Kunst / Expo binnenland

Grand Tour, Amsterdam

recensie: Prix de Rome 2007 - deel 2

.

De Prix de Rome is een Nederlandse ‘staatsprijs voor kunstenaars en architecten tot vijfendertig jaar. De prijs is bedoeld ter stimulering van de artistieke ontwikkeling, in een internationale context. Het is een aanmoedigingsprijs voor kunstenaars, voor de kunstwereld en voor kunst- en architectuurliefhebbers. Nieuw dit jaar is dat de kunstenaars op de longlist én de vier genomineerden in twee instellingen te zien zijn. In een eerste deel besprak 8WEEKLY het aanbod in het Rotterdamse Witte de With, centrum voor hedendaagse kunst, dit tweede deel gaat in op het werk dat te zien was in De Appel te Amsterdam.

Oorspronkelijk bestond de Prix de Rome uit een studiereis waarmee veelbelovende kunstenaars en architecten het klassieke Rome konden bezoeken. Deze achtergrond wordt dan ook aangehaald in de aankleding van het Amsterdamse kunstencentrum. De grandeur van het Rome ten tijden van Bernini wordt met dia’s getoond in de goud geverfde eerste zaal. Het Pantheon (nog met de toegevoegde barokke klokkentorens die al eeuwen geleden verdwenen zijn), het Piazza del Popolo met een plaveisel van klei in plaats van stenen, het Forum Romanum met slechts een enkele toerist. Rome als het Mekka van kunstenaars uit de afgelopen drie eeuwen is enorm veranderd en niet meer de oorspronkelijke bedoeling van de Prix de Rome. Nu kunnen alle kunstenaars er met een goedkoop vliegticket en in een budgethotel verblijven.

Maartje Korstanje, zonder titel (2007)
Maartje Korstanje, zonder titel (2007)

Zowel het eerste als het laatste werk uit de tentoonstelling is vervaardigd door kunstenaars van de shortlist. Een indrukwekkend begin en een grootse finale met daartussenin eveneens kunstwerken van formaat. Vanuit de gouden ruimte stappen we over naar koningsblauw, de kleur van de zaal waar het eerste werk is te zien. Maartje Korstanje (Nederland, 1982) is de jongste deelneemster. Sung Hwan Kim (Korea, 1975) is haar grootste concurrent. Deze kanshebber is maanden bezig geweest aan zijn ‘concert’, zoals hij de eenmalige performance bij de opening noemt. Van de longlist zien we werk van Maaike Schoorel (schilderkunst), Pablo Pijnappel (videokunst) en Alon Levin (beeldhouwkunst). Hun respectievelijke vakgebied is niet zo eenduidig als het lijkt. Dat is tegelijk één van de opvallende aspecten van de kunstenaars die nu exposeren in de Appel. Zij zijn multidisciplinair, ook ten opzichte van elkaar.

Maartje Korstanje vs. Sung Hwan Kim

Maartje Korstanje heeft twee zalen tot haar beschikking om haar op de Rijksacademie gemaakte finalewerk te tonen. In de eerste zaal zien we een surrealistisch landschap van planten en wezens die wel als organisme te herkennen zijn, maar niet direct te benoemen. Opengebarsten, opgeblazen zaden, een hart en andere organen van uiteenlopende materialen als componentenschuim, spijkerstof en eierdozen staan opgesteld en hangen aan de muren. “Het mooie van de dierenwereld is dat die niet is gemaakt, maar ontstaat”. Het werk van Korstanje ontstaat op een intuïtieve manier. Ze heeft geen vooropgezet plan, maar laat haar werken ‘groeien’. Haar werk groeit ook letterlijk tijdens het proces, want ze maakt veel gebruik van een schuim dat binnen vijf minuten dertig keer in volume toeneemt. De objecten lijken regelrecht uit een droomwereld te komen of uit het collectieve onderbewustzijn beschreven door de psycholoog Jung. Korstanje haalt haar inspiratie uit haar eigen ‘bijbel’; een dierenencyclopedie die ze voor een euro op de markt heeft gevonden. Het karakter van haar werk is rauw en eerlijk, maar bevat een hoog esthetisch gehalte. Het werk van Korstanje is ongetiteld met als reden dat het vrije associaties toelaat.

Sung Hwan Kim laat, net als Korstanje, de beschouwer veel zelf invullen. De Koreaan is een geboren verhalenverteller. Zijn werk valt te omschrijven als mysterieus. Mysterie heeft echter geen bestaansrecht wanneer iets volledig wordt begrepen. Tijdens zijn studie wiskunde was dit juist dat wat hem tegenstond, alles ligt van te voren vast en er is maar één uitkomst. Kim omschrijft zichzelf als tekenaar, muzikant en performer en niet in de eerste plaats als videokunstenaar. Het werk dat hij voor de finale maakte, vervaardigde hij op de zolder van De Appel, waar het nu ook te zien is. Het bestaat uit een video-kunstwerk, een installatie en een éénmalige performance waarbij het verhaal van de video in speciaal geschreven liedjes ten gehore werd gebracht. De muziek die de video vergezelt is geschreven door David Michael DiGregorio en heeft sterke overeenkomsten met het album Medulla van Björk. Kim zingt en schrijft ook zelf muziek.

Sung Hwan Kim, From the Commanding Heights… (2007). 27 minuten, DV en 16mm
Sung Hwan Kim, From the Commanding Heights… (2007). 27 minuten, DV en 16mm

Op sheets die hij dicht tegen de lens aanhoudt tekent hij simpele cartooneske beelden om zijn verhaal te illustreren. Gedurende bijna de gehele film is zijn gezicht achter deze doorzichtige sheets te zien. Daarnaast spelen woorden een belangrijke rol. Alle gesproken woorden verschijnen als ondertitels en soms laat hij die ondertitels zelfs uit zijn mond verschijnen. Verhalen die je normaal gesproken kippenvel zouden bezorgen, krijgen door zijn warme monotone stem, iets geruststellends. Zoals de beschrijving van de vrouw met de lange nek, waarin slangen gingen wonen waarvan ze vervolgens hun hoofden af moest bijten om van ze af te komen. Met enige zekerheid durf ik te stellen dat ik niet de enige was die hier het Freudiaanse gehalte van inzag. Achterin het zaaltje op zolder, staat een groen plateau met daarop een boek met woorden in dezelfde typografie en hetzelfde formaat als de ondertitels uit de film. Zij begeleiden de film dan ook in betekenis. Kim beschrijft hier in poëtische bewoordingen zijn gevoel van achtervolgingswaanzin in de hedendaagse wereld. Zo zou in de door Atlas gedragen wereldbol op het Paleis op de Dam, een enorme camera zitten die iedereen in de gaten houdt. Het wordt tot het einde niet duidelijk waar de film over gaat en dit is juist het gevoel dat de Koreaan ons wil geven. Het onderwerp van de film is namelijk de zwakte van objectiviteit en daarmee de kracht van subjectiviteit.

Smaak of tendens?

Het werk van de verschillende kandidaten is zo verschillend dat de keuze voor één van hen eerder de keuze is voor een trend in de kunstwereld. “Ik zie de prijsuitreiking niet als beoordeling van mijn werk, daar is het [aanbod] te verschillend voor”. Daar doet Maartje Korstanje goed aan, want de mededingers maken gebruik van volledig verschillende media. Fotografie van Vivianne Sassen, verschillende media van Claire Harvey en in De Appel exposeren twee kunstenaars van wie de media die ze gebruiken die niet eens meer eenduidig zijn te benoemen; een schilder die muziek maakt (Maaike Schoorel), een filmmaker die tekent (Sung Hwan Kim Sung Hwan Kim denkt er hetzelfde over: “Het is curieus dat het werk van de kandidaten zo verschillend is. De samenstelling van de shortlist lijkt niet ingegeven te zijn door een bepaalde smaak van de jury. Ik denk ook dat de uiteindelijke keuze voor de winnaar niet gebaseerd zal zijn op een persoonlijk smaakoordeel, maar eerder bepaalde tendensen in de (kunst-)wereld reflecteert”.

De uitslag van de Prix de Rome is op 26 juni 2007 bekendgemaakt, lees meer op de website www.prix de rome.nl.