naast componist muziekrecensent voor het Haarlemsch Dagblad. Een enkele zin als “Meegesleept worden door de muziek moet iets anders wezen dan met de haren in de kamer van de componist getrokken te worden om zijn levensernst te delen” getuigt van meer schrijftalent dan Witteman in honderden Volkskrant-stukken heeft laten zien. Blijven oefenen dan maar. (Henri Drost)

Uitgever: Stichting CPNB • Prijs: € 2,50 • 64 pagina’s • ISBN 90-5965-030-1

Boudewijn Büch – De bril van Buddy Holly

Boudewijn Büch († 2002) telde graag grof geld neer voor allerlei memorabilia. Als het voorwerp maar ooit toebehoorde aan een grote schrijver, een Amerikaanse president of één van de pioniers van de rock-‘n’-roll – drie van zijn verzamelcategorieën. De stevige hoornen bril van de op zijn 23e door een vliegtuigongeluk omgekomen Buddy Holly: een relikwie van de bovenste plank. Büch zag de bril ooit, maar durfde hem niet op te zetten. Het zou een ontheiliging zijn. Een andere bril met even zwaar montuur waagde hij nog wel op de eigen neus te plaatsen: die van Roy Orbison.

Buddy Holly
Buddy Holly

Buddy Holly, Roy Orbison, maar ook Chuck Berry, Carl Perkins en Mick Jagger waren mythische figuren voor Büch. Bob Dylan niet, die verfoeide hij. En de bandnaam van dat viertal uit Liverpool weigerde hij steevast op papier te zetten. Büch was in zijn doen en laten een fanaticus, wat zich uitte in de hem kenmerkende verzamelwoede. Voor tv-programma De wereld van Boudewijn Büch reisde hij naar de plekken waar zijn helden opgroeiden – vaak vlekjes op de Amerikaanse landkaart. Hier zocht hij naar de ontstaansgeschiedenis van legendarische popliedjes als Peggy Sue of Blue Suede Shoes.

Vlak voor zijn sterven leverde Büch bij zijn uitgever een pril manuscript in “voor een kleine introductie tot de nog zeer jonge verzamelleer van de popmemorabilia”. Ter gelegenheid van de Boekenweek verschijnt het manuscript in een dun boekje, aangevuld met een aantal overbodige muziekcolumns die eerder in VARA TV Magazine verschenen. Die toevoeging tekent de gebrekkigheid van de uitgave. De echte stukken zijn enthousiasmerend, maar door hun kortademigheid niet meer dan dat. Bij leven had Büch er vast een mooi, aanstekelijk boek van kunnen maken, en geen wegwerppocket.

Uitgever: Arbeiderspers • Prijs: € 14,95 • 115 pagina’s • ISBN: 90-295-6328-1

Lees ook: Boekenweek 2006 – een overzicht