Boeken / Non-fictie

De heksenjacht op consumenten

recensie: Benjamin Barber (vert. P. Diderich) - De infantiele consument

.

Het consumentenkapitalisme maakt van kinderen onbaatzuchtige monsters en van volwassenen drammende kinderen. Het sloopt het kapitalisme zoals het volgens Barber hoort te zijn, namelijk doorspekt met protestants ethos. Benjamin Barber, ex-adviseur van Bill Clinton en bekend van de bestseller Jihad vs McWorld, laat in zijn nieuwste boek De infantiele consument geen spaan heel van het huidige consumentenkapitalisme. “Onenightstands zijn immoreel, net zoals computerspelletjes,” aldus Barber, die na het lezen van het boek meer weg heeft van een conservatieve boer Koekoek die met een streng christelijk vingertje wijst naar de ondeugden van het leven, dan van de liberale ex-adviseur van de voormalige democratische president Bill Clinton.

In zijn nieuwe boek De infantiele consument omschrijft Barber, hoogleraar politicologie aan de universiteit van Maryland, hoe het huidige kapitalisme zichzelf ten gronde richt door meer nutteloze goederen en diensten te produceren dan voor een mens goed kunnen zijn. Als uitgangspunt hiervoor neemt Barber de protestantse arbeidsmoraal, die aan het kapitalisme van de Verenigde Staten ten grondslag ligt. Naarmate het boek vordert, trekt de schrijver eigen conclusies uit verschillende constateringen. Zo zou de opkomst van animatiefilms als Shrek en van filmmakers als George Lucas en Steven Spielberg aan volwassenen een vorm van kinderlijkheid opdringen. Barber begrijpt heel goed dat consumenten vrij zijn om eigen keuzes te maken, maar veroordeelt desondanks de keuze wanneer deze zonder maat en reden gemaakt wordt. In dit boek is het Barber die de regels opstelt en de mate en de redenen bepaalt. Computerspelletjes zijn dan ook uit den boze, net zoals communitywebsites (Orkut) en iPods – overbodige producten die volgens Barber geen enkel maatschappelijk doel dienen.

De activistische burger

Bekende Amerikaanse merken zouden zich in alle Europese gelederen genesteld hebben om vervolgens hun producten door de strot van de consument te rammen. Een nadeel van globalisatie, zegt Barber, die zich hiermee mengt in de discussie over vervlakking en massacultuur, waar ook de Canadese journaliste Naomi Klein over schrijft in No Logo. Maar daar waar Klein scherp uithaalt naar de bedrijven zelf, sabelt Barber de consument neer omdat deze zich laat leiden door diezelfde bedrijven. De observaties in het boek van Barber zijn niet nieuw. Het consumentengedrag is inderdaad doorgeschoten en bedrijven schuwen geen enkel middel om zoveel mogelijk zinnige en onzinnige producten te slijten aan iedereen die maar in staat is een product te kopen.

Als alternatief biedt Barber de lezer het kritische consumentisme en het bedrijfsburgerschap, waarbij hij de activistische consument een warm hart toedraagt. Het boycotten van producten en merken werpt volgens Barber zijn vruchten af. Hij haalt hiervoor voorbeelden aan, zoals het geval van de Deense producten die door moslims werden geboycot nadat een Deens dagblad spotprenten van de profeet Mohammed had geplaatst. Consumenten die een politiek punt wensen te maken moeten hun hand op de knip houden. Niet alleen zal dit volgens Barber het buitensporige van consumentisme tegengaan, het zal ook de democratie hervormen. Burgers moeten zich als consument uitspreken, “Produceer wat wij willen, anders kopen we het niet!”

Permanente onvolwassenheid

Ook de overheid komt in het boek niet ongeschonden uit de strijd. Deze zou immers gebruik maken van dezelfde marketinginstrumenten als de grote bedrijven. Door zoveel mogelijke publieke goederen te privatiseren, verzaakt de overheid zijn taak: het waarborgen van de democratie. Verschillende (politieke) keuzes in het leven van de consument worden vandaag de dag bepaald door bedrijven met de meeste overtuigingskracht. De prijs die de consument vervolgens betaalt is een vorm van permanente onvolwassenheid, waarbij bijvoorbeeld het stemmen op een presidentskandidaat niet meer weloverwogen is, maar wordt bepaald door de meest overtuigende acteur, de kandidaat met de grootste campagnekas of degene met de meeste steun van bekende Amerikanen.

Barber maakt in zijn eerste hoofdstuk zijn punt duidelijk: Het consumentenkapitalisme is een feit en de gevolgen kunnen ernstig zijn. Maar het is vooralsnog niet aan Barber om te bepalen wat consumenten wel of niet mogen kopen en wat een goede of slechte aankoop is. Ook begeeft de schrijver zich op het terrein van de sociologie door bepaald gedrag te typeren als ‘infantiel’. Om zijn beweringen en conclusies met betrekking tot het consumentenkapitalisme te staven, haalt Barber verschillende sociologen en filosofen aan, waaronder Max Weber, die tot vervelends toe de revue passeert. Benjamin Barber slaat met dit boek de spijker op zijn kop. Het consumentengedrag heeft buitensporige vormen aangenomen en tal van aankopen zijn onnodig, waaronder dit boek van Benjamin Barber. De infantiele consument komt uiteindelijk neer op een commerciële kopie van Max Webers boek De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme.