8WEEKLY

Videokunst in Nederland: deel 2

Artikel: Oude banden, poetsen en bakken

Hoe euforisch door kunstenaars de opnameapparatuur ook werd ontvangen, men trok toch even wit weg toen duidelijk werd hoe kwetsbaar en vluchtig het videomateriaal eigenlijk was. Aanvankelijk ontwikkeld om televisie-uitzendingen een aantal uur later te kunnen uitzenden was video een medium dat van oorsprong helemaal niet gericht was op langdurige opslag van beeldmateriaal. Neem nu schilderijen, die kunnen onder de juiste omstandigheden ééuwen in goede staat blijven. Video daarentegen werkt met een drager – de band – die naar mate de tijd verstrijkt haar magnetisch signaal beetje bij beetje verliest. Dit maakt dat eigenlijk na een jaar of zeven de informatie op een band al rap achteruit begint te gaan.

Introductie | Deel 1 | Deel 2

Dit snelle verlies van informatie stelde diverse instituten en verzamelaars met inmiddels omvangrijke en kostbare collecties van videokunstwerken voor een groot probleem. Daarbij komt nog dat het, terugkijkend, ook lastig is dat de apparatuur die zowel bij het opnemen als het afspelen gebruikt werd, zeer veranderlijk is gebleken. Keer op keer zorgden nieuwe ontwikkelingen ervoor dat oudere videorecorders en banden onbruikbaar werden. Wie herinnert zich niet het fantastische Betamax? Het was een van de vele ideale videosystemen die ‘de standaard van de toekomst’ beloofde te zijn. Hoewel het velen ertoe aanzette de nieuwe banden en afspeelapparatuur aan te schaffen, uiteindelijk bleek dat het toch niet genoeg aansloeg, en het systeem stierf na enkele jaren alweer langzaam uit – net als ruim veertig andere videosystemen.

Op een sleutelhanger

De conservering van video is dus heel wat anders dan het behoud van traditionele vormen van kunst. En zo komt het dat net zoals video voor kunstenaars compleet nieuwe ervaringen betekende, ook de conservatoren van musea en collecties een onontgonnen terrein betraden. Niet langer gaat het om het behouden van fysieke objecten, maar om het bewaren van een magnetische lading, opgeslagen op vele kilometers tape. Wil je de banden in goede staat houden? Dan moet je ze in ieder geval af en toe afspelen; anders ‘kleeft’ de strak opgerolde band aan elkaar. Stofdeeltjes dienen ook regelmatig verwijderd te worden door de banden te poetsen in speciale machines. Met een beetje collectie worden deze onderhoudswerkzaamheden al gauw een dagtaak.

Videobanden

Videobanden

Met de ervaring die hiermee werd opgedaan werd vanaf 1998 middels een pilot-project toegewerkt naar een duurzame vorm van opslag. Tevens werd een intensieve samenwerking aangegaan met andere collecties en instituten die met video werkten. Ook werd gaandeweg duidelijk dat met de opkomst van digitale media misschien wel de langgezochte oplossing gevonden was voor het duurzaam opslaan van het beeldmateriaal. Al deze nieuwe kennis leidde in 2000 tot de start van het Project Conservering Videokunst, waar naast het NIMK, dat het conserveringswerk op zich nam, ook bijvoorbeeld het Stedelijk Museum, De Appel, en het Van Abbemuseum in deelnamen.

Het grote voordeel van de nieuwe mogelijkheid tot digitale opslag is dat er bij kopieën van een digitale master – het origineel – geen kwaliteitsverlies is, iets dat bij iedere overzetting van analoge banden wel een groot probleem vormt. Iedere nieuwe ‘generatie’ kopieën is in het geval van oude banden naar nieuwe banden weer een stukje slechter, met meer ruis. Digitale opslag vergemakkelijkt zo de verspreiding en uitleen van collectiestukken doordat eenvoudig hoogwaardige kopieën kunnen worden gemaakt. Daartegenover staat dan wel weer dat digitale opslag gebruik maakt van compressie, waardoor soms zichtbaar veel informatie verloren gaat. Denk bijvoorbeeld aan de blokkige YouTube-filmpjes. Ook de DVD, de meest voor de hand liggende standaard, gebruikt een relatief hoge compressietechniek Voor conservatie van video is zo’n compromis ontoelaatbaar – alsof je best wel een stukje van Rembrandts Nachtwacht af zou mogen zagen als hij een nieuwe lijst krijgt.

Toch is wel gekozen voor een ander digitaal opslagmedium: het hoogwaardige Digital Betacam. Dit systeem past slechts een minimale compressie toe en daarnaast is het voortbestaan van de benodigde apparatuur redelijk zeker doordat het door archieven over de hele wereld gebruikt wordt. Zo wordt de lichte compressie een concessie die toelaatbaar is in het licht van de voordelen.

Oude paardenmiddeltjes

Het Project Conservering Videokunst creëerde de gelegenheid om een vakkundige conservatiepraktijk in het leven te helpen. Soms leidde dit tot de ontwikkeling van steeds verfijnder technieken, al blijven oude paardenmiddeltjes onvermijdelijk. Banden die door te lang liggen totaal verkleeft zijn, blijken bijvoorbeeld soms nog te redden door ze te ‘bakken’. De tape wordt in een oven verhit zodat deze weer los komt. Echter, voor een laatste maal, dat wel. Door het procédé zal de band namelijk met het afspelen vernietigd worden. Het is een noodgreep waarmee stokoude, en hopeloze banden toch nog gekopieerd kunnen worden.

Spoelen van band en archiefkasten met videobeelden - beelden te zien op de site van NMIK.

Spoelen van band en archiefkasten met videobeelden – beelden te zien op de site van NMIK.

Niet alle arbeid vind plaats in het restauratieatelier of -studio. Ook qua papierwerk is grote vooruitgang geboekt. Zo zijn tussen instituten onderling standaardprocedures opgezet, en worden technische specificaties van de werken en van de conservatiehandelingen nauwgezet opgetekend. Natuurlijk hoort bij deze professionele wijze van conserveren ook het communiceren met de kunstenaars zelf. Zij hebben uiteenlopende beweegredenen om tot hun werken te komen, en in sommige gevallen is de keuze voor video daarin een bewuste geweest. Kunstenaars die het ‘eigen’ karakter van de video-opname als een belangrijk deel van hun werk zien, zijn misschien helemaal niet blij met een digitale kopie. Om deze voorkeuren in kaart te brengen wordt per werk onderzoek gedaan naar de intenties van de maker. Waar mogelijk wordt een interview afgenomen, zodat ook voor de toekomst duidelijk vastligt wat de kunstenaar wel of niet wil dat met haar videomateriaal, of met latere kopieën ervan, gebeurt.

Sculpturale stellages
Met het succesvol afronden van het Project Conservering Videokunst in 2003 is met het behouden van het oude beeldmateriaal een belangrijke stap gezet. Echter, een andere moeilijkheid speelt nog. Het kunnen bewaren van videomateriaal is vaak namelijk nog niet alles. Veel kunstenaars gebruikten door de jaren heen video als een spil in het maken van omvangrijker installaties. Al te vaak worden video’s in complexe opstellingen gebruikt. Meerdere beeldschermen, geluid dat vanuit verschillende hoeken komt, en soms ook ingewikkelde sculpturale stellages waarin de videomonitor is verwerkt. Bij zulke collectiestukken is het overzetten van banden niet genoeg om het werk in z’n geheel te bewaren. Het vaak namelijk precies de afspeelapparatuur die zelf ook een rol krijgt als kunstobject. Daarnaast zijn deze video-installaties plaatsgebonden, en hoort ook de documentatie van hun tentoonstelling in de collectie thuis. Maar hoe leg je een ruimtevullende installatie met geluid en bewegende beelden vast? In het volgende, derde deel van deze serie zullen deze bijzondere video-installaties uitvoerig belicht worden.