Film / Achtergrond
special: Het 26e Nederlands Film Festival

NFF 2006

De 26e editie van het Nederlandse Film Festival in Utrecht zit er weer op. Meer dan 300 speelfilms, documentaires en korte films zijn er te zien geweest, waarvan een selectie heeft gestreden om de Gouden Kalveren. 8WEEKLY deed gedurende het festival – van 27 september tot en met 6 oktober – verslag.

~

3 oktober

Ellende-moeheid
Blackwater Fever
Cyrus Frisch, 2006

Met Blackwater Fever wil Cyrus Frisch op zoek naar het antwoord op de vraag hoe de moderne Westerse mens zich wapent tegen wereldleed. Een aan malaria lijdende man rijdt, samen met zijn vrouwelijke metgezel, door de woestijn tussen Los Angeles en Las Vegas. Deze woestijn gaat langzaam over in Afrika, waar langs de kant van de weg allerlei verschrikkelijke taferelen zich afspelen die de man totaal lijkt te negeren.

~

Deze film heeft meer weg van een iets te lange kunstfilm dan narratieve cinema. De experimentele shots en montage werken vooral op een esthetisch niveau en soms zelfs irriterend, maar voegen verder niet veel toe aan de boodschap die deze film wil uitdragen. Ook is de ‘leerzame stille reis door de woestijn’ een ver uitgemolken concept. Over het algemeen mist deze film een groot deel van de tijd een echte impact. De boodschap ligt er te dik bovenop en de film dreigt af en toe te verzuipen in zijn eigen goede bedoelingen. De ‘verschrikkingen’ die de man ziet zijn spaarzaam en vooral zijn ziekte en interactie met zijn reisgenote lijken de hoofdrol te spelen. Het onsamenhangende en bijna impactloze deel van de film blijkt echter een middel om extra te schokken met het heftige einde, dat als een mokerslag neerdaalt. Dit maakt de kijker bewust van zijn eigen afstomping en maakt een hoop goed voor het uiteindelijke gevoel waarmee men de bioscoop verlaat. (Anouk Werensteijn)

Positieve ontwikkeling?
Kleur in de Klas
Ireen van Ditshuyzen, 2006

In 2001 werd in Rotterdam door enkele ‘blanke’ ouders een initiatief opgezet waarbij zij hun kinderen bij een zwarte school inschreven, zodat deze weer gemengd zou worden. Het proces werd vastgelegd en Ireen van Ditshuyzen kijkt anno 2006 hoe het met dit project gesteld staat.

~

Kleur in de Klas is dan wel bedoeld als een idealistische, positieve film met een hoopvolle boodschap, maar er wordt wel erg luchtig omgegaan met de zware problematiek (integratieproblemen en onderwijsachterstand bij kinderen van allochtone afkomst). De film geeft het gevoel dat er sprake is van een positieve ontwikkeling in Nederland, ook door de statistieken die zeggen dat het aantal zwarte scholen afneemt, maar het feit blijft dat de ouders in de film bezorgd zijn over de kwaliteit van het onderwijs dat aan hun kinderen wordt aangeboden en het project niet altijd even soepel verliep. Daarnaast komt een aantal leerlingen uit groep 8 aan het woord die duidelijk maakt dat er bij veel allochtone kinderen een groeiende angst is niet geaccepteerd te worden, of om geen carrièreperspectieven te hebben vanwege hun afkomst. Hoewel ook deze punten aan bod komen, neemt dit niet weg dat de film een beetje aan de oppervlakte blijft en vooral vermakelijk wil blijven. Een beetje meer ernst had er dus wel in gemogen. “Integratie is wél mogelijk!” roept regisseuse Ireen van Ditshuyzen enthousiast. Wat dan toch wel opvalt is dat vrijwel alle aanwezigen in de bioscoopzaal blank zijn. (Anouk Werensteijn)

Slachtoffers van een politiek spel
Tuin der afwezigen
Ramon Gieling, 2006

Pilar Manjón is een van de nabestaanden van de 192 doden die vielen bij de aanslag op 11 maart 2004 in Madrid. Zij verloor haar zoon, die op weg was naar de universiteit, en is nu de woordvoerster van de slachtoffers en nabestaanden van de ramp. Zij sprak het Spaanse congres verwijtend toe, die de ramp misbruikten voor hun campagnes in het kader van de verkiezingen die vlak na de ramp plaatsvonden. Aanhangers van extreem rechts beschuldigden haar met dreigbrieven ervan de oorzaak te zijn van het verkiezingsverlies van de Partido Popular. Het enige eerbetoon aan de slachtoffers is een tuin met 192 cipressen – ‘de tuin der afwezigen’ – eentje voor elk slachtoffer.

~

Met zeer weloverwogen esthetische beelden en een speciaal gecomponeerd muziekstuk dat met piano en cello wordt opgevoerd is deze documentaire enigszins overbodig theatraal, maar dat doet geen afbreuk aan hoe aangrijpend het is. De beelden van Pilar die het congres toespreekt, de aan haar geadresseerde dreigbrieven die ze voorleest, de onderlinge gesprekken van de nabestaanden en de slachtoffers, het is allemaal even hartverscheurend. Verder zijn de politieke spelletjes en kortzichtigheid van de schrijvers van de dreigbrieven onbegrijpelijk en ronduit bizar, wat maakt dat het gevecht van Pilar om de waarheid boven tafel te halen en de nabestaanden een stukje rust en respect te bezorgen je diep van binnen raken. Een indrukwekkend portret van een bijzondere vrouw. (Anouk Werensteijn)

Eindeloze dagen in uitzichtloze ledigheid
Kinderen van Stalin
Harrie Timmermans, 2006

Het Alexander Kajaia Mental Hospital in het Georgische Surami is een plek van vergane glorie. Ooit telde dit psychiatrische ziekenhuis zevenhonderd patiënten, maar vijftien jaar na de onafhankelijkheid zijn er nog maar dertig mannelijke en veertig vrouwelijke patiënten aanwezig. Harrie Timmermans brengt een schrikwekkend beeld van het armoedige ziekenhuis, dat kampt met voedseltekort, slechte faciliteiten en luizen, en waar de bewoners niets te doen hebben dan ronddwalen en voor zich uit prevelen.

~

De eindeloosheid van de dagen in het ziekenhuis is tot het tergende toe te voelen. Timmermans laat geen ruimte onbehandeld en laat zijn camera bijna schaamteloos langs de vragende blikken van de patiënten glijden. Omdat zowel de patiënten als de kijker zich duidelijk bewust zijn van de aanwezigheid van de camera ontstaat het gevoel een indringer te zijn in een verboden wereld. De uitzichtloosheid en verveling druipen van het scherm af en laten een moedeloos gevoel achter. Dit betekent wel dat de film niet altijd even prettig is om te kijken, zo’n overdosis ellende is soms net iets teveel. Maar daarmee weet de regisseur op een uitstekende manier het gevoel over te brengen dat het dagelijkse leven in dit ziekenhuis voortbrengt. Gevuld met aandoenlijke momenten, waarbij soms een gedicht of een oud liedje naar boven komt, is dit een zeer geslaagde film. (Anouk Werensteijn)

Een ritje op de achterbank van de onderwereld
Nachtrit
Dana Nechustan, 2006

Dennis van der Horst (Frank Lammers) is een taxichauffeur die samen met zijn broer Marco een limousineservice wil opzetten en daarvoor een taxivergunning nodig heeft. Dennis ziet geen andere keuze dan zich te wenden tot ome Jan, een louche crimineel met een grote invloed in de taxiwereld. Dennis kan nu eindelijk met behulp van een lening een betere, nieuwe taxi kopen en de plannen voor de limousineservice serieuze vormen gaan geven. Dan wordt er echter een nieuwe wet ingevoerd, die de markt vrijgeeft en zo Dennis’ vergunning waardeloos maakt.

~

In Nachtrit schept regisseur Dana Nechushtan een duistere wereld die nauwelijks nog herkenbaar is als Amsterdam en meer lijkt op een nachtmerrieachtige wereld waar niemand te vertrouwen is en agressie de boventoon voert. Vanaf de eerste scène weet zij een grimmige sfeer neer te zetten, mede dankzij de overvloed aan nachtelijke scènes. De spanning is voelbaar en bouwt zich langzaam steeds meer op, er is vanaf het begin een voorbode van onheil te voelen. Dennis van der Horst is een laffe sjacheraar die steeds verder verzeild raakt in zaken die ver boven zijn hoofd gaan. Later weet hij zich echter tot held te ontpoppen die de zaak naar zijn hand weet te zetten en koste wat het kost het geweld en onrecht dat tegen hem, zijn familie en collega’s is gericht te stoppen. Een film die op momenten weet te verrassen met onverwachte en heftige scènes, maar vooral bewijst dat de Nederlandse fictieve film zich steeds beter weet te ontwikkelen, zowel op esthetisch niveau als op acteerniveau. (Anouk Werensteijn)

1 oktober

Niemand was erop voorbereid
In mei – Rotterdam 1940
Mark Schmidt, 2006

In de tijd dat bombardementen in het Midden-Oosten aan de orde van de dag zijn, kunnen we ons nauwelijks meer voorstellen dat zo’n 66 jaar geleden ook Nederland onderhevig was aan een tragische en verwoestende gebeurtenis; de bombardementen op Rotterdam in 1940 zijn voor de jonge generatie al een ver-van-mijn-bedshow. Dit geldt niet voor de oudere generatie die er bij was – zij weten het nog als de dag van gisteren.

~

Met In mei – Rotterdam 1940 schetst Mark Schmidt een levendig verslag van de invasie van de Duitsers op 10 mei 1940 en de daarop volgende dagen tot aan de bombardementen op 14 mei. Aan de hand van interviews met mensen die er die verschrikkelijke vier dagen getuige van waren hoe de stad met de grond gelijk werd gemaakt, wordt het begin van de oorlog in Nederland vanuit verschillende oogpunten verteld. Dat er nog steeds sprake is van een diep emotioneel litteken is goed te merken aan de geïnterviewden, die een generatie representeren die totaal niet voorbereid waren op een oorlog en moesten ontwaken uit een jarenlang gevoel van veiligheid dat in één klap ontkracht was. Naast de interviews wordt er spaarzaam gebruik gemaakt van archiefbeelden en wordt er voorgelezen uit brieven van Duitse soldaten die meededen aan de aanval. Dit geeft de documentaire een zeer menselijke, persoonlijke inslag die de ellende van beide kampen belicht. Een simpel opgezette film die de afstand en groeiende onverschilligheid die wij voelen bij bombardementen in het buitenland een stuk kleiner maakt. (Anouk Werensteijn)

Dood door AIDS: De booming business van Zuid-Afrika
Zaterdag is voor de Doden
Lies Niezen en Lee-Ann Cotton, 2006

AIDS is staatsvijand nummer één in Afrika. Hoewel iedereen er vanaf weet, mag de mortuarium medewerker het woord niet hardop uitspreken, omdat ‘zij’ hem in de gaten houden. De voorlichting blijkt er wel te zijn, maar de mensen lijken zich er weinig van aan te trekken. In de Zuid-Afrikaanse stad Soweto is de begrafenisonderneming een booming business. Op de begraafplaats Avalon worden al zo’n 800 doden per week begraven en er begint al ruimtetekort te ontstaan. Omdat de mensen het niet kunnen veroorloven om een vrije dag te nemen, is zaterdag dé dag om de doden te begraven.

~

Met deze documentaire wordt een schrikwekkend beeld geschetst van een land waar de dood aan de orde van de dag is. De jongeren lijken een leeg bestaan te leiden en de medewerkers van de begrafenisondernemingen zijn zo gewend aan de massa’s lijken die voorbij komen dat alle menselijkheid verdwijnt uit de lichamen die op het scherm voorbij komen. De geïnterviewden in de film maken zich zorgen over de toekomst, maar hebben ook een soort bedroevende berusting in de situatie van hun land. Hoewel de makers een soort zakelijke afstand lijken te houden, is dit een angstaanjagend portret van een proces van ontmenselijking. Dit laat je zitten met een verschrikkelijk en machteloos gevoel, maar drukt wel de realiteit op een keiharde manier in je gezicht. (Anouk Werensteijn)

Pure beeldpoëzie
Beautiful in Beaufort-Wes
Walter Stokman, 2006

Walter Stokman bezocht dichter/songschrijver Gert Vlok Nel in zijn woonplaats Beaufort-Wes, waar hij bij zijn vader inwoont. Beelden van Gert Vlok Nel die wat van zijn gedichten voorleest en enkele van zijn liedjes speelt worden afgewisseld met beelden van de verschillende groepen in de gemeenschap van Beaufort-Wes die eveneens ondersteund worden met liedjes en gedichten van Gert.

~

Wat Stokman met deze documentaire precies wil uitdragen is niet altijd even duidelijk. Wil hij een portret schilderen van Gert Vlok Nel en zijn vader of van de gemeenschap waarin hij woont, of beide? Een interview met een jonge prostituee, de begrafenis van een AIDS slachtoffer en de verhalen van agressie lijken weer te duiden op een verslag van de problemen in Zuid-Afrika. De onsamenhangende beelden lijken, mede door de begeleiding van poëzie en muziek, vooral op een soort beeldpoëzie. Misschien om de context van Gert’s inspiratie te schetsen. De verhalen die Gert’s vader aan ons vertelt lijken dit te beamen. De relatie die de stilzwijgende Gert met zijn praatgrage vader heeft is in elk geval ontroerend, de oude man is in zijn bijna onschuldige houding uiterst aandoenlijk. De bewoners van Beaufort-Wes vormen in elk geval een kleurrijk geheel, wat voor mooie beelden zorgt maar de kijker soms op het verkeerde been zet. (Anouk Werensteijn)

Voorbij de statistieken
Vaarwel VMBO
Meral Uslu en Maria Mok, 2006

De VMBO-leerlingen lijken de verschoppelingen van de samenleving te worden. Ze gaan te vroeg van school, belanden in de criminaliteit of haken af van hun vervolgopleiding. Deze documentaire zoomt in op een kleine groep VMBO-leerlingen in Amsterdam, die begeleid worden door ‘meester’ Rosier, een vrijgevochten man zonder lerarenopleiding en dus eigenlijk zonder bevoegdheden, maar wel iemand die een bijzondere chemie heeft met zijn mentorleerlingen. De instanties zijn echter niet even blij met zijn gebrek aan opleiding, dus naast de dagelijkse strijd om zijn ‘kuikens’ op de rails te houden moet hij ook nog opboksen tegen een dreigend ontslag.

~

Door middel van twee korte films geeft dit project een humoristische blik in het alledaagse leven van een onconventionele VMBO-leraar. Hij verzorgt zelf de voice-over, die soms wat statisch overkomt maar wel een betrokken indruk geeft aan de documentaire. De aandoenlijke, ontroerende maar soms ook hilarische momenten laten de kijker niet onberoerd. Bij de première is een aantal van de gefilmde leerlingen ook aanwezig en deze roepen jolig commentaar bij alles wat er gebeurt, iets dat de film nog een extra dimensie geeft. Het is nogal een opgave om van een groep, die bijna alleen maar uit statistieken bestaat een menselijk en positief gezicht te geven, zeker omdat de leerlingen in deze film ook niet altijd even goed terecht lijken te komen, maar het is Meral Uslu en Maria Mok wel gelukt. (Anouk Werensteijn)

28 september

Onovertroffen oer-Hollandse slapstick
Ober
Alex van Warmerdam, 2006

Bij Alex van Warmerdam kan een Japanse huurmoordenaar in de huiskamer hagelslag van zijn hand likken, of wordt een jubileum gevierd in een Van der Valk-achtig restaurant met uitzicht op de industrie van IJmuiden. Feilloos weet de regisseur/scenarioschrijver/acteur de vinger te leggen op de Nederlandse lulligheid.

~

Welke andere film dan het oer-Hollandse Ober had het Nederlands Film Festival kunnen openen? Na het naargeestige Grimm lijkt Van Warmerdam met Ober terug te keren naar de onbezorgde humor van Abel. Lijkt. Want wie goed telt, ziet dat er meer doden vallen dan in welke Van Warmerdam dan ook. Het is dus slapstick, en heel goede. Deels komt dat door de introductie van een schrijver in het verhaal. Voor het eerst wacht het hoofdpersonage bij Van Warmerdam niet lijdzaam af hoe het lot beschikt, nee, hij gaat verhaal halen. Bij de schrijver die zijn leven verzint. Het geeft Van Warmerdam een carte blanche om te doen wat hij wil, om de meest absurde dingen te laten zien om ze vervolgens te schrappen. Omdat het ‘maar’ een verhaal is, pikt de kijker het allemaal. Tegelijkertijd kun je ook scènes lang vergeten dat de ober ‘maar’ een personage is. Van Warmerdam balanceert op het randje van enorme flauwheid, op het randje van gemakzucht, maar blijft altijd staan. Alleen dat al maakt Ober een intrigerend goede film. (Floortje Smit)

De foto is van Victor Arnolds.

De uitgebreide recensie van
Ober staat hier.

Iedereen wil er heen, niemand wil er zijn
Maybe Sweden
Margien Rogaar, 2006

Maybe Sweden, een film over de botsing tussen voldane westerlingen en aangespoelde Afrikaanse bootvluchtelingen, draait in de debuutcompetitie op het festival. De hoogdravende taal van de filmmakers (regisseur Margien Rogaar en de Nederlandse/Vlaamse acteursgroep Wunderbaum) deed het ergste vrezen:

“(…) het voldane Westen intens zoekend naar zingeving en noodzakelijkheid (…) het onvermogen van de westerse mens om zich in te leven in de pijn van op drift geraakte bevolkingsgroepen”

~

Help! Een film met een Boodschap, en wel met een grote chocoladeletter B? Het valt alleszins mee. In een landhuis in het zuidelijkste punt van Fort Europa hebben vijf jonge mensen zich teruggetrokken om zich te storten op hun grote passie, de literatuur. Luierend op een bank of lezend naast het zwembad van een luxe landhuis als metafoor voor de westerse idylle. De rust wordt echter verstoord wanneer ze bezoek krijgen van gestrande Afrikaanse bootvluchtelingen. Het buitenverblijf verandert in een hulppost, maar er is geen schaamteloos misbruik van armlastige derdewereldburgers zoals in Laurent Cantets Vers le sud (2005). In Maybe Sweden is braafheid troef, wat de spanning niet ten goede komt.

Bij vlagen wordt er sterk geacteerd, maar even zo vaak overtuigen de dialogen niet. De bootvluchtelingen zien er iets te monter uit; met name Brooklyn lijkt eerder aangespoeld vanuit een hippe club in Amsterdam dan vanuit de hongerige Westkust van Afrika. De ontevreden westerlingen met hun onderhuidse spanningen en de Afrikanen die zo snel mogelijk door willen reizen versterken het iedereen-wil-er-heen-niemand-wil-er-zijngevoel dat het hedendaagse Europa typeert. Dit nogal statische filmdrama heeft weliswaar een schitterende locatie, en ook het nabijgelegen, sinistere vrachtwagenpark past daar uitstekend bij, maar het geheel lijkt te sterk op een verfilmd toneelstuk. Desondanks lichtpuntjes genoeg: wat te denken van de Vlaamse actrice Wine Dierickx, die als de verveelde, sensuele Renée een geweldige rol neerzet. (Fred Caren)

Hoop voor de Nederhorror
Sl8n8
Frank van Geloven, Edwin Visser, 2006

Na jaren van radiostilte rukt de Nederhorror plotseling op. Goede horror met een klein budget is moeilijk, maar een groeiende groep filmmakers waagt zich er toch aan. Zo maakten Edwin Visser en Frank van Geloven de film Sl8n8, een Nederlandse slashermovie. Zij lijken het kleine budget en de Nederlandse locaties niet als nadeel te beschouwen, integendeel.

~

Geen uitgestrekte bos met eeuwenoude bomen en een afgelegen landhuis voor handen? Dan wordt de hoofdlocatie een oude steenkolenmijn (die ze toch voor een groot deel moesten nabouwen). Geen spetterende special effects? Dan snel rondrennen met een handcamera en niet te lang blijven hangen bij een hoofd dat afgehakt wordt. De sfeer die Visser en Van Geloven met een klein budget kunnen oproepen is het sterkste punt van de film. De angst ligt niet in de grote hoeveelheid bloed die vloeit, maar wordt opgeroepen door geluid, langsglijdende schaduwen en een paar goede schrikmomenten – waarbij ruimhartig geleend wordt uit Amerikaanse low budget horrorfilms als The Texas Chain Saw Massacre en The Blair Witch Project. Dat niveau haalt Sl8n8 niet – de film zakt net te vaak wat in. Desalniettemin: als dit laat zien wat de nieuwe generatie horrorregisseurs in huis heeft, ben ik benieuwd naar de andere films die nog op stapel staan. (Floortje Smit)

Parijse poetsportretten
Forever
Heddy Honigmann, 2006

In het begin van Pedro Almodóvars huidige film Volver zien we een kerkhof vol poetsende vrouwen, die elke zondag de graven van hun geliefden verzorgen. Ook op de beroemde Parijse begraafplaats Père Lachaise is dit een veelvoorkomend beeld, zo toont de documentaire Forever, al gaat het hier in veel gevallen om de graven van beroemde kunstenaars als de schrijver Marcel Proust en componist Frédéric Chopin. Heddy Honigmann filmt deze rituelen in haar nieuwste film met gepaste afstand en knoopt gesprekken aan met de poetsers en bloemenleggers.

~

Honigmann gebruikt Père Lachaise zo als uitgangspunt om portretten van mensen te maken, zoals ze eerder deed met bijvoorbeeld de Parijse metro (Het ondergronds orkest) of de muziek die soldaten door oorlogen heen sleept (Crazy). Ook in Forever levert dit weer enkele mooie gesprekken op. Honigmann beschikt over het talent om mensen door simpele vragen hun verhaal te laten vertellen, of door ze door langdurige stiltes verder te laten gaan dan ze aanvankelijk wilden.

Het uiteindelijke doel van Honigmann is iets te weten te komen over de betekenis van kunst voor mensen. Hier slaagt ze echter slechts gedeeltelijk in. Doordat ze ook mensen aan het woord laat die niet voor beroemdheden maar voor hun eigen geliefden komen, hinkt Forever iets te veel op twee gedachten. Ook dit tweede soort gesprekken is ontroerend, vaak zelfs indrukwekkender dan die over de kunstenaars, maar de film als geheel overtuigt hierdoor minder dan haar eerdere, meer consistente werk. (Marcel van den Haak)